Commentaar: Herdenking op 4 mei blijft absoluut noodzakelijk
Ineens was het er op Twitter. De hashtag –het trefwoord of begrip met dat kenmerkende hekje ervoor– #Geen4meivoormij. Een initiatief van onder anderen Christa Noëlla. Zij schreef op haar Facebookpagina dat voor haar de herdenking op 4 mei geen zin heeft „wanneer we het opkomende fascisme en moslimhaat in Nederland gewoon zijn gang laten gaan. Dit jaar heb ik besloten om er niet meer aan mee te doen.”
En Christa is de enige niet. Anderen steunen haar initiatief en op Facebook krijgt haar actie veel bijval. Nederland moet ophouden alleen maar de blanke geschiedenis te herdenken, heet het daar.
Actie geeft reactie. En dus is er inmiddels ook de hashtag #Wel4meivoormij op Twitter en krijgt Christa op Facebook een lading kritiek over haar heen. Zelfs doodsbedreigingen ontbreken niet en de mildste tegenstanders raden haar aan snel Nederland te verlaten. Ze is een verraadster en verraders moeten we uitbannen.
Voor alle duidelijkheid: haar actie tegen het herdenken op 4 mei is fout en laat duidelijk zien wat er gebeurt als mensen geen weet meer hebben van de héle geschiedenis. Maar iemand die dit vindt een verraadster noemen die verbannen moet worden, is niet de manier waarop je met elkaar de discussie voert.
Veel beter is het om met de initiatiefnemers van deze actie het gesprek op grond van argumenten aan te gaan. En de argumenten zijn niet moeilijk te vinden. Sinds wanneer worden herdenkingen tegen elkaar uitgespeeld? Waarom zouden we op 4 mei niet al diegenen herdenken die in de Tweede Wereldoorlog en daarna hun leven hebben gegeven voor de vrijheid, terwijl we daarnaast óók bezien in welk opzicht de actievoerders een punt hebben? Want hoe zit het met de moslimhaat in Nederland? En wat bedoelen de actievoerders eigenlijk precies met die ”blanke geschiedenis”?
Een actie als #Geen4meivoormij kan alleen maar gevoerd worden in een land waar vrijheid is. Alleen daarom al zouden ook de actievoerders achter #Geen4meivoormij op 4 mei wél moeten herdenken en op 5 mei de Bevrijding moeten vieren. Omdat ook zij hun vrijheid te danken hebben aan al die mensen die het leven lieten in de strijd tegen fascisme en onderdrukking.
Wél herdenken, wél vieren. Wél kennisnemen van de vernietiging van miljoenen Joden in de concentratiekampen. Wél de namen spellen die voor altijd doortrokken zullen zijn van de geur van de dood: Auschwitz, Treblinka, Sobibor, Dachau. Wél de vlag halfstok hangen, vanavond. Wél twee minuten zwijgen en in de stilte de geschiedenis laten spreken.
Wél luisteren naar de verhalen van toen. Vragen hoe het was, wat er gebeurde, hoe het voelde. Dóórvragen, dat ook. Omdat we bij het herdenken de geschiedenis in de ogen kijken en niet weglopen voor de waarheid. Ook niet voor de pijnlijke waarheid dat niet alle Nederlanders goed en dapper waren destijds.
Wie woensdagavond niet herdenkt, heeft donderdag niets te vieren. Wie woensdagavond niet luistert naar de stem van de geschiedenis, verliest donderdag alle recht van spreken over de toekomst.