Opinie

Commentaar: De Britse stembusstrijd over Europa zal vooral verdeeldheid brengen

De campagne voor het Britse referendum over het EU-lidmaatschap is toch iets spannender geworden dan premier Cameron misschien had gehoopt. Al weken liggen de voor- en de tegenstanders in de peilingen min of meer gelijk, met een kleine voorsprong voor de pro-EU-kiezers.

Hoofdredactioneel commentaar
9 June 2016 12:06Gewijzigd op 16 November 2020 04:08
Politici in Groot-Brittannië debatteren dag en nacht over de voor- en nadelen van het EU-lidmaatschap. Campagnes voor referenda brengen doorgaans meer verdeeldheid dan eenheid. beeld AFP, Adrian Dennis
Politici in Groot-Brittannië debatteren dag en nacht over de voor- en nadelen van het EU-lidmaatschap. Campagnes voor referenda brengen doorgaans meer verdeeldheid dan eenheid. beeld AFP, Adrian Dennis

Donderdag stond de teller op 45 procent voor ”blijven”, en 43 procent voor ”vertrekken”. Dat maakt de uitslag over twee weken compleet onvoorspelbaar. Het zal vooral van de opkomst afhangen hoe het uitvalt. Een paar plaatselijke regenbuien kunnen bij wijze van spreken beslissend zijn. Hoewel we de laatste jaren ook vaak hebben meegemaakt dat achteraf blijkt dat peilers het verkeerd hadden ingeschat.

De inhoud van de campagne zelf is minder verrassend. Het gaat doorlopend over de vraag hoe een brexit de bevolking in zijn portemonnee zal raken. Het is een puur economisch debat. Zal het ons een onsje kosten, of juist een pondje opleveren?

Het is duidelijk wat de posities zijn: premier Cameron denkt dat lidmaatschap van de EU groot voordeel brengt. De voorstanders van een brexit beweren dat Europa meer kost dan het oplevert. Het is niet verbazend dat beide beweringen met cijfers kunnen worden onderbouwd.

Het is niet verrassend dat het EU-debat in Groot-Brittannië vooral een economisch karakter heeft. Vanaf de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG) in 1973 was duidelijk dat de Britten Europa zien als een interne markt die vooral de vrije handel moet bevorderen. Andere motieven voor de Europese integratie zijn onder de Britten nooit echt in tel geweest. Dat samenwerking in Europa nodig was om nieuwe oorlogen te voorkomen, was een geluid dat veel meer in Duitsland en Frankrijk werd gehoord.

Dat tekent de Britse eilandmentaliteit. Het is een land op zichzelf. In de Tweede Wereldoorlog is het niet bezet geweest, en ook de Franse tijd ging aan de Engelsen en de Schotten voorbij. De Britse volksaard heeft zich zo totaal anders ontwikkeld dan die op het vasteland. De Brit hecht aan zijn onafhankelijkheid.

Premier Cameron verwees in een van de debatten naar zijn verre voorganger de oorlogspremier Churchill. Die heeft gezegd dat „isolationisme” de Brit nooit iets heeft gebracht. Dat mag waar zijn, maar als er iemand was die de nationale trots uitdroeg, was het de patriot Churchill wel. Toen de Europese integratie na de Tweede Wereldoorlog begon, begreep hij heel goed dat Groot-Brittannië daar niet aan kon meedoen.

Cameron heeft dit referendum uitgeschreven om de verdeeldheid in zijn eigen partij te beëindigen. De Conservatieve Partij is vanaf de Britse toetreding in 1973 altijd gespleten gebleven over dit onderwerp. Bij tijden was dit onwerkbaar.

Het is de vraag of een referendum een goed middel is om eenheid te brengen. Het Schotse referendum mag Cameron in 2014 dan hebben gewonnen, toch dreigt de Schotse afscheiding nu meer dan ooit. De strijd om de stembus brengt immers per definitie verdeeldheid. Cameron had er goed aan gedaan zich dat vooraf te bedenken.

Meer over
Commentaar
Brexit

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer