In heel 2015 werd nog een aanzienlijk lagere productie gedraaid, vooral als gevolg van storingen en groot onderhoud op een aantal productielocaties. De jaaromzet daalde toen met 13 procent naar 42 miljard euro.

De Nederlandse chemie kampt naar eigen zeggen met ongelijkwaardige concurrentie van buiten Europa. Inspelend op goedkopere energie en grondstoffen, investeren multinationale chemiebedrijven vooral in de Verenigde Staten, het Midden-Oosten en in de groeimarkten van Azië. Dat de stemming in de sector nu weer positiever is, komt volgens VNCI door verbeterde marktomstandigheden.

Het uitblijven van groeigerichte investeringen vormt nog wel een punt van zorg. Ook binnen Europa lijkt het Nederlandse investeringsklimaat voor nieuwe technologieën en activiteiten minder aantrekkingskracht uit te oefenen dan dat van andere lidstaten, constateert VNCI. Daarom pleit de ondernemersvereniging bij de overheid voor krediet- en investeringsgaranties, die de Nederlandse chemie verder op weg kunnen helpen en de aanwezige kennis en werkgelegenheid hier kunnen behouden.

De VNCI stelt vertrouwen te houden „in een duurzame toekomst voor de chemiesector”. De organisatie benadrukt daarbij dat de kansen voor de chemische industrie vooral liggen in de rol die zij kan spelen om de samenleving met allerlei slimme producten en zuinige productieprocessen te verduurzamen.