Dreigende wolken boven christelijke kerk in Nepal
VEENENDAAL. Christenen in Nepal bereiden zich voor op moeilijke tijden. De Nepalese kerkleider Tanka Subedi wil zo veel mogelijk doen nu het land nog open is.
Ds. Subedi is deze week op uitnodiging van de GZB (Gereformeerde Zendingsbond) in Nederland. De predikant uit de Nepalese hoofdstad Kathmandu zit in het bestuur van Nepal Christian Society, een koepel van kerken en christelijke organisaties.
Psalm 23
Bij het gastgezin in Veenendaal hangt een Nepalees kunstwerkje met een tekst uit Psalm 23: ”The Lord is my Shepherd”. De Heere is mijn Herder.
Psalm 23 is zijn lievelingspsalm, vertelt ds. Subedi. „God is met me, wat er ook gebeurt. Met Hem kan ik standhouden.”
Op dit moment pakken zich donkere wolken samen, aldus ds. Subedi. Vorig jaar is in Nepal een nieuwe grondwet aangenomen, waardoor het land een seculiere natie bleef. Maar er is wetgeving in de maak waardoor christenen het heel moeilijk gaan krijgen, zegt de predikant.
Het heeft veel met de snelle groei van het christendom in het Aziatische land te maken. Tot 1952 werd er geen andere godsdienst dan het hindoeïsme getolereerd. Nadat het land in dat jaar openging, werd de eerste kerk gesticht. Vanaf 1990 was er vrijheid van godsdienst en groeide het christendom explosief. De cijfers van het aantal christenen variëren van 0,5 miljoen (van de regering) tot 2 miljoen. Subedi houdt het op 1,2 miljoen. Het christendom in Nepal telt allerlei denominaties, van rooms-katholiek tot charismatisch. Veel gemeenten zijn zelfstandig, ook die van ds. Subedi.
Christenen worden al langere tijd in het hele land gediscrimineerd, vertelt de predikant. „Als een hindoe christen wordt, wordt hij uit zijn familie gestoten. Christelijke studenten krijgen geen geld voor hun studie. In de ogen van velen zijn christenen tweederangsburgers. Ze worden ervan verdacht koeien te eten, iets wat heiligschennis is voor hindoes. Natuurlijk is er niets van waar.”
Toch is de kerk snel gegroeid. „Het is Gods werk. Dat kan niemand tegenhouden”, verklaart de predikant. „Veel Nepalezen zoeken God en ze vinden Hem door het geloof in Jezus. Tijdens een open dienst in de bergen vorig jaar werd tegen de bevolking gezegd dat ze geen christen hoefden te zijn om tot Jezus te bidden. Later kwamen niet-christelijke dorpelingen bij de plaatselijke predikant om te vertellen dat ze antwoord hadden gekregen en dat ze christen wilden worden.”
Aardbeving
Tijdens de aardbeving in Nepal in 2015 raakten ongeveer duizend kerken beschadigd. Het grootste deel ervan, circa 850 gebouwen, is nog niet opgeknapt, omdat het geld ontbreekt. Het is verboden voor het herstel van de kerken fondsen in het buitenland te werven, zegt ds. Subedi. De meeste gemeenten zijn te arm om de restauratie zelf te kunnen betalen.
Dat probleem is echter maar klein vergeleken bij de dreiging die er uitgaat van nieuwe wetgeving. In het Wetboek van Strafrecht wordt mogelijk een strafbepaling opgenomen om zending tegen te gaan. „Het ziet ernaar uit dat het verboden wordt om zending te bedrijven en dus ook om over te gaan tot een ander geloof. Daarop komt een gevangenisstraf van maximaal vijf jaar te staan, en dat geldt ook voor buitenlandse zendingsorganisaties. Naar verwachting wordt aan het einde van dit jaar een beslissing genomen over de invoering van de wet. Het duurt dan nog een jaar voor de wet in werking treedt.”
Het ontmoedigt hem niet. De medeoprichter van de Nepal Christian Society heeft allerlei internationale contacten, die hij op de hoogte houdt van de situatie in zijn land. Daarnaast is hij actief om de christelijke kerk in zijn land toe te rusten. „We willen de Bijbel in elk huis in Nepal brengen. We houden bijeenkomsten om kerkleiders te trainen en we willen zo veel mogelijk nieuwe gemeenten stichten voor de wet wordt ingevoerd.”