Ook hoogbegaafd kind moet blij uit school komen
Hoewel er steeds meer aandacht voor het hoogbegaafde kind komt, zijn er nog veel stappen te zetten om hoogbegaafde kinderen binnen het reformatorisch onderwijs op een betere manier te begeleiden, betoogt Gerdien Rouwendal.
Stel dat je een peuter die net kan lopen, dwingt om te kruipen. Dan wordt het kind boos en mogelijk zelfs agressief. Zo gaat het ook vaak met hoogbegaafde kinderen op school. Ze kunnen veel meer dan ze in de klas krijgen aangeboden, maar ze worden teruggeduwd naar een lager niveau.
Dit kan verstrekkende gevolgen hebben. Sommige hoogbegaafde kinderen reageren door heel druk te worden. Hun gedrag lijkt op ADHD. Anderen trekken zich terug in hun eigen wereld. Ze gaan autisform gedrag vertonen. Ze voelen dat de leerkracht hen niet begrijpt, daarom zoeken ze geen contact meer met de leerkracht.
Het contact met klasgenoten kan ook moeizaam verlopen. De spelwereld van hoogbegaafde kinderen is anders. Ze bedenken andere, ingewikkelde spelregels die klasgenoten niet begrijpen. Bijvoorbeeld: het spel ”politie en boefje” wordt ”rechter en advocaatje”.
Omdat de leerstof niet bij hen past, vluchten ze in hun eigen wereld. Bijvoorbeeld een droomwereld waarin ze allerlei dingen uitdenken; ze tellen de stenen in het klaslokaal, of ze zien allerlei figuren in de stenen. Wat tot gevolg kan hebben dat ze lesstof missen en er hiaten ontstaan in hun kennis.
Het kan gebeuren dat een kind niet meer naar school wil. Het kind kan depressief worden. Of erger: het wil niet meer verder leven. Het voelt dat het niet wordt gezien als wie hij of zij werkelijk is.
Helaas komt het regelmatig voor dat deze kinderen ook in de hulpverlening niet worden begrepen en een foute diagnose krijgen: ADHD of autisme. Daarmee zeg ik niet dat een hoogbegaafd kind geen autisme of ADHD kan hebben, maar er moet verder gekeken worden.
Wat als er wel rekening wordt gehouden met de hoogbegaafdheid van een kind? Wanneer het kind uitgedaagd wordt op zijn of haar niveau, kan het gebeuren dat het drukke gedrag vermindert, hoewel hoogbegaafde kinderen vaak veel energie hebben. Regelmatig zie je ook dat autisform gedrag vermindert. Een kind kijkt eerst volwassenen niet aan, zoekt geen contact met ze en geeft zo kort mogelijke antwoorden. Als het wordt uitgedaagd op zijn niveau in een groep met ontwikkelingsgelijken, verandert dat. Het kind kijkt volwassenen weer aan, zoekt contact met ze en kan een gesprek op gang houden.
Voor deze kinderen is het belangrijk dat ze de gelegenheid krijgen om te gaan met kinderen van wie de ontwikkeling gelijk oploopt. Ze hoeven dan niet steeds de moeite te doen om zich aan te passen aan kinderen die zich op een ander ontwikkelingsniveau bevinden. Leren aanpassen is nodig, maar altijd aanpassen is geen optie.
Verder zie je dat faalangst vermindert als er rekening gehouden wordt met hoogbegaafdheid. Deze kinderen moeten gaan ervaren dat leren proberen is en dat niet alles in één keer goed hoeft. Hoogbegaafde kinderen zijn het gewend dat ze nieuwe opdrachten doorgaans in één keer kunnen. Dat kan tot gevolg hebben dat ze bij een nieuwe opdracht die er ingewikkeld uitziet, afhaken omdat ze denken het niet in één keer te kunnen. Als ze in een veilige omgeving uitgedaagd worden om het toch te proberen, leren ze risico’s te nemen, ook al lukt het misschien niet in één keer. Daardoor krijgen ze zelfvertrouwen om toch op nieuwe situaties, nieuwe lesstof of wat dan ook af te stappen.
Hoe kun je ervoor zorgen dat een hoogbegaafd kind blij uit school komt? Dat is te bereiken door in de klas de lesstof compacter aan te bieden en te verrijken. Het verrijken kan ook buiten de klas plaats vinden door middel van plusgroepen. Daarbij kan er samengewerkt worden met andere scholen in de omgeving, waardoor er een volwaardige groep kan ontstaan en de kinderen meer mogelijkheden krijgen om met ontwikkelingsgelijken om te gaan.
Voor sommige kinderen zal dit niet voldoende zijn, onder andere door de psychische problemen die zij hebben ontwikkeld. Dan is reformatorisch voltijds hoogbegaafdenonderwijs noodzakelijk om deze kinderen werkelijk te kunnen bieden wat ze nodig hebben.
De auteur is moeder van hoogbegaafde kinderen en leerkracht van de plusklas van Educatis in Amersfoort. Dit artikel is gebaseerd op een lezing die ze donderdag hield op de beleidsdag hoogbegaafd van Berséba, samenwerkingsverband voor passend onderwijs van reformatorische scholen.