Ook blijkt dat de ene hogeschool of universiteit veel meer uitkeert dan de andere. Die verschillen bedragen soms honderden euro’s per maand.

Elke hogeschool of universiteit moet financiële ondersteuning bieden aan studenten met een functiebeperking, maar ook aan studenten die in de medezeggenschap zitten of studenten die een bestuursjaar doen. De hoogtes van deze bedragen staan echter niet voorgeschreven in de wet. Sinds de invoering van het leenstelsel is hier veel onduidelijkheid over ontstaan.

Voor de invoering van het leenstelsel was de financiële ondersteuning vaak gebaseerd op de hoogte van de basisbeurs. Sinds deze is afgeschaft lopen de nieuwe bedragen uiteen van 100 euro tot 450 euro per maand.

„Er moet een duidelijke richtlijn komen voor de hoogte van de financiële ondersteuning van studenten, dit mag niet meer per hogeschool of universiteit fors verschillen”, zegt Stefan Wirken, voorzitter van de bond.

Volgens de Vereniging Hogescholen heeft de studentenbond rekenfouten gemaakt en kloppen de beweringen niet. Voorzitter Thom de Graaf „betreurt het dat de studenten van de LSVb hun huiswerk niet goed hebben gedaan.” Volgens hem gingen ze de fout in door bedragen uit jaarverslagen te delen door het totaalaantal studenten. Dat had het aantal studenten moeten zijn dat in aanmerking komt voor ondersteuning. Als de bond met de juiste aantallen had gerekend, zou blijken dat studenten bij hogescholen geen lager bedrag krijgen, stelt De Graaf.