„O God, geef de koning Uw 
rechten, en Uw gerechtigheid 
de zoon des konings.”

Voor ons, ook als christenen, is het van belang met de natuur en de richting van het staatsrecht van nu bekend te zijn. Echter één ding –ik weet en belijd het– is nodig. Eén ding is nodig voor ons allen: niet als staatslieden of geleerden, maar als zondaars, als wij wensen zalig te worden. Eén weg, één waarheid is er.

Ik vind de rust en de vrede van mijn ziel in de eenvoudige en kinderlijke aanneming van de blijde boodschap dat er in het schuldvoldoenend offer van de Zaligmaker, uit vrije genade, volkomen vergeving en zaligheid is voor eenieder die gelooft. Deze belijdenis verlang ik voorop te stellen, omdat ik op geen enkele wijze de smaad van deze belijdenis zou willen ontgaan. (…)

Ik wens te herhalen dat ik door de beginselen de waarheden bedoel die in de Heilige Schriften opgetekend en door de Heilige Geest in het hart van de meest eenvoudige christen ingeprent zijn.

Maar onze taak is niet afgedaan met het onbewimpeld uitkomen voor ons gevoelen. Vasthouden aan de waarheid eist evenzeer vasthouden aan de plichten die ons door ieders bijzondere positie en betrekking zijn opgelegd.

Mr. G. Groen van Prinsterer,
Tweede Kamerlid te Den Haag

(”Ongeloof en revolutie”, 1847)