Argumenten Margaret Thatcher tegen brexit gelden nog steeds
De argumenten van Margaret Thatcher om in 1975 tegen een brexit te stemmen, gelden nog steeds, betoogt dr. Hans Vollaard.
In 1973 werd het Verenigd Koninkrijk met instemming van het Britse parlement lid van de toenmalige Europese Economische Gemeenschap (EEG). Dat gebeurde onder leiding van een conservatieve regering. Labour was toentertijd verdeeld over de aansluiting bij de Europese markt.
Toen Labour in 1974 aan de macht kwam, mocht de bevolking zich in een referendum uitspreken over het EEG-lidmaatschap. Ook al waren er conservatieven die zich verzetten tegen het prijsgeven van soevereiniteit, hun toenmalige leider Margaret Thatcher wenste dat haar land lid zou blijven. In het Lagerhuisdebat van 8 april 1975 zette ze haar pleidooi uiteen.
Het garanderen van vrede en veiligheid vormde haar eerste belangrijke argument. Het was al te gemakkelijk om vrede in West-Europa als vanzelfsprekend te zien. Meer (economisch) samenwerking zou er volgens Thatcher voor zorgen dat vrede en veiligheid ook voor de toekomst gegarandeerd zouden blijven. De Britten zouden zo profiteren van samenwerking, terwijl de eigen natie hun thuis kon blijven.
Thatchers tweede argument betrof de landbouw. Niet alleen was de EEG goeddeels zelfvoorzienend geworden, gezamenlijk hadden de lidstaten ook een grotere onderhandelingsmacht in de wereldwijde landbouwmarkt.
Ook voor handel in het algemeen was het een „heel groot voordeel” voor het Verenigd Koninkrijk om lid te blijven, aldus Thatcher. De Europese interne markt bood makkelijker toegang tot allerlei producten én gezamenlijk optreden maakte het eenvoudiger om toegang te verkrijgen tot andere markten. Daarnaast was de EEG een grote speler in ontwikkelingshulp.
Europese samenwerking gaf het Verenigd Koninkrijk verder een grotere rol in de wereldpolitiek dan het alleen zou hebben. Het Britse Gemenebest stelde steeds minder voor. Bovendien waren de leden van de Gemenebest voor lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk van de EEG.
Tot slot was uittreding „een sprong in het duister”, aldus Thatcher. Het was daarom onduidelijk wat een brexit zou opleveren.
Gezien dit pleidooi is het geen wonder dat een voormalige hooggeplaatste beleidsadviseur van Thatcher stelde dat ze bij het referendum over het Britse EU-lidmaatschap voor ”blijven” zou stemmen, als ze nog had geleefd. Anderen achten het juist onvoorstelbaar dat Thatcher dat zou doen. Het viel haar in de jaren tachtig immers al steeds zwaarder dat verdergaande Europese afspraken om de interne markt vorm te geven de zelfbeschikking van het Britse parlement navenant inperkten.
Juist parlementaire soevereiniteit is een belangrijke reden waarom de eurosceptische vleugel van de Conservatieve Partij nu een brexit bepleit. De vraag is echter of met het versterken van formele macht, het land niet inboet aan feitelijke invloed.
De argumenten die Thatcher in de jaren zeventig gebruikte, gaan bovendien nog steeds op. Nog steeds biedt de EU een platform om met woorden in plaats van geweld onderlinge conflicten en problemen op te lossen. Nog steeds vormt de EU een combinatie van naties die geborgenheid geven en effectieve samenwerking. Want nog steeds is de EU een invloedrijke handelsmacht in de wereld tegenover de VS, China en India. Nog steeds vormt de EU een grote speler in ontwikkelingssamenwerking. Nog steeds biedt de EU, hoe moeizaam soms ook, de mogelijkheid om in internationaal verband krachtiger op te treden dan als land alleen, zoals met sancties tegen Rusland. En opnieuw wensen Gemenebestlanden dat het Verenigd Koninkrijk lid blijft van de EU. En nog steeds is vrij onduidelijk wat het alternatief van EU-lidmaatschap inhoudt.
In 1975 stemde 67,2 procent van de Britse kiezers uiteindelijk voor het EEG-lidmaatschap. Als de Britten zich laten overtuigen door Thatchers argumenten uit 1975, zou er in juni weer een meerderheid voor het Britse EU-lidmaatschap kunnen stemmen.
Ten slotte, evenals in het Verenigd Koninkrijk is ook in Nederland verlies aan nationale soevereiniteit door Europese integratie reden om het einde van het EU-lidmaatschap te bepleiten. Juist daarom zijn de argumenten van een natielievende conservatief als Thatcher het overwegen waard in het debat over een nexit, een Nederlandse uittreding uit de Europese Unie.
De auteur is docent Nederlandse en Europese politiek aan de Universiteit Leiden.