Basisinkomen gaat het ook in Nederland niet halen
Zondag stemde driekwart van de Zwitserse bevolking tegen de invoering van een basisinkomen. Ook in Nederland zijn initiatieven om het basisinkomen in te voeren gedoemd te mislukken, stelt Leon van Damme.
In Nederland trekken momenteel drie initiatieven die streven naar de invoering van een basisinkomen de aandacht. Zo heeft de Stichting Maatschappij voor Innovatie van Economie en Samenleving in Groningen zich ten doel gesteld zo veel mogelijk mensen een jaar lang een basisinkomen te geven. Zodra er 12.000 euro is ingezameld, wordt er onder de gegadigden een loting gehouden. De gelukkige krijgt een jaar lang iedere maand 1000 euro op zijn of haar rekening gestort.
Daarnaast zijn er diverse gemeenten die met een onvoorwaardelijke bijstand experimenteren. Weliswaar betreft het geen basisinkomen, maar de gedachte hierachter is er wel een afgeleide van: een beperkte groep bijstandsgerechtigden krijgt onvoorwaardelijk hun uitkering, dus zonder dat zij een sollicitatieplicht krijgen opgelegd of tegenprestaties hoeven te leveren.
Tot slot zal de Tweede Kamer eind dit jaar spreken over het burgerinitiatief Basisinkomen 2018, dat meer dan 40.000 handtekeningen heeft verzameld. Dan zal blijken dat een parlementaire meerderheid nog ver te zoeken is. Van oudsher bestaat er nauwelijks politiek draagvlak voor de invoering van het basisinkomen.
Weliswaar wordt er binnen politieke partijen met enige regelmaat over het idee gediscussieerd, maar dat is met name beperkt tot partijen als D66, PvdA en GroenLinks. Vooralsnog hebben deze discussies niet geleid tot een officieel partijstandpunt waarbij het basisinkomen omarmd werd. De overige politieke partijen zijn of mordicus tegen, of hebben zich –zoals de PVV– nog niet onomwonden over het onderwerp uitgesproken. De enige fervente voorstander in de Tweede Kamer is het zelfstandige Kamerlid Klein. In januari schreef hij de initiatiefnota ”Zeker flexibel. Over anders denken over werk en sociale zekerheid met een onvoorwaardelijk basisinkomen”.
Sociale partners
Vorige week dinsdag wees het kabinet de initiatiefnota bij monde van minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Asscher evenwel af. Asscher noemde het voorstel niet realistisch en economisch onhaalbaar. Nog los van de hoge kosten wees de minister op het gevaar dat bij een hoog basisinkomen het arbeidsaanbod afneemt. In het geval van een laag basisinkomen is er aanvullende inkomensondersteuning nodig. Precies dezelfde argumenten als het kabinet in 1985 gebruikte ten aanzien van het voorstel van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid om –naast andere voorgestelde aanvullende sociale regelingen– een laag, gedeeltelijk basisinkomen in te voeren.
Veel kans op een ander kabinetsstandpunt zit er niet in, tenzij werkgevers- en werknemersorganisaties het idee van een basisinkomen enthousiast omarmen. Dat zie ik echter niet snel gebeuren. De sociale partners hebben immers het minste belang bij de invoering van een basisinkomen.
Als de band tussen arbeid en loon wegvalt, zal het ledenaantal van vakcentrales drastisch afnemen en daarmee ook hun (machts)positie. Werkgevers op hun beurt zullen ook niet staan te juichen bij de invoering van een basisinkomen. Economen verwachten een flinke toename van de belastingdruk en een krimpend arbeidsaanbod. Met als gevolg een daling van het nationale inkomen, met desastreuze gevolgen voor de economie.
Burger
En de burger? Ook de Nederlandse burger –de kiezer dus– lijkt nog niet echt warm te lopen voor een basisinkomen. Ondanks de vele aandacht en initiatieven voor de invoering van het basisinkomen, wijzen peilingen uit dat slechts 30 tot 40 procent van de bevolking voor de invoering van een basisinkomen is. Daarmee blijft de invoering van het basisinkomen ook in Nederland voorlopig een utopie.
De auteur is parlementair historicus en als promovendus verbonden aan het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Daar doet hij onderzoek naar de politieke besluitvorming over de hervormingen in de sociale zekerheid sinds 1980.