De werkvoorraad in de bouw ligt op het hoogste niveau sinds het begin van de crisis in 2008, aldus het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) dinsdag. Tot 2020 komen er naar verwachting zo’n 70.000 nieuwe arbeidsplaatsen bij in Nederland.

De opleving van de bouw is „absoluut goed nieuws”, reageert Ton Gorter, opleidingsmanager bouwkunde van het Hoornbeeck College in Amersfoort. „Deze trend is de afgelopen anderhalf jaar al zichtbaar.” Het imago van de bouw verbetert hierdoor, terwijl er meer werk voorhanden is.

Veel signalen wijzen er volgens Gorter op dat de crisis groten­deels achter de rug is. „We hebben de indruk dat de economische ontwikkeling doorzet, hoewel er mondiaal en landelijk nog veel onzekere factoren zijn.” Hij wijst op Griekenland, de vluchtelingenproblematiek en het monetaire beleid van de ECB.

De reformatorische mbo-opleiding heeft de afgelopen jaren slechts zijdelings te kampen gehad met de crisis in de bouw. De beroepsbegeleidende leerweg (bbl) voor timmermannen en metselaars telt normaal gesproken zo’n veertig instromende studenten. Tijdens de bouwcrisis schommelde dit aantal rond de dertig. „Op dit moment zijn we terug op het oude niveau, terwijl we het komende cursusjaar een groei naar zo’n vijftig studenten verwachten.”

Bij de beroepsopleidende leerweg (bol) ziet hij een vergelijkbare trend. „In de bol-opleiding niveau 4, de oude mts, hebben we studenten altijd aan een stageplek kunnen helpen, maar het kostte tijdens de crisis aanmerkelijk meer moeite. Nu kloppen bedrijven bij ons aan: Hebben jullie nog studenten voor stageplaatsen?”

Gerard Middelkoop, team­manager techniek op het Van Lodenstein College in Hoevelaken, is iets voorzichtiger. „De opleving in de bouwsector vertaalt zich pas over enkele jaren”, schat de vmbo-teammanager in. „Als dit nieuws goed tussen de oren van ouders en jongeren zit, kiezen meer techniekleerlingen voor de bouw.”

De slechte jaren in de bouw zorgden in Hoevelaken niet voor een forse dip. „We kregen alleen in 2009 met een kleine daling te maken. Toen hadden we twintig bouw­leerlingen minder. Sinds die tijd zaten we steeds op het gebruikelijke niveau. Dit jaar hebben we in totaal ruim honderd bouwleerlingen.”

Het aantal is te danken aan de positieve insteek van de school en aan de inzet van de bouw­sector zelf, zegt Middelkoop. „Het Van Lodenstein College heeft altijd een positief geluid laten horen. De crisis kan namelijk voorbij zijn als leerlingen hun diploma halen. Verder stimuleert de bouwsector de instroom van jonge bouwvakkers via zogeheten samenwerkingsverbanden van aannemers. Deze samenwerkingsverbanden bieden schoolverlaters een werkplek. Al onze leerlingen konden daar de afgelopen jaren terecht. Vanuit een samen­werkingsverband stroomden ze door naar allerlei bedrijven.”

Nederland kampt landelijk met een groot tekort aan leerlingen techniek. Veel scholen in het voorgezet onderwijs hebben daarom hun opleidingen elektro, bouw, metaal en installatietechniek samengevoegd en gecombineerd aangeboden, waarbij de studenten van alles iets kregen.

Opleidingen voor werk met vieze handen zijn enige tijd uit de gratie geweest. Refoscholen vormen hier een positieve uitzondering op, signaleert opleiding­manager Gorter van het Hoornbeeck. „Alle refoscholen zijn tijdens de crisisjaren hun verschillende opleidingen techniek afzonderlijk blijven aanbieden.” Gorter vindt het „lastig” een verklaring te geven voor de positieve aandacht voor techniek. „De refo-kring waardeert de technicus, de timmerman, de metselaar.”

Het aantrekken van de leerlingenaantallen voor techniek in het refo-onderwijs is een belangrijke ontwikkeling. „Het is veel efficiënter om les te geven aan een klas van 25 studenten dan aan groepje van 18. Wij zijn blij dat de opleidingen weer vollopen.”