Scheipers overleed op 2 juni in zijn geboortedorp Ochtrup in Münsterland, meldde de Vlaamse nieuwsdienst Kerknet donderdag. De priester haalde in 2011 het wereldnieuws toen hij door paus Benedictus XVI werd ontvangen.

Scheipers, geboren in 1913, zat als gevangene nr. 24255 van 1941 tot 1945 opgesloten in de beruchte barak voor priesters in het kamp Dachau. Hij had pastorale zorg verleend aan Poolse dwangarbeiders. Hij moest er bijna vier jaar onder de meest barre omstandigheden dwangarbeid verrichten. Scheipers overleefde de gruwelen omdat de Duitsers hem niet durfden terechtstellen uit angst voor de reactie van de bevolking in Münsterland, waar de populaire priester actief was.

In april 1945 wist hij te ontkomen aan de beruchte dodenmarsen, toen de gevangenen vanuit Dachau naar Bad Tölz werden gejaagd. Na de oorlog keerde hij niet terug naar Münsterland, maar vestigde hij zich in het verpauperde Oost-Duitsland. Daar kwam hij wegens zijn kritiek op de overheid al snel in het vizier van de Stasi, maar hij werd nooit gearresteerd.

Vanaf het einde van 1940 bracht de SS in het kamp van Dachau geestelijken uit heel Europa samen. In de zogenaamde priesterbarak van het kamp, waar op bevel van Himmler ook priesters uit Nederland en België werden opgesloten en de dood vonden, zaten tijdens de Tweede Wereldoorlog duizenden geestelijken opgesloten. Van de 2.720 priesters en seminaristen uit 38 landen, vonden er 1.034, waaronder 868 Polen, de dood.

Ook verschillende priesters uit Nederland en België kwamen in het concentratiekamp terecht. Van de 46 Belgische geestelijken vonden er negen de dood. Van de 63 Nederlandse geestelijken kwamen er zeventien om. De Poolse Rooms-Katholieke Kerk is in april vorig jaar een proces gestart. Dat moet leiden tot de erkenning van het martelaarschap van de geestelijken en hun gemeenschappelijke zaligverklaring.