Nine de Vries debuteert met roman over de tijd dat Jezus op aarde leefde
Hoe zou Jezus hebben geleefd? Hoe reageerden de mensen op Hem? Toen Nine de Vries zes jaar geleden tot persoonlijk geloof kwam, borrelden deze vragen bij haar op. Ze ging op zoek naar antwoorden en schreef er een boek over: ”Machla”. Een historische roman die zich afspeelt rond het jaar dertig in Kapernaüm.
De laptop van Nine de Vries (1979) staat opengeklapt in de woonkamer van haar huis aan de rand van het Friese dorp Herbaijum. Aan de muur boven het bureau hangt een artikel over feesten in de Bijbel. Hier, op deze plek, ploeterde De Vries vier jaar op haar roman ”Machla”, die sinds vorige maand in de boekhandel ligt.
Hoewel, ploeteren is wellicht niet het juiste woord voor het schrijfproces van De Vries. „Van schrijven krijg ik energie. Ik vind het heerlijk om me in een andere wereld onder te dompelen. Dan vergeet ik de tijd. Eens was ik zo geconcentreerd aan het werk dat ik het niet had gemerkt dat mijn man drie uur weg was geweest.”
Tweede prijs
De Vries begon vier jaar geleden met het schrijven van verhalen na een bezoek aan een „bevrijdingsconferentie” van Wilkin van der Kamp. Daar kwam ze tot persoonlijk geloof in de Heere Jezus. „Ik ben christelijk opgevoed, maar ik had nooit begrepen dat genade ook voor mij geldt. Ik dacht dat God niet op mij zat te wachten. Toen ik hoorde dat God ook van mij houdt, bracht dat een grote ommekeer met zich mee.”
Het was het begin van haar interesse voor Jezus. „Ik wilde alles over Hem weten. Wie was Hij? Hoe leefde Hij? Hoe reageerden mensen op Hem?” De schrijfster, lid van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Franeker, las boeken over de tijd waarin de Heere Jezus rondwandelde, luisterde naar preken en Bijbelstudies van Israëlkenner en Bijbelleraar Peter Steffens. En begon met het schrijven van historische verhalen over die tijd.
Nadat ze de tweede prijs won bij een verhalenwedstrijd van het EO-blad Visie benaderde uitgeverij Mozaïek haar met de vraag of ze een roman wilde schrijven. „Een droom kwam uit. Ik dacht heel lang: een boek schrijven, dat kan ik niet. Maar met de hulp van Mozaïek is het toch gelukt.”
Nieuweling
Debuutroman ”Machla” gaat over een jonge vrouw uit Kapernaüm die hard moet werken in de leerlooierij van haar vader. Haar stadsgenoten mijden Machla, vanwege de vreselijke geur die haar altijd omringt. De sfeer in huis is dreigend. Haar vader mishandelt haar regelmatig. Haar moeder is verdwenen, maar Machla weet niet waarom.
Op een dag komt ze in contact met een Samaritaanse soldaat. Met zijn legeronderdeel maakt Samiri regelmatig Kapernaüm onveilig. De soldaten verkrachten en ontvoeren meisjes en verstoren op een brute manier de bruiloft van een vriendin van Machla. Machla en Samiri ontmoeten elkaar regelmatig in het geheim. Langzamerhand slaat de verliefdheid van Machla echter om in angst. Ze durft niet met Samiri te breken, uit vrees dat hij haar doodt.
Ondertussen regelt haar vader een huwelijk voor haar met de gelovige Jood Matitja. De ontmoetingen met Samiri gaan echter door, ook tijdens het huwelijk. Steeds vaker denkt ze aan haar moeder. Dat wordt nog erger als ze een kind verwacht.
Op een dag komt er een nieuweling in Kapernaüm, Jezus van Nazareth. Haar vader en haar man geloven dat hij de Israëlieten zal bevrijden van de Romeinen. Machla gaat de nieuweling echter uit de weg. Ze is bang dat hij haar geheim aan het licht zal brengen. Tijdens een reis naar Jeruzalem besluit ze op zoek te gaan naar haar moeder en komt het verhaal tot een ontknoping.
Jezus komt zijdelings voor in het verhaal. Een bewuste keuze?
„Ik heb Jezus bewust een rol aan de zijlijn gegeven. Zijn leven is zo bekend. Iedere christen kent dat verhaal. Het leek me lastig om daarover een spannend verhaal te schrijven. Mijn boek geeft een kijkje in het leven binnenshuis van een Joodse vrouw. Door de ogen van Machla zie je nieuwe dingen over Jezus’ tijd.”
Welke persoon spreekt u het meeste aan?
„Ik denk Machla. Haar man verandert onder invloed van Jezus, maar zij is afwachtend, ze twijfelt. Dat maakt haar tot een vrouw van vlees en bloed. Genade is niet altijd gemakkelijk. Het is soms een worsteling om met je verleden in het reine te komen.”
Zitten er autobiografische elementen in het verhaal?
„Net als Machla voelde ik me vroeger ook vaak alleen. Gelukkig ben ik nooit mishandeld of misbruikt, maar er was thuis weinig ruimte om te praten over mijn gevoel. Ik wist niet goed hoe ik dat moest doen. Ik lag goed in de klas, had vriendinnetjes, maar mijn zelfbeeld was laag. Met name toen er op mijn zestiende diabetes werd geconstateerd, maakte ik een moeilijke periode door.”
Wat is uw favoriete alinea?
„Het gedeelte waarin Machla door haar man Matitja uit het water wordt gehaald. Dan pakt hij haar arm vast en zegt: „We gaan naar huis.” De kracht van Gods genade komt daarin helder naar voren. Hij geeft om ons, ondanks onze zonden. Dat is ook de boodschap van het verhaal.”
In hoeverre bent u door het schrijven van het boek anders tegen de Heere Jezus aan gaan kijken?
„Ik ben me er nog meer van bewust geworden dat Jezus een Jood is. En dat het Joodse volk Zijn bijzondere eigendom, Zijn oogappel is. Van de vervangingstheologie word ik daarom heel verdrietig. Israël heeft niet afgedaan. Wat zou dat voor ons betekenen, als God Zijn uitverkoren volk aan de kant zou schuiven omdat het niet voldoet? Onze God is een geweldige God Die doet wat Hij belooft en met mensen wil werken die verre van volmaakt zijn.”
Al plannen voor een tweede boek?
„De uitgeverij gaf aan dat ze het mooi vond als ik doorga met schrijven. Ik zit al te broeden op een tweede historische roman. Mogelijk over een van de kinderen van Machla. Ik heb de smaak van het schrijven te pakken.”
Ontmoeting met „de nieuweling”
„Daar is Hadasa! Haar mond valt open: de nieuweling is er wel. Omringd door zijn vaste groep volgelingen zit hij op zijn hurken, met één arm om de kleine Jehoeda geslagen. Hij lacht naar hem en Jehoeda’s ronde gezichtje licht op als hij naar hem opkijkt. Hadasa staat naast de man uit Natsrat, leunt ontspannen tegen zijn bovenbeen. De man kijkt naar zijn leerlingen en zegt iets wat zij niet kan verstaan. Wel ziet ze de verbazing op de gezichten van de mannen.
Ze kijkt naar haar kleine meisje. Wat wonderlijk dat ze zich zo op haar gemak voelt tussen al die onbekende mensen. Ze ziet er niet uit: haar gezichtje en handen zitten onder het zand, haar tuniek is smerig en haar voeten hebben dringend een wasbeurt nodig. Jehoeda oogt niet veel beter; door zijn lichte huid ziet hij er nog vuiler uit. Hij en de nieuweling lijken elkaar al heel lang te kennen en hij geniet zichtbaar van zijn aandacht. De meeste mensen gaan de jongen immers uit de weg. Officieel mag hij niet eens in het huis van samenkomst komen.
Dan kijkt de nieuweling op, recht in Machla’s ogen. Uit verwarring vergeet ze haar ogen neer te slaan. Binnen in haar roert zich iets, maar ze wil dit niet. De kinderen moeten komen, ze moet naar huis. Ze moet weg!”
Nine de Vries
Nine de Vries studeerde journalistiek aan de Christelijke Hogeschool in Ede. Na het behalen van haar diploma ging ze als tekstschrijver aan het werk in Leeuwarden. Ze trouwde, kreeg een dochter en een zoon en pakte haar hobby, creatief schrijven, weer op. Ze deed mee aan schrijfwedstrijden. In 2014 won ze de tweede prijs van een verhalenwedstrijd van EO Visie. Uitgeverij Mozaïek zocht contact met haar, met de Bijbels-historische roman ”Machla” als resultaat.
Boekgegevens
”Machla”, Nine de Vries; uitg. Mozaïek, Zoetermeer, 2016; ISBN 978 90 2399 677 4; € 18,90.