De stad Den Haag is de eerste gemeente die zo’n duizend laadpunten heeft aangesloten op het systeem van initiatiefnemers Gertjan Geurts en Gerwin Hop. Binnen enkele maanden willen ook steden als Rotterdam, Amsterdam en Utrecht hun laadpalen op de app aansluiten. Zowel publieke palen als privé-laadpalen zijn via de app te zien.

Omdat er steeds meer elektrisch auto’s rijden, is er meer vraag naar laadpunten. Er worden wel palen bijgeplaatst, maar dat kan niet onbeperkt. Bovendien staan auto’s nu vaak uren achter elkaar te laden, terwijl dat helemaal niet nodig is. Een paar uurtjes opladen kan voldoende zijn. Via de social charging-app kun je zien wie er staat op te laden en vragen wanneer hij of zij weer weggaat of dat diegene de auto even wil loskoppelen. Dit kan naar keuze ook anoniem.

„Elektrische rijders zijn nu tijdens het opladen op afstand bereikbaar voor rijders die later ook willen laden. Elektrische rijders hebben zo meer zekerheid over oplaadmogelijkheden, laadpalen worden beter benut, de kosten voor investeerders als gemeenten kunnen omlaag en er zijn relatief minder parkeerplaatsen voor elektrische auto’s nodig”, somt Geurts de voordelen op.

Netbeheerder Stedin uit Rotterdam is partner in het initiatief. „Slimme oplossingen zijn de komende jaren nodig om voldoende capaciteit op onze energienetten te houden en vraag en aanbod van stroom op elkaar af te kunnen stemmen. Een app als social charging helpt om inzicht te krijgen in het laadgedrag van Nederlanders en dus hoe onze netten worden gebruikt”, aldus Marko Kruithof, manager duurzaamheid Stedin.