Nu moeten wij nog bezien wat dat Woord, als wij het bewaard zullen hebben, in ons zal werken. Dit leert Christus ons met deze woorden: Die zal de dood niet zien in der eeuwigheid. De dood zien, is zo veel als sterven. Dat zij die Christus’ woord houden en bewaren de dood in der eeuwigheid niet zullen zien, is een zalige overdenking die alle zilver en goud van deze wereld te boven gaat.Het zou ons toch niet troosten wanneer de Heere Jezus ons grote eer en aardse goederen zou beloofd hebben. Dit zou ons aan de ziel niet helpen, want wij moeten alle aardse goederen en alle tijdelijke eer verlaten wanneer wij gaan sterven. Wij nemen niets mee van al die goederen. Niets van dit alles kan ons helpen wanneer wij in de dood geen troost voor onze arme ziel hebben en geen hoop op de zaligheid. De Heere Jezus zegt: Wat zal het een mens baten zo hij zijn ziel verliest?

Christus belooft ons in onze tekst een veel betere schat dan aardse rijkdommen. Hij belooft ons een stad die eeuwig zal blijven wanneer wij Zijn woord bewaren. Men zegt wel als spreekwoord: „Tegen de dood is geen kruid gewassen.” Ja, het is de waarheid. Tegen de dood zijn geen kruiden te koop in een aardse apotheek. Maar in de geestelijke apotheek van de Heere Jezus is een kruidenmedicijn dat ons van de eeuwige dood bevrijdt.

J. G. Pruschenccius, predikant te Rotterdam (Geestelycke Medicyne teghen de Melancolye, 1635)