De populist waarschuwt nog één keer
Laat het vaderland blij zijn dat de populist de vijand ziet. Die heeft als geen ander in de gaten welke krachten zich tegen het oude en vertrouwde samenballen. Maar helaas, de zittende macht luistert niet.
Zelden was er in Europa zo veel ruimte voor populisten. De ‘ontzuilde’ zwevende kiezer nodigt telkens nieuwe buitenstaanders uit om op de deur van de elite te bonzen. En de media houden van dat bonzen – dat is weer eens wat anders.
Om een machtsbolwerk van buitenaf te veroveren, moet je een afwijkende stijl hebben. Als je net zo’n saaie piet bent als de rest, trek je geen aandacht. Het populisme is dus meer een persoonlijke stijl dan een inhoudelijk programma. Medewerkers en opvolgers zijn soms heel alledaagse mensen.
Aanklagen, dat wil de populist. Hij stelt de zittende macht schuldig aan de uitverkoop van nationale identiteit. De zakkenvullers verkopen de eerstgeboorterechten van het vaderland voor een schotel Europese linzenmoes. Ze leveren de joods-christelijke cultuur uit aan de islam.
Niet zelden stellen populisten zich achter traditionele normen en waarden. Iedereen die altijd al iets had tegen de elite, krijgt nu het gevoel dat er eindelijk iemand is die zijn diepste gedachten verwoordt.
Een populist is dus een buitenstaander. Iemand met schone handen. Of een binnenstaander die speelt voor buitenstaander. Soms tref je regeringsleiders die vrijwel los van hun partij regeren en een soort permanente campagne voeren. Voorbeelden zijn de Italiaanse premier Berlusconi en de Duitse bondskanselier Schröder.
Angst
Overal in Europa verrijzen partijen die de zittende macht uitdagen. Twee factoren geven ze de wind in de rug: de vluchtelingencrisis en de Europese integratie. Beide ontwikkelingen, die op zichzelf weer uitingsvormen zijn van globalisering, bedreigen het oude vertrouwde en geven angst voor de toekomst. Kosmopolitisme versus kleinburgerlijkheid, en op dat laatste parasiteert de populist.
In Frankrijk is al sinds jaar en dag het Front National actief, een extreemrechtse beweging onder leiding van de familie Le Pen. In Duitsland startte Alternative für Deutschland (AfD) in 2013 als een professorenpartij die de euro onder kritiek stelde, maar ontwikkelde zich van lieverlee naar een beweging tegen buitenlanders.
In Groot-Brittannië probeert de United Kingdom Independence Party (UKIP) al jarenlang voet aan de grond te krijgen. Bij het referendum over het Britse EU-lidmaatschap op 23 juni zal blijken of zij het volk goed aanvoelt.
De populist is niet alleen provocateur. Hij is ook de ultieme democraat. Hij is onfeilbaar in het kennen van de wil van het volk – en hij alleen. En de andere politici? Ach, die verraden de kleine man.
Aan deze productie werkten ook mee: Richard Donk, Kees de Groot en Mark Wallet.
Cowboys
Europa kreunt steeds meer onder de cowboys in de politiek. Het populisme is in opmars. De dames en heren populisten variëren qua politieke kleur van links tot rechts, maar één ding hebben gemeen: ze schoppen graag en hard tegen de gevestigde orde aan. En alleen zij kunnen het land redden.
De grachtengordelelite levert Nederland uit aan de islam, stelt PVV-leider Wilders in steeds schrillere bewoordingen. De Binnenhofbewoner pur sang presenteert zichzelf in Den Haag als de buitenstaander die de joods-christelijke cultuur verdedigt.
Wilders’ ongepolijste optreden maakt hem lastig grijpbaar voor politieke tegenstanders. Conservatief is hij niet, op ethisch terrein eerder progressief. Zijn ideologische profiel hangt vooral af van wat de meerderheid van het volk vindt. Is die links op sociaaleconomisch vlak? Wilders ook. Is die rechts op veiligheidsgebied? Wilders eveneens.
Viktor Orban is zeker een man van conservatieve waarden. Hij houdt van het Hongaarse verleden (zowel het heidense als het christelijke tijdperk) en verheerlijkt dat zelfs een beetje. De vijand aan de poort is de vluchteling, die hij met een hek tegenhoudt. Die bedreigt de christelijke traditie. Maar hij beseft heel goed dat het Hongaarse volk diep verdeeld is. In Brussel vinden velen hem een vreselijke man, want hij stelt zijn eigen land boven Europa. Of je Orban een populist noemt, hangt daarom ook een beetje van jezelf af.
Voor Marine Le Pen van het Franse Front National is populisme geen vies woord. In een poging af te komen van het etiket ”extreemrechts”, zei ze in een interview in 2013 de kwalificatie ”nationaal-populistisch” wel te willen omarmen. Ze legde uit die term te willen gebruiken voor alle Europese bewegingen die tegen de Europese Unie gekant zijn vanuit de strijd voor het behoud van de eigen identiteit. Het Front National van Le Pen en de PVV van Wilders zijn geestverwante partijen en werken op Europees niveau met elkaar samen.
De leider van de Britse anti-Europapartij UKIP is de perfecte nar. Nigel Farage bespot de regering en waarschuwt voor al het slechte uit de EU. UKIP kreeg bij de parlementsverkiezingen 12 procent van de stemmen, maar door het Britse kiesstelsel kreeg ze slechts één zetel. De kracht van UKIP ligt in het Europees Parlement, waar ze maar liefst 22 zetels bezet. Farage zal de eerste zijn die de humor daarvan inziet. Ethisch zit UKIP aan de conservatieve kant. Het is de enige Britse partij die vasthoudt aan het klassieke huwelijk.
De Griekse premier Alexander Tsipras vertoont duidelijke kenmerken van een populist, maar dan van de linkse soort. Hij rekende af met de decennialange overheersing van de gevestigde politieke partijen. Die beschuldigde hij van de uitverkoop van Griekenland aan de internationale schuldeisers.
Ondanks dat de economie er niet beter op werd, wist Tsipras tweemaal de verkiezingen te winnen. Door met een volstrekt eigen aanpak te komen, die dwars tegen de ideeën van de heersende elite inging. De kloof tussen volk en gevestigde orde sterk benadrukken, is vooral zijn tactiek.
Over Bart de Wever van de Vlaams-nationalistische partij N-VA zijn de meningen sterk verdeeld. Toen De Wever vorig jaar in Gent pleitte voor aanpassing van de Conventie van Genève verweten criticasters hem bijvoorbeeld populistische retoriek. Maar, wierpen anderen tegen, die conventie was toch geen typisch ‘volks’ thema? Schrijver Tom Naegels noemde hem ooit postpopulistisch: „Hij is de wraak van de elite: een goedgebekte man, non-conformistisch maar niet tegen het establishment, met een stijl die tegelijk volks en intellectueel is.”