Hieronymus van Praag: geloofsmartelaar naast Jan Hus
In het voortraject van de Reformatie was er in het Boheems-Moravische land (Tsjechië) een actieve kring van theologisch geschoolden die wij in Nederland vrijwel alleen kennen door de hoofdfiguur: Jan (Johannes) Hus. Diens marteldood in het Zuid-Duitse Konstanz op 6 juli 1415 is vorig jaar uitgebreid herdacht.
Wat minder bekend is, is het verhaal van de man die precies 600 jaar geleden –op 30 mei 1416– in dezelfde stad en op dezelfde plek en om vrijwel dezelfde reden ter dood gebracht werd: Hieronymus van Praag. We halen hem uit de schaduw van Jan Hus, z’n leermeester en vriend, en proberen erachter te komen wie hij was en wat hij leerde.
Hieronymus’ biograaf Ludwig Heller moest in 1835 constateren dat veel primair bronmateriaal over hem verloren was gegaan. Ook vandaag de dag nog moet elke biograaf zijn verhaal soms langs onvermoede wegen vertellen. Het aantal gaten in zo’n verhaal is legio, maar uit de brokstukken kan toch een redelijk beeld worden gevormd van Hieronymus.
Heilige naam
Over gezin waarin Hieronymus (in 1365 of 1370) werd geboren, weten we nauwelijks iets. De naam van Hieronymus’ moeder is onbekend gebleven, de familienaam van vader is vaak verward met die van een adellijke familie Faulfisch in Praag, waar in die tijd ook een Hieronymus was geboren – maar die is nooit in Konstanz geweest.
De ouders van Hieronymus leefden, naar we mogen aannemen, in een redelijke welstand. Ze hadden hun zoon een echt christelijke naam gegeven; Hieronymus betekent namelijk: heilige naam. De toevoeging ”van Praag” heeft hij wellicht in zijn studententijd aangenomen, maar over het waar en wanneer bestaat geen zekerheid.
Hij moet een pientere knul zijn geweest die in Praag de eerste beginselen van een klassieke opleiding ontving. Voor een bij hem passend vervolg was de universiteit het aangewezen adres. Nu had Praag sinds 1348 zijn Karelsuniversiteit, genoemd naar de vorst die hem had opgericht, keizer Karel IV. Deze onderwijsinstelling stond goed aangeschreven; het wemelde er van studenten, onder wie veel Poolse en Duitse bollebozen.
Studiereis
Volgens de gewoonte van die tijd maakten de rijkere studenten een oriëntatie- en studiereis door Europa, waardoor hun blik op kerk en wereld wed verruimd. Zo ook Hieronymus: hij ging naar Oxford. Daar kwam hij onder bekoring van de theologie van de in 1384 overleden John Wyclif. Diens Bijbelse visie op kerk en theologie bezorgde hem later de erenaam ”Morgenster van de Reformatie”. Wat Wyclif zijn studenten had geleerd en in zijn boeken vastgelegd, stuitte bij sommige kerkleiders op sterk verzet. Nog na zijn dood(!) kwam er een ketterproces op gang. Dat had gevolgen voor zowel Jan Hus als Hieronymus van Praag.
Hieronymus bezocht veel steden met universiteiten. Zo liet hij zich zien en horen in Parijs, Keulen en Heidelberg. Maar zijn verblijf daar was meestal van korte duur. Als hij de leerstellingen van Wyclif ter sprake bracht en zijn hoorders ervan wilde overtuigen dat deze Engelse theoloog een voluit Bijbelse leer verkondigde, liep het vaak uit op een felle botsing met theologen die zich sterk verbonden wisten met de rooms-katholieke traditie. Tijdens zijn bezoek aan Polen en Litouwen kwam dat al aan het licht; in Wenen werd Hieronymus zelfs een tijdje gevangengezet op last van keizer Sigismund.
Kregen de opvattingen van Wyclif dan alleen in Praag een warm onthaal? In ieder geval werden de door de leer van Wyclif gekleurde preken van Hus hoog gewaardeerd: hij wist zich geroepen de misstanden in de kerk aan de kaak te stellen – en dat nog wel in de volkstaal.
Eenmaal terug in zijn vaderstad nam Hieronymus onmiddellijk contact op met Jan Hus, die graag wilde dat hij Wyclifs geschriften zou gaan kopiëren. Dit monnikenwerk –men kende nog geen boekdrukkunst– deed Hieronymus graag. En hij wist zich welkom in de kring van aanhangers van Hus. Het enthousiasme aan de Praagse universiteit voor dit werk nam hand over hand toe: nu kreeg men de echte Wyclif onder ogen! En de ontvangst bij de topfiguren aan de universiteit was erg positief: de rector in het academische jaar 1404/05, Stanislaus von Znaim, was nu helemaal gewonnen voor de theologie van Wyclif. Maar er waren in Praag ook verklaarde tegenstanders van deze ontwikkeling. En dat heeft Hieronymus geweten. In 1413 was het gunstige tij gekeerd: koning Wenceslaus ordonneerde dat de (ketterse) leer van Wyclif niet langer aan de universiteit mocht worden verspreid.
Zwak moment
Toen Jan Hus in november 1414 in Konstanz voor het concilie moest verschijnen, reisde Hieronymus hem in allerijl achterna. Zijn bedoeling was zijn vriend zo veel mogelijk te helpen bij de verdediging van zijn leer. Maar ook hij wilde graag een vrijgeleide voor zijn reis naar en verblijf in Konstanz. Er kwam geen bevredigend antwoord, waarop Hieronymus in april 1415 besloot naar Praag terug te keren. Onderweg in Beieren werd hij gevangengenomen en naar Konstanz afgevoerd. Daar onderging Hieronymus een zware tijd: hij werd scherp ondervraagd en moest daarbij meemaken dat Jan Hus uiteindelijk ter dood veroordeeld en verbrand werd.
In deze situatie, die voor Hieronymus ook kon uitlopen op de dood op de brandstapel, kreeg hij een zwak moment: hij liet op 23 september 1415 weten zijn hussitische leerstellingen te willen herroepen. Hij ging hier onderuit, maar wie zal hem dit kwalijk nemen? Helaas, de verwachte invrijheidstelling bleef achterwege. Dat bracht hem ertoe op 26 mei 1416 zijn herroeping publiekelijk in te trekken en voor het concilie te getuigen van de zuiverheid van de leerstellingen van Hus en Wyclif. Tevens gaf hij aan dat zijn veroordeling onrechtmatig was.
Daarmee betrad Hieronymus de weg van de martelaar: hij werd ter dood veroordeeld. Dapper getuigend van zijn geloof –onderweg zong hij de Apostolische Geloofsbelijdenis– liep Hieronymus op 30 mei 1416 naar de executieplaats, waar zijn grote vriend nog geen jaar eerder ook als martelaar was verbrand. De as met de resten van Hieronymus’ lichaam werd uitgestrooid in de Rijn. Paus en kardinalen waren tevreden: ze hadden de grootste ketters van hun tijd het zwijgen opgelegd.
In Praag en veel andere plaatsen in Bohemen was de opgelopen spanning al na de dood van Hus tot uitbarsting gekomen; het sterven van Hieronymus versterkte nog meer de antiroomse en de antikeizerlijke gevoelens. In de 15e eeuw leidden die tot de langdurige en hardvochtige hussietenoorlogen. Helaas heeft een oorlog nog nooit een reformatie voortgebracht. In de 16e eeuw koos een deel van de Boheemse broeders voor de lutherse Reformatie.
Hoofdpunten uit de kerkgeschiedenis van Bohemen-Moravië
Vanaf ongeveer 860 zet de kerstening van Bohemen-Moravië goed door: prins Ratislav vraagt de paus om missionarissen. Het verzoek wordt niet direct ingewilligd. Dan vraagt hij hetzelfde aan de Oost-Romeinse keizer, Michael III, wat een positieve reactie oplevert. Naast theologische belangen speelden ook politieke mee.
Missie door de uit Thessaloniki afkomstige broers Methodius en Cyrillus, ”de apostelen van de Slaven”. Zij stichten een zelfstandige Boheemse kerk met Slavische liturgie die afstand bewaart tot de westerse kerk onder leiding van de paus in Rome.
Na Methodius en Cyrillus neemt de invloed van Rome wel toe, maar er blijft eeuwenlang een groepering (in kerk en staat) die de Slavische identiteit wil behouden.
1302: paus Bonifatius VIII komt met de bul ”Unam Sanctam”: alle christenen, hoog en laag, zijn onderworpen aan de paus van Rome – zo wordt de ”heilige eenheid” bewaard; verzet vanuit onder meer Frankrijk en Engeland, waar men de nationale belangen van de kerk hoog houdt.
1309-1377: Babylonische gevangenschap van de kerk, de paus –die zich in Avignon vestigt– staat onder invloed van Frankrijk.
1378-1417: Westers schisma; grote verdeeldheid in de Rooms-Katholieke Kerk. Soms zijn er twee of drie pausen tegelijk. Jan Hus en Hieronymus van Praag bepleiten grondige hervorming van de kerk: die moet alleen leven bij het Evangelie.
Kernpunten van de opvattingen van John Wyclif
De paus van Rome heeft geen zeggenschap over vorsten en regeringen. Het gezag van de paus is ondergeschikt aan concilies. Het pausdom is de grootste bedreiging voor het ware christendom; de paus is geen plaatsvervanger van Christus, maar de antichrist.
De pauselijke belasting op de nationale kerk wordt afgewezen op grond van de overtuiging dat de kerk als geestelijke instelling geen aardse rijkdommen mag vergaren; de staat (de koning) is gerechtigd om kerkelijke goederen te beheren.
De kerk bestaat uit alle gelovigen die door het offer van de Heiland op Golgotha zijn verlost; gelovigen hebben directe toegang tot God en kunnen dus zelf priester zijn.
De genade kan alleen door God geschonken worden; mensen zijn daarvan geen uitdelers. Aflaathandel, verering van heiligen en beelden zijn verwerpelijk.
De Bijbel is het gezaghebbende openbaringsboek van God; gelovigen kunnen dat zelf begrijpen. Daarvoor moet de Bijbel in de volkstaal worden overgezet – Wyclif heeft daar vanaf 1382 aan gewerkt.
Bij de eucharistie (het avondmaal) vindt er geen materiële verandering (transsubstantiatie) plaats van brood en wijn; er is alleen sprake van geestelijke aanwezigheid van Christus. Later ontwikkelt Zwingli een vergelijkbare avondmaalsleer.