Bemoediging
Openbaring 1:18
„En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen.”
Als de Heere Jezus niet uit Zichzelf bestond, als de eeuwige IK ZAL ZIJN voor Zijn Kerk, als haar levend Verbondshoofd, dan bestond de Kerk allang niet meer. „Ten ware de Heere, Die bij ons is geweest”, de mensen „zouden ons levend verslonden hebben”, om maar niets te zeggen van wat de duivelen zouden doen als ze losgelaten werden.
Maar geloofd zij Zijn Naam, dat Hij Zichzelf niet alleen bekend maakt als het levende Verbondshoofd van Zijn Kerk, maar aan de bekendmaking de zoete verzekering heeft verbonden: „Ik leef, en gij zult leven.”
Het is niet ongewoon voor des Heeren volk dat zij vergeten of leven alsof zij vergeten zijn dat zij een heerlijk levend representerend Hoofd hebben. Soms ontvangen en bestrijden we onze zorgen en onze benauwdheden en in het bijzonder onze vervolgingen en onze beproevingen, alsof wij geen Christus hadden om ermee tot Hem te gaan. Wat een dwaas gedrag! Hoe zwaar worden beproevingen onder zulke omstandigheden.
Om de hulp in te roepen van de Almachtige is het nodig op te zien tot het Verbondshoofd en te vertrouwen op Hem, Die de ganse wereld bestuurt en regeert. Ik geloof uit de grond van mijn hart dat Gods volk meer overwinningen behaalt, gelijk de kinderen Israëls bij de Rode Zee, door vast te staan, dan op enige andere wijze: „De Heere zal voor ulieden strijden, en gij zult stil zijn.”
Joseph Irons, predikant te Londen (”Goddelijke leiding”, 1831)