Marktdenken blokkeert aanpak belastingontwijking
Het heersende marktdenken staat de broodnodige internationale belastinghervormingen in de weg, vindt Christiaan Vos.
Ik denk weleens: politici en economen lijden aan etalagebenen. Ze willen of kunnen geen volgende stap zetten. Dat doet te veel pijn. Te veel pijn om afscheid te nemen van hun vertrouwde wereldbeeld: het primaat van economische groei met de vrije markt als rad van fortuin. Ze staan en masse stil, gevangen in hun eigen logica.
De politieke oogst van belastinghervormingen tegen agressieve belastingplanning door bedrijven en schadelijke belastingconcurrentie tussen landen was de afgelopen maand dan ook weer schraal. Enige vooruitgang werd er wel geboekt op het gebied van spontane informatie-uitwisseling tussen belastingdiensten. Ook is er een stap gezet in het verplicht stellen van ”country by country”-reporting, waardoor van multinationals straks bekend zal zijn waar ze hoeveel belasting betalen.
Meer resultaat leverde de Ecofin, de maandelijkse raad van EU-ministers van Financiën en Economische Zaken, eind mei niet op. Gehoopt was op politieke overeenstemming over de voorstellen van de Europese Commissie tegen belastingontwijking. Maar die lijkt nog heel ver weg. Het onderwerp werd doorgeschoven naar de volgende vergadering.
Ioanna Mitroyanni, vertegenwoordiger van de Europese Commissie, en onze minister van Financiën Dijsselbloem vertrouwen op een akkoord aanstaande vrijdag. Maar fiscalist en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam Jan van de Streek ziet dat somber in. Hij noemt de beraadslagingen in de Ecofin een toonbeeld van „complete belastingchaos.” „Er was werkelijk nergens overeenstemming over”, zo verklaarde hij op een belastingconferentie van het Amsterdam Centre for Tax Law.
Economen
Tot zover de politici. Hoe zit het met de economen? Ik trof er een aantal op de eerste conferentie van het Forum for Economic and Fiscal Policy, een onafhankelijke denktank die zich ten doel stelt de kwaliteit van economische en fiscale politiek te verbeteren. Dit forum heeft een indrukwekkende lijst van leden, onder wie hooggeplaatste functionarissen, academici en zakelijke professionals. Wat opviel: dit is geen club van denkers en beleidsmakers uit rijke westerse landen. Opkomende economieën en landen in ontwikkeling waren meer dan evenredig vertegenwoordigd. Een mooi initiatief!
Een van de sprekers was Ruud de Mooij van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), tevens research fellow aan de universiteiten van Oxford en Bergen. Hij verraste me door te benadrukken dat niet economische groei, maar groei van welvaart het belangrijkst is. Hij is een van de weinige economen die lijken in te zien dat deze twee niet parallel lopen. Teleurstellend was het dat zijn verdere betoog en zijn uiteindelijke aanbevelingen alleen op economische groei gericht waren.
De econoom dr. Parthasarathi Shome, voorzitter van de International Tax Research and Analysis Foundation, presenteerde onderzoek dat zou aantonen dat agressieve belastingplanning in India niet heeft geleid tot minder belastinginkomsten. Die namen volgens hem juist toe. Het gevoel bekroop me dat deze econoom nog in de ontkenningsfase zit en zich vastklampt aan de idee dat fiscale faciliteiten zoals aftrekbare rente economische groei realiseren, omdat het helpt te concurreren met andere landen. De mondiale belastingmarkt als aanjager van economische groei.
Ongelijkheid
Belastingconcurrentie tussen staten is juist het probleem. Naast winnaars zijn er altijd verliezers. We moeten proberen daar van af te komen.
Er was een niet-econoom voor nodig om op deze conferentie een ander geluid naar voren te brengen. Farah Karimi, algemeen directeur van Oxfam Novib Nederland, had een verhelderend voorbeeld. Een van de rijzende sterren van het Afrikaanse continent, Zambia, heeft in de periode 1998-2010 gemiddeld 6 procent economische groei laten zien. Deze groei is echter gepaard gegaan met een extreme toename in ongelijkheid.
Extreme ongelijkheid is niet goed voor een samenleving. Het is moreel niet te verdedigen en het tast het cement van samenlevingen aan, ook op mondiale schaal. Vanuit neoliberale hoek wordt ongelijkheid echter verdedigd als een aanjager van economische groei en meer welvaart. Volgens Karimi is dat een hardnekkige fabel waar we van af moeten.
De neoliberale droom dat economische groei, als een rijzend tij, alle boten mee optilt, blijkt in de werkelijkheid een utopie. Menig bootje zinkt in uitsluitend economisch georiënteerde samenlevingen. De publieke opinie keert zich dan ook meer en meer tegen de huidige neoliberale wereld en benoemt wat daar mis aan is: toenemende ongelijkheid, multinationals die niet aan de belastingen willen bijdragen et cetera. Een veranderende tijdgeest? Een ethisch reveil? Een verschuiving van het primaat op eigenbelang naar meer zorg voor anderen? Laten we het hopen.
Binnen de heersende neoliberale ideologie geldt de markt als het antwoord op al onze problemen. Daardoor worden ook alle oplossingen binnen dit marktmodel gezocht. Dit model nadert zijn bankroet. Maar onze politici en economen weigeren dat in te zien. Dat doet te veel pijn. Daarom staan ze al een lange tijd stil. Op kleine afstandjes na.
De auteur is fiscaal econoom en filosoof. Hij is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en aan Tilburg University, waar hij onderzoek doet naar ethische aspecten van internationale belastingen.