Pakistaanse advocaat stelt leven in de waagschaal voor christenen
DRONTEN. De Pakistaanse advocaat Kashif Alexander verdedigt christenen die terechtstaan op grond van de omstreden blasfemiewetten in zijn land. „Vooral via sociale media wordt er een heksenjacht gemaakt op christenen en zetten moslimradicalen aan tot het vermoorden van degenen die voor hen opkomen.”
De Pakistaanse christenjurist was vorige week in Nederland voor overleg met de Pakistani European Christian Alliance, een organisatie die is opgezet door de vanuit Pakistan gevluchte christen Sylvester Bhatti uit Dronten.
Alexander wil om veiligheidsredenen niet zeggen welke christenen hij momenteel bijstaat in rechtszaken vanwege vermeende blasfemie. De bekende christin Asia Bibi is er niet bij, wil hij wel kwijt. „Haar zaak wordt sterk uitvergroot, overigens zonder dat ze daar zelf debet aan is. Maar er zijn in Pakistan tientallen vergelijkbare gevallen die net zo goed aandacht behoeven.”
Christenen in Pakistan zijn over het algemeen niet gebaat bij media-aandacht, aldus de advocaat. „Dat heeft vooral te maken met de kracht van de sociale media. Zodra in het nieuws komt dat er een christen is aangeklaagd voor blasfemie, wordt dat via Facebook massaal gedeeld door moslimradicalen. Die persoon en zijn familie lopen dan gevaar.”
Wanneer Alexander wordt ingeschakeld, probeert hij allereerst de familieleden van de aangeklaagde in veiligheid te brengen. „Daar is haast bij. Mensen moeten binnen enkele uren vluchten, anders staat er een moordlustige menigte voor de deur.”
Zo mogelijk probeert de jurist contact te krijgen met het politiebureau waar de verdachte wordt vastgehouden. „Wanneer iemand nog niet in staat van beschuldiging is gesteld, heb ik als advocaat nog speelruimte. Het is dan mogelijk om na te gaan wat de omstandigheden waren. In veel gevallen blijkt dan dat er iets anders speelt dan blasfemie, dat er bijvoorbeeld een conflict is over het eigendom van grond. Ik probeer dan de aandacht daarop te richten.”
In veel gevallen is er al wel sprake van een aangifte op het moment dat Alexander ten tonele verschijnt. „De zaak gaat dan naar een lagere rechtbank. In de regel durft die geen uitspraak te doen in blasfemiezaken. Rechters moeten vrezen voor hun leven als ze iemand vrijspreken van blasfemie. Dus schuiven zij de zaak door naar een hogere rechter. Ondertussen blijft de verdachte in de cel, soms jarenlang. Uiteindelijk durft alleen het hooggerechtshof het aan om een uitspraak te doen. Maar die kan ook ongunstig uitvallen. Zo’n persoon kan levenslang krijgen, of zelfs de doodstraf.”
Wanneer een vonnis eenmaal is geveld, ziet het er voor christenen in Pakistan somber uit, aldus Alexander. „Op dat moment helpt alleen stille diplomatie. Veroordeelden komen soms vrij na druk vanuit Europa of de Verenigde Staten. Maar meestal op voorwaarde dat er geen ruchtbaarheid aan wordt gegeven en dat deze mensen asiel krijgen in een westers land.”
Alexander merkt dat er in het Westen soms verwarring heerst over de aard van blasfemiezaken in Pakistan. „Alle veroordelingen komen tot stand op basis van artikel 295 van het wetboek van strafrecht. Dat kent drie categorieën. Categorie A gaat over het beledigen van heiligen, daarop staat een boete. Categorie B over het beledigen van de Koran, daarop staat een levenslange gevangenisstraf. Categorie C betreft het beledigen van de profeet Mohammed. Dat wordt bestraft met de dood.”
Hoewel de Pakistaanse grondwet de vrijheid van godsdienst garandeert, wordt er volgens Alexander door moslims gewerkt aan een wet die afvalligheid van de islam strafbaar stelt. Bovendien worden veel christenen gedwongen zich tot de islam te bekeren. „Meisjes worden ontvoerd en gedwongen tot een islamitisch huwelijk. Mannen wordt het werken onmogelijk gemaakt zolang in hun paspoort staat dat hij christen is. Stel dat je dat administratief laat omzetten in moslim maar in de praktijk christen blijft, dan loop je een nog groter risico. Je wordt dan beschouwd als een afvallige.”
Hoewel aandacht voor individuele gevallen van christenvervolging averechts kan werken, heeft politieke druk op Pakistan volgens Alexander wel degelijk effect. „Neem het vrijhandelsverdrag dat de Europese Unie wil sluiten met Pakistan. Als de EU duidelijk maakt dat eerst een aantal vervolgde christenen moet vrij komen voordat het verdrag kan worden gesloten, denk ik dat de Pakistaanse overheid daarop in zal gaan. Zolang het maar onder de radar blijft, is er speelruimte in Pakistan.”