Dr. Klaassen: Schreeuwende behoefte aan moreel kader op seksueel gebied
Predikanten moeten stoppen met het demoniseren van lichaam en erotiek, aldus Alain Verheij, freelancejournalist. In een artikel op de website Reporters Online uit hij zijn frustratie over de manier waarop christelijk Nederland omgaat met seksualiteit.
Onder de titel: ”Masturberen, mag dat wel van God?” reageert Verheij op een artikel van EO BEAM, de jongerenwebsite van de EO, waarin gewaarschuwd werd voor zelfbevrediging.
Helemaal niet nodig, die waarschuwingen, vindt Verheij. Kerken moeten ophouden met hun negatieve teneur van ”mag niet”. Een opgeheven vinger dus voor al die opgeheven vingertjes. Zoals van Henk Binnendijk, die op een EO-Jongerendag voor tienduizenden jongeren een verkeerslicht omhooghield en hen opriep dat op rood te zetten voor porno.
Nu valt niet te ontkennen dat er in het verleden christenen waren –en ze zijn er nog– die niet goed om wisten en weten te gaan met seksualiteit. Maar het is een feit dat kerken en christenen een enorme inhaalslag maken. Zo worden er vanuit de Stuurgroep Seksualiteit, een denktank binnen de gereformeerde gezindte, allerlei vragen doordacht die op dit gebied spelen. Van daaruit wordt gepoogd een vertaalslag te maken naar de praktijk van onderwijs, kerkenwerk, jeugdwerk en hulpverlening. Want er speelt heel veel, er is veel seksuele nood en er is schreeuwend behoefte aan goede voorlichting; en ja, ook aan moreel kader.
Dat laatste is precies wat ontbreekt in Verheijs stellingname; hij noemt het althans niet. Hij vertelt openhartig dat hij zich in zijn tienerjaren regelmatig naar de erotische hoek van internet begaf. Geen probleem, volgens hem. Hoort bij een nieuwsgierige puber die last heeft van zijn hormonen. Hij heeft er niets aan overgehouden.
Dat is gelukkig voor hem, maar dat neemt de vraag niet weg of dit moreel acceptabel is. Henk Binnendijk belachelijk maken, is niet zo moeilijk; leidinggeven aan de discussie wat binnen een christelijke ethiek die de Schrift serieus neemt geaccepteerd en niet-geaccepteerd is op seksueel gebied, is veel moeilijker.
Er is vandaag schreeuwend behoefte aan een duidelijk moreel kader waarbinnen je kunt nadenken over allerlei praktische issues. Er zijn genoeg praktische boekjes over seksualiteit, maar wat in Nederland node gemist wordt, zijn boeken die de echte vragen bespreken; niet alleen wat seksualiteit is, maar vooral: waarom is er seksualiteit en waar dient ze toe? Pas als daar duidelijkheid over is, is het mogelijk om over allerhande casussen te spreken.
Bedoeling
Om de discussie hopelijk wat verder te helpen een paar aanzetten. Want anders dan Verheij beweert, is het niet waar dat de Bijbel „grotendeels zwijgt” of „ambigu” is over seksuele ethiek.
Wat is de bedoeling van seksualiteit? De Amerikaanse theoloog Denny Burk geeft in zijn boek ”What is the Meaning of Sex?” het eenvoudige, maar alleszeggende antwoord: seks dient tot eer van God. Het is een antwoord dat ver afstaat van de beleving van veel kerkgangers. Illustratief is in dit verband het stel dat tijdens het huwelijksgesprek in alle eerlijkheid de predikant toevertrouwde dat het eigenlijk niet inzag wat God en seksualiteit met elkaar te maken hadden. Maar het antwoord van Burke is wel het enige juiste. „Doe alles tot eer van God” (1 Kor. 10:31).
Dat heeft grote consequenties voor ons denken over seksualiteit: Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn (1 Kor. 6:20). Niemand kan zeggen dat hij zijn lichaam bezit; dat is van God (1 Kor. 10:13). Het lichaam van een christen in wie de Geest van God woont, is heilig, een tempel van de Heere (1 Kor. 6:19).
Seksualiteit heeft een plaats binnen de relatie van twee mensen, man en vrouw, die elkaar liefde en trouw hebben beloofd. Het doel van seksualiteit is intimiteit te delen. Ook dat is geen doel op zich, maar staat in het kader van een groeiende eenwording tussen beiden. Het doel van een christelijk huwelijk is immers een afspiegeling te vormen van de relatie tussen Christus en de gelovigen (Ef. 5:32).
Wanneer dit kader duidelijk is, is het ook mogelijk om een mening te vormen over allerhande praktische vragen. De Bijbel geeft op heel veel vragen geen direct antwoord. Maar daar zijn nu juist de theologie en de ethiek voor: om vanuit Bijbelse kaders ethische richtlijnen te creëren die houdbaar zijn in het licht van Gods Woord en handvatten bieden voor het leven van alledag. „Alles tot eer van God” betekent: zoals God het wil en bedoelt. Dat biedt een duidelijk kader om in elk geval bepaald seksueel gedrag –zoals seks voor of buiten het huwelijk of met mensen van gelijk geslacht– af te wijzen. Dat is niet zoals God het wil en dus niet tot Zijn eer.
Masturbatie
Vanuit bovengenoemd kader is het ook mogelijk om door te denken over de vraag die Verheij aan de orde stelt: is masturbatie geoorloofd? Dat de overgrote meerderheid van onze jongeren het doet, zegt niets over de wenselijkheid of de toelaatbaarheid ervan.
Wanneer je beseft dat seksualiteit gericht is op Gods eer en bedoeld is om expressie te geven aan de wederkerige liefde tussen man en vrouw, is het in één oogopslag duidelijk dat masturbatie niet beantwoordt aan Gods intentie met seksualiteit. In plaats van gericht te zijn op de ander is het gericht op de eigen persoon; om nog maar niet te spreken over de vervuiling van iemands gedachteleven. Men denkt, zoals voorganger Wilkin van der Kamp eens zei, dan meestal niet aan een fietsenrek.
Een van de redenen dat zelfbevrediging niet bevredigt, is dat een orgasme maar een deel is van een veel groter geheel dat juist ontbreekt. Masturbatie is, zoals de christelijke psychiater John White eens schreef, een intrapersoonlijke zaak in plaats van een interpersoonlijk gebeuren. Zonder dat grotere geheel van de gedeelde intimiteit tussen twee geliefden mist het zijn doel. Het is seks op een onbewoond eiland. Op zijn positiefst kun je zeggen dat het een verlangen is naar dat grotere geheel. In de woorden van White: „…seksuele verlangens staan in verband met een diepere behoefte: dat iemand je eiland deelt en je isolement tot een einde brengt.”
Bevoogdend
Het is een teneur vandaag de dag om vooral niet bevoogdend over te komen. Vanuit het ene uiterste dreigt er een ander uiterste, en dat is dat van onbestemde vaagheid. Dat is jammer. Want als er één ding is waar jongeren behoefte aan hebben, is het duidelijkheid. Zoals Binnendijk dat aangaf. Porno is gewoon rood. Zonde is zonde. Geen opgeheven vinger, wel een vinger die de weg wijst. Zeggen wat wel en wat niet kan. Niet veroordelend of bevoogdend, maar duidelijk en liefdevol. Vanuit de overtuiging dat wat God met mensen voorheeft altijd het beste voor hen is, hoe moeilijk het ook is en hoeveel strijd het ook kan kosten.
Het is verblijdend dat de urgentie van bezinning op seksualiteit steeds meer beseft wordt. De Stuurgroep Seksualiteit streeft er bijvoorbeeld naar om op termijn een website te openen waar jongeren en ouderen met hun vragen terechtkunnen.
Dat is nodig. Want seksualiteit staat niet op zichzelf. Het is oneindig veel hoger dan velen beseffen. Het is opgenomen in het kader van de heiligmaking en vernieuwing naar het beeld van God. Dat mag zwaar wegen, want zonder heiligmaking zal niemand de Heere zien (Hebr. 12:14). Vanuit het besef dat heiligmaking hier op aarde, ook seksuele heiligmaking, altijd onvolkomen is, is het een grote troost dat het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van álle zonden (1 Joh. 1:7).