Verdriet en verbolgenheid in gedichten nabestaanden moordslachtoffers
Verdriet, onbegrip, woede. Het klinkt door in een zaterdag gepresenteerde bundel met gedichten van nabestaanden van slachtoffers van moord en doodslag.
Nicky, toen je kwam, huilde jij.
Nu je er niet meer bent, huilen wij.
Oma Luus.
Het korte gedichtje spreekt Jack Keijzer uit Hoogkarspel bijzonder aan. „Kort en krachtig.” Nicky – dat is Nicky Verstappen. De jongen werd in 1998 op 11-jarige leeftijd vermoord, toen hij op vakantiekamp was in het Limburgse dorp Heibloem. Tot een veroordeling van de dader kwam het tot op heden niet. De paar regels van oma Luus over Nicky zijn opgenomen in de bundel ”Lint van Herinnering”.
Jack Keijzer, voorzitter van de Landelijke Organisatie voor Nabestaanden Geweldsslachtoffers, verzamelde gedichten van nabestaanden van slachtoffers van moord en doodslag. Hij maakte er een bundel van. Die geeft hij in eigen beheer uit (lovng.nl).
Troost
In bijzijn van onder anderen Herman Bolhaar, topman bij het openbaar ministerie, werd de dichtbundel zaterdag in het Noord-Hollandse Hauwert gepresenteerd. „Ik hoop dat mensen die dierbaren hebben verloren, troost putten uit de gedichten”, zegt Keijzer.
Zelf verloor hij op Koninginnedag 2007 zijn toen 16-jarige zoon Pascal. De jongen is op weerzinwekkende wijze vermoord door twee mannen; het was een drugsgerelateerd misdrijf.
De boektitel ”Lint van Herinnering” verwijst naar een lint met 450 meter met daarop 250 namen van vermoorde mensen. Keijzer: „Op de jaarlijkse Dag Herdenken Geweldslachtoffers lopen nabestaanden telkens met dat lint door het centrum van een stad. Vorig jaar was dat bijvoorbeeld in Ommen, op 24 september dit jaar vindt die tocht in Alkmaar plaats.”
Vermoorde jongeren
In de dichtbundel staan diverse bijdragen van nabestaanden van vermoorde jongeren.
In 2000 werd de 27-jarige Brenda Searle tijdens een vakantie in Mexico vermoord. „Negen maanden na haar dood konden we pas afscheid van haar nemen. Ze bleek ontvoerd, beroofd en vermoord en zomaar in de jungle te zijn achtergelaten”, schrijft haar moeder Marjo Searle-Van Leeuwen. Een deel van haar gedicht:
Een roeitocht op een donderdag in juli
Roeiend over de Maas bij Cuyk, met vier in een boot
Denk ik over oneindigheid, einde en de dood
En de cirkelloop van het bestaan.
Ik voel me hier dicht bij mijn vermoorde dochter staan.
Peilloos verdriet, woede en frustratie
Zet ik om in inspanning en concentratie:
Kracht op de benen en let op de slag
Met zoveel zon wordt dit een fijne dag
Niet alleen voor mij, voor ons, want kijk
Er lopen wel 40.000 wandelaars op de dijk
Tranen, zweet en een randje van plezier
Vierdaagse lopers daar, en ik op de rivier
Onnodig
Wat treft Jack Keijzer in de gedichten van de nabestaanden? „Ik lees er boosheid en verbolgenheid, maar ook liefde voor dierbaren in terug. Familieleden –dat kunnen bouwvakkers, docenten, werklozen zijn– weten op weergaloze wijze hun emoties te verwoorden.”
Keijzer wijst op het gedicht van de moeder van Lidewij (6) en Pepijn (4). De twee Roosendaalse kinderen werden op 24 februari 2008 omgebracht door hun vader, toen die een weekend oppaste. Hij lag in scheiding met de moeder. Na de moord op zijn kinderen sloeg de vader de hand aan zichzelf.
De moeder van de omgebracht kinderen dicht:
Onnodig
Onnodig geleden,
Onnodig gedood,
Onnodig moeten missen,
Onnodig kind gebleven,
Onnodig er niet meer zijn…
Zo onnodig.
Mama
Rechercheur
In de bundel is ook een gedicht van de weduwe van rechercheur Arie Kranenburg (46) opgenomen. De man werd in 1977 doodgeschoten door terrorist Knut Folkerts van de Duitse Rote Armee Fraktion (RAF). „De dader is inmiddels alweer tientallen jaren vrij. Onverteerbaar. Mijn kinderen lijden er nog steeds onder dat ze hun vader nooit mochten kennen”, schrijft weduwe Joke Kranenburg.
Over haar vermoorde man dicht ze:
Ik mis je
Ik mis je zoals nooit tevoren.
Hoewel, ik miste je altijd,
als ik je niet kon zien of horen,
ik miste je aanwezigheid.
Ook als je niets zei was je er.
En als je sliep was je nog bezig
in mijn nabijheid, niet te ver;
ik kon je zien, je was aanwezig,
Maar nu je weg bent, uit het oog,
uit wat ik ruik, en uit mijn oren,
voel ik mij gaandeweg verloren.
Want het bestaan, als monoloog,
is een ontkleurde regenboog:
een leven zonder toebehoren.
Drama compleet
Nabestaanden van moordslachtoffers hebben in zekere zin een levenslange straf. Familieleden kunnen wegkwijnen van verdriet en er zelfs aan onderdoor gaan. Jack Keijzer weet dat als geen ander. Enkele weken geleden pleegde zijn 22-jarige zoon Remy suïcide. „Het drama in ons gezin is compleet. We hebben nu onze beide zoons verloren. Remy, die tegelzetter was, heeft de gewelddadige dood van zijn broer Pascal in 2007 nooit kunnen verwerken. Zo’n anderhalf jaar geleden openbaarden zich de eerste symptomen van de psychische ziekte van Remy. Hij leed aan psychoses, waanideeën. Hij dacht dat hij de Messias was die de wereld zou gaan verbeteren.”
Was Keijzer onlangs in staat een dichtbundel samen te stellen in tijden van rouw en verdriet om zijn zoon Remy? „Het was erg moeilijk. Maar er was iets wat mij op de been hield. Een dag voordat Remy de hand aan zichzelf sloeg, voerden we een intens gesprek met hem, in bijzijn van de psychiater. Remy wilde heel graag aidskinderen in Zuid-Afrika helpen. Drie jaar geleden zijn Remy en ik in een weeshuis voor aidskindjes in Zuid-Afrika geweest. Die reis maakte diep indruk op hem. Aanvankelijk zou de opbrengst van de dichtbundel bestemd zijn voor een boot- of fietstocht voor nabestaanden van geweldslachtoffers. Maar nu gaat het geld naar dat weeshuis in Zuid-Afrika. Zo hopen we dat die kinderen een beetje gevoel van leven hebben en menswaardig kunnen sterven. En tegelijk is het een eerbetoon aan Remy.”