Toren op nieuw station Ede-Wageningen
EDE. Station Ede-Wageningen wordt compleet vernieuwd. Blikvanger van de nieuwbouw is een toren bij de hoofdentree aan de kant van Bennekom.
Tijdens de bouwwerkzaamheden, vanaf eind 2018/begin 2019, blijft het bestaande station volledig in bedrijf. Slechts enkele dagen wordt het treinverkeer stilgelegd. Het nieuwe station wordt eind 2021 geopend, zo is de planning.
Nieuwbouw is volgens coördinerend projectleider Peter van Kleunen dringend gewenst. „Het station kraakt in zijn voegen. In de spits lopen reizigers elkaar nu voor de voeten. De route over het perron naar de entree van het station is onwenselijk lang. Overstappen is soms omslachtig. Er zijn twee busstations, aan iedere zijde van het station één. Rondom het station staan overal fietsen, zowel in de rekken als daarbuiten”, aldus Van Kleunen bij de presentatie van de nieuwbouwplannen donderdagavond.
Ook de voortgaande groei van het aantal reizigers –in de toekomst 28.000 tot 30.000 per dag– maakt nieuwbouw noodzakelijk. Die toename wordt mede veroorzaakt door onderwijsinstellingen als de Christelijke Hogeschool Ede en Wageningen Universiteit. Toekomstige publiekstrekkers in Ede, een Fiets Experience Center en een World Food Center, versterken die reizigersdruk alleen maar.
Na de verbouwing wordt de frequentie van de intercity’s naar Arnhem en Utrecht verhoogd van vier naar zes per uur. Daarnaast rijden tweemaal per uur sprinter-treinen naar de beide provinciehoofdsteden. Ook de Valleilijn (van en naar Amersfoort via Barneveld) maakt gebruik van het station.
Het ontwerp voor de nieuwbouw geeft de verschillende vervoersstromen (bus, trein, taxi, automobilisten, fietsers en voetgangers) hun eigen directe routes. Van Kleunen: „In de spits ervaren reizigers straks een snellere doorstroming en kortere overstaptijden.”
De hoofdentree biedt toegang tot het midden van de perrons. Het bus- en taxiplein komt aan de voorzijde. Een parkeergarage met meerdere lagen omvat 530 P&R-plaatsen; uitbreiding tot 750 is mogelijk.
Er is rekening gehouden met de plek van het station: aan de rand van de Veluwe op de overgang naar de Gelderse Vallei. Het Veluwse landschap was een belangrijke inspiratiebron voor de architectuur van stationskap en toren. Er worden veel natuurlijke materialen benut. Van Kleunen: „De bijna 200 meter lange kapconstructie van hout en glas heeft het karakter van een bladerdak.”