Meeleven met Messiasbelijdende Joden in Israël
Na de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest kwamen –ook– tal van Joden tot bekering. „En de Heere deed dagelijks tot de gemeente, die zalig werden”, vermeldt het boek Handelingen. Zij waren de eerste Messiasbelijdende Joden (MBJ’s), stelt dr. G. J. Mink vast. „Niet veel mensen zullen zich dat realiseren.”
Dr. Mink, predikant van de gereformeerde kerk in Herwijnen, verzorgde opnieuw een brochure in de –altijd weer lezenswaardige– reeks reformatorische stemmen van de Willem de Zwijgerstichting. Deze keer bracht hij de Messiasbelijdende beweging in Israël in kaart. ”Een beknopte verkenning” luidt de ondertitel van zijn boekje, een tikje te bescheiden.
Tot een paar jaar terug wist hij niet veel van de Messiasbelijdende Joden in Israël, zegt de 58-jarige predikant in een toelichting. „Maar in het kader van de permanente educatie voor predikanten binnen de Protestantse Kerk in Nederland ben ik twee jaar geleden met een studiereis naar Israël meegeweest. Ik heb me toen expres ingeschreven voor de subgroep Messiasbelijdende Joden. Als groepje van acht predikanten hadden we als doelstelling contact te leggen met deze MBJ’s. En dan ontdek je al snel de enorme verschillen tussen groepen, qua sfeer, theologische visie, achtergrond. Van kerkverbanden is nauwelijks sprake, het gaat vooral om losse gemeenten.”
Het bleek niet moeilijk tot ontmoetingen te komen. „Ze waardeerden het erg. De MBJ’s vormen toch een groep ‘er tussenin’. Zeker de Joodse orthodoxie is, om zo te zeggen, niet enthousiast over hen; en vanuit de kerk is de verhouding ook vaak een moeizame.”
De studiereis vormde voor dr. Mink een aansporing om zich verder in de Messiasbelijdende beweging te verdiepen. Welke rol speelden de MBJ’s in de loop van de kerkgeschiedenis? Wat is hun plaats in het heilsplan van God? „Een intrigerende vraag vind ik ook: hoever ga je als het gaat om het onopgeefbaar verbonden zijn met Israël, waarover de PKN-kerkorde spreekt? Ik heb dat sterk gevoeld toen we in de orthodoxe hoofdsynagoge in Jeruzalem zaten. Opeens dacht ik: Stel dat Paulus nu binnen zou komen, zijn boodschap zou vertellen en vervolgens uit de synagoge gezet zou worden, wat zou ik dan doen? Op dat moment ervoer ik iets van een innerlijke verscheurdheid.”
Wat zou u gedaan hebben?
„Ik ervoer echt een tweespalt: aan de ene kant gaat het om het getuigenis dat Jezus de Messias is; anderzijds voel je je verbonden met het Joodse volk. Daar kwam nog bij dat een van de Messiasbelijdende voorgangers die we spraken ons vertelde dat er ook in een synagoge soms wel MBJ’s zijn, die daar niet openlijk voor uit durven komen.”
Uw boekje bevat een uitvoerig historisch overzicht. Kunt u wat opvallende zaken noemen?
„In de eerste plaats is het goed ons te realiseren dat het Evangelie na Hemelvaart en Pinksteren is verspreid door Joodse mannen. En de eerste gemeenten waren Messiasbelijdende gemeenten. Natuurlijk, als je dat zo zegt, klinkt het logisch. Maar weinig mensen zullen het zich realiseren.
Twee: na de Constantijnse omwenteling in de vierde eeuw werd een sterk anti-Joodse tendens openbaar. Joden die christen werden moesten bijvoorbeeld alle Joodse gebruiken afzweren. De kerk ging daarin heel ver, te ver. Daar ligt ook een spiegel voor ons.
Een derde opvallend punt vond ik dat veel MBJ-gemeenten in Israël van vrij recente datum zijn. En maar tien procent benadrukt ook echt het Joodse karakter van de gemeente.
Tot slot viel me op dat nogal wat MBJ-gemeenten in verbinding staan met christenen uit de heidenen. Je ziet best wat verbindingslijntjes. Wat mij betreft worden die ook sterker.”
Prof. dr. A. Baars vroeg zich in een bespreking van uw brochure af hoe het toch komt dat de breuk tussen het Judaïsme en het christendom al zo vroeg zo diep ingreep. „Zit dat echt al in het evangelie naar Johannes, dat er wel van wordt beschuldigd ‘antijudaïstisch’ te zijn?”
„Ook wat mij betreft is die beschuldiging veel te zwaar aangezet. Wat je wel moet zeggen is dat Johannes vaak spreekt over „de Joden”, in het algemeen, en mensen hiermee in verkeerde zin aan de haal zijn gegaan. Maar Johannes’ Evangelie antijudaïstisch noemen doet hem zeker geen recht. Hij was zelf een Jood.”
U schat het aantal MBJ-gemeenten en -groepen in Israël op zo’n 150. Anderen houden het op 120.
„Evenzo zie je de schattingen van het aantal Messiasbelijdende Joden variëren van 10.000 tot 15.000. Het is moeilijk cijferen. Sommige MBJ-gemeenten hebben niet eens een ledenlijst, en een aantal gemeenten telt ook Arabische leden. En als je echt volgens de Halacha redeneert, dan is ook niet iedere zichzelf noemende Jood werkelijk een Jood. Yoyakim Figueras van de Messiasbelijdende gemeente in Arad is zelf geen Jood.”
MBJ-gemeenten –zoals tot voor enkele jaren ook in Arad– krijgen nogal eens te maken met verzet, vooral van orthodox-Joodse zijde. Anderzijds constateert u een groeiende acceptatie van MBJ’s.
„Mensen merken dat de MBJ’s solidair zijn met de staat Israël en zich voor de samenleving inzetten, ook diaconaal. Het verschilt ook of je in Jeruzalem woont, met veel orthodoxe Joden, of in steden als Tel Aviv of Haifa, die sterk geseculariseerd zijn. Dan is het al snel net als hier: Als jij je er gelukkig bij voelt, doe het vooral.”
Als het gaat om het handhaven van de Joodse traditie laten de MBJ-gemeenten nogal wat verschillen zien. Hoe kijkt u hier tegenaan?
„Dat vind ik een lastige. Ik vind dit vooral een zaak van henzelf. Als ik het goed zie, willen al deze gemeenten Christus in het middelpunt stellen. De wegen gaan uiteen op het punt van de Joodse traditie. Zelf denk ik wel: als je nu niets meer met het Joods-zijn doet, waarom moet je dan nog een aparte gemeente vormen? Iemand als de Jood David Neuhaus trekt die consequentie ook: hij is priester geworden in een rooms-katholieke parochie in Jeruzalem en noemt zich ‘gewoon’ christen.”
De kerk in Nederland moet naar wegen zoeken om de verbondenheid met MBJ’s in Israël meer gestalte te geven, schrijft u. Hoe zou ze dat moeten doen?
„Als ik naar mijn eigen kerk kijk, zie ik de laatste jaren best mooie dingen gebeuren. In de jaren tachtig deed dr. Geert Cohen Stuart, toenmalig adviseur van de Nederlandse Hervormde Kerk in Jeruzalem, de Messiasbelijdende beweging nog af als nietszeggend. Dat is veranderd. Ik noemde al de permanente educatie. Ook het blad Kerk en Israël krijgt ietsjes meer aandacht voor de MBJ’s. En het CIS in Ede, het Centrum voor Israëlstudies, probeert op evenwichtige wijze gestalte te geven aan deze verbondenheid, heeft inmiddels contacten met alle mogelijke groeperingen.
Hoe dan ook: we moeten de Messiasbelijdende Joden in Israël niet in de kou laten staan, juist niet omdat we dúbbel met hen verbonden zijn.”
Kenmerken Messiasbelijdende gemeenten
De Messiasbelijdende (MBJ-)gemeenten in Israël zijn van uiteenlopende signatuur, constateert dr. G. J. Mink. Sommige hebben een protestants (luthers, gereformeerd, anglicaans) karakter, andere zijn meer charismatisch of meer evangelisch van aard. Ook zijn er MBJ-gemeenten die dichtbij de Joodse tradities leven. Daarnaast zijn er Messiasbelijdende Joden die lid zijn van een christelijke kerk of zelfs van een synagoge. Laatstgenoemden treden liever niet in de openbaarheid.
In zijn brochure noemt dr. Mink enkele algemene kenmerken van MBJ-gemeenten:
alle MBJ besnijden hun jongetjes op de achtste dag;
alle MBJ-gemeenten komen op sabbat bij elkaar;
bijna alle MBJ-gemeenten vieren op een of andere manier de Joodse feestdagen die hun vervulling vinden in Jesjoa’a, Jezus;
de meeste MBJ-gemeenten vieren de christelijke feestdagen niet behalve Russische gemeenten waarvan de leden de christelijke feestdagen al in hun land van herkomst vierden;
de oudere MBJ-gemeenten verjoodsen geleidelijk waarbij liturgische elementen uit de synagoge voorzichtig worden ingevoerd;
de meeste MBJ-gemeenten vieren maandelijks het avondmaal;
ten opzichte van officiële geloofsbelijdenissen stelt men zich voorzichtig op;
de meeste MBJ-gemeenten worden geleid door een raad van oudsten.
Gegevens brochure
Messiasbelijdende Joden in Israël. Een beknopte verkenning; dr. G. J. Mink;
Willem de Zwijgerstichting, Baarn, 2016; ISBN 978-90-72462-59-6, 43 blz., te bestellen via willemdezwijgerstichting.nl; € 4,30 (excl. verzendkosten).
Lees ook:
Mazin: Veel pijn bij Joden door houding christenen, verslag van een bijeenkomst met de Messiasbelijdende voorganger Leon Mazin uit Haifa in Reformatorisch Dagblad (17 maart 2016)
Elke avond bidden voor orthodoxe Joden, verslag van een bijeenkomst met ouderling Yoyakim Figueras uit Arad in Reformatorisch Dagblad (27 januari 2016)
Interesse voor Evangelie in Israël groeit, verslag van een bijeenkomst met ds. David Zadok in Reformatorisch Dagblad (12 oktober 2015)
Leon Mazin: Draag herstel Sion als blijde boodschap uit, verslag in Reformatorisch Dagblad (19 maart 2015)
Uitzien naar de grote golven, interview met ouderling Yoyakim Figueras uit Arad in Reformatorisch Dagblad (2 februari 2015)
Tot zegen voor de volken, interview met de Messiasbelijdende voorganger David Zadok in Reformatorisch Dagblad (18 september 2014)
Predik het Evangelie, ook in Israël, interview met de Messiasbelijdende voorganger Antony Simon in Reformatorisch Dagblad (30 januari 2014)
Messiasbelijdende voorganger Israël ziet groei kerk, interview met de Messiasbelijdende voorganger Evan Thomas in Reformatorisch Dagblad (24 april 2013)
„Messiaans Jodendom van tijdelijke aard”, interview met de Messiasbelijdende voorganger Leon Mazin in Reformatorisch Dagblad (27 maart 2012)