Tijdens de slotsessie van de top dinsdag liet zowel de Turkse president Recep Tayyip Erdogan als VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon weten „zeer teleurgesteld” te zijn over de afwezigheid van de leiders van de machtigste landen.

De afwezigheid van de landen van de G7 en de leiders van de VN-Veiligheidsraad mag geen excuus zijn voor gebrek aan actie, zei Ban. Het geld dat nodig is voor hulp aan de meest kwetsbaren op aarde –zo’n 130 miljoen slachtoffers van oorlog en natuurrampen– representeert slechts 1 procent van het wereldwijde militaire budget, herhaalde hij.

Ban toonde zich niet optimistisch over een snel einde aan de conflicten in onder meer Syrië, Jemen en Zuid-Sudan, en de daaruit voortvloeiende humanitaire problemen. De VN organiseren elk jaar een donorconferentie, en „landen worden daar moe van”, zei Ban. Hij benadrukte ook dat momenteel 80 procent van het VN-budget voor humanitaire crises gaat naar crises die door mensen zelf zijn veroorzaakt.

Erdogan herhaalde opnieuw het dreigement dat Turkije geen vluchtelingen meer zal terugnemen uit de EU als die haar beloften aan Ankara –zoals het afschaffen van de visumplicht– niet nakomt. Het akkoord met Europa hierover wordt dan mogelijk niet aangenomen in het Turkse parlement.