Dr. Meijering: Haal Heidelbergse Catechismus van theologische rommelkamer
LEIDEN. Het is goed om de Heidelbergse Catechismus van de theologische rommelkamer te halen en een plekje in de boekenkast op de studeerkamer te gunnen, zo stelt dr. Eginhard Meijering.
De oud-lector theologiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden schrijft dat in zijn inleiding op een door hem vertaald werk van Karl Barth over de Heidelbergse Catechismus. Het gaat om colleges die Barth in 1947 in Bonn gaf over dit geloofsdocument. Meijering gaf het boek de titel ”Kennis is niet alles, maar alles is ook kennis”, een toespeling op het boek van H. M. Kuitert ”Alles behalve kennis”. „Die kennis is wel van een andere aard dan de wetenschap dat twee plus twee vier is”, zo licht dr. Meijering toe.
Aanpassingen
Dr. Meijering moet niets hebben van aanpassing aan hedendaagse trends of modieuze thema’s in de theologie. Zo was hij een fel tegenstander van zijn Amsterdamse collega Kuitert. Dr. Meijering wil staan in de traditie van de kerk van alle eeuwen, maar noemt zich ook vrijzinnig, in die zin dat de Bijbel en de kerkelijke traditie voor hem geen automatisch gezag hebben. „Vrijzinnig zijn betekent dat je zo orthodox mag zijn als je zelf wilt en niet zoals het van je kerkelijke club of vereniging moet”, zo schreef hij vorig jaar.
Stuurloos
We zijn volgens dr. Meijering in de kerken stuurloos geworden. Hoe daarop te reageren? Door een koppige conservatief te zijn of een zich steeds vrij vechtende progressief? De auteur stelt een andere vraag: Hoe kunnen we het overgeleverde geloof met enthousiasme benaderen?
Karl Barth hield zich volgens hem niet bezig met wat nog „houdbaar” is van onze kennis van de God van de christelijke traditie, maar met de vraag hoe we deze God steeds beter leren kennen. Wij hebben de waarheid niet, maar we verlangen ernaar. Barth ging in vrijheid bij het voorgeslacht te rade, maar liet zich niet door de vaderen de wet voorschrijven. Hij constateerde in zijn tijd humorloosheid, moeheid en zwaarmoedigheid in de leiding van de kerken, waartegenover hij de sprekende en handelende God stelde.
De Heidelbergse Catechismus kan volgens Meijering de prediker attenderen op de onderwerpen die de achtergrond of vooronderstelling van de verkondiging horen te zijn. Van daaruit kan men als christen spreken over: kruis en opstanding van Jezus Christus, menselijke zonde en Gods genade. „Dit zijn de laatste waarheden voor de christen, op grond waarvan men kijkt naar de voorlaatste waarheden, die zich dagelijks voordoen.”