Betere verdeling van posten GKN bepleit
De verdeling van geld, posities en benoemingen in de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) moet recht doen aan alle stromingen binnen het kerkgenootschap. Een tijdelijke onderzoekscommissie moet de huidige verdeling van die middelen onder de loep nemen en indien nodig voorstellen voor veranderingen doen.
Dat adviseert een synodecommissie in het rapport ”Een proces van vervreemding?”, waarover de gereformeerde synode zich op 8 maart buigt. De impliciete boodschap lijkt te zijn dat de behoudende vleugel van de Gereformeerde Kerken meer invloed moet krijgen.
De commissie werd in 2000 ingesteld na kritiek op het synodebesluit om de omstreden visie van prof. dr. C. J. den Heyer op de verzoeningsleer te gedogen. De Kampense hoogleraar had in zijn boek ”Verzoening” gesteld dat de kerkelijke verzoeningsleer niet als dogma in het Nieuwe Testament is terug te vinden. De synode bekritiseerde weliswaar zijn opvatting, maar vond toch dat de hoogleraar binnen de ruimte was gebleven die hij als gereformeerd theoloog heeft.
De commissie vindt dat de dialoog tussen de diverse groeperingen in de GKN krachtige gestimuleerd moet worden. Volgens de commissie bestaat er een kloof tussen de plaatselijke kerken en het landelijke bestuur.
Met name in het SoW-proces met hervormden en lutheranen moet de gereformeerde kerkleiding de voorwaarden scheppen waarin een wijgevoel kan gedijen, meent de commissie. Plaatselijke kerken moeten op hun beurt respect tonen voor de mensen die op landelijk niveau werken. De toon in brieven over recente gevoelige kwesties was „soms beschamend.”
De commissie schetst in het rapport ook de identiteitscrisis waarin de Gereformeerde Kerken in de afgelopen decennia terecht zijn gekomen. Door interne theologische strijdpunten, maar ook door veranderingen in de wereld- en cultuurgeschiedenis vormt het kerkgenootschap niet langer een afgebakende eenheid. Er is sprake van een veelvormige kerk, waarin behalve voor orthodoxe opvattingen ook ruimte is voor vrijzinnige theologie.
Volgens de commissie moeten de GKN het als een uitdaging beschouwen om de ontstane „vervreemding” weg te nemen. Dat kan door te zoeken naar een gezamenlijke beleving van het geloof en door daar in alle openheid over te communiceren, aldus het rapport.