„Natuurbeheer als grond voor subsidie”
De mate waarin boeren zorgen voor natuur en landschap zal in de toekomst een belangrijke grond zijn waarop Europese landbouwsubsidies worden verstrekt.
Deze voorspelling deed minister Veerman van Landbouw maandag op een bijeenkomst over de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), het stelsel dat de belangrijke natuurgebieden met elkaar verbindt.
Volgens Veerman staan de financiële afspraken die de Europese lidstaten in juni 2003 hebben gemaakt voor de landbouw, tot 2013 vast. „Daarna is alles onzeker.” Volgens de bewindsman zullen andere kosten op het gebied van onder meer de zorg de huidige landbouwsubsidies steeds meer ter discussie stellen.
De EHS staat klaar voor de tweede helft. Nadat het beleid begin jaren negentig ontwikkeld werd, hebben overheid en grondbezitters nog veertien jaar de tijd om de nieuwe natuurgebieden in 2018 volgens plan af te ronden.
Boeren en andere grondbezitters in het buitengebied spelen een belangrijke rol in het doen slagen ervan. Het kabinet wil minder grond aankopen voor nieuwe natuurgebieden en meer overlaten aan particulier en agrarisch natuurbeheer. Om dat beheer aantrekkelijker te maken zegde minister Veerman maandag bij de presentatie van het boek ”De ecologische hoofdstructuur in beeld: vitaal en bindend” toe de spelregels hiervoor te willen „stroomlijnen” en vereenvoudigen.
Ook de manier waarop nieuwe plannen voor de EHS beoordeeld worden, zal veranderen, aldus minister Dekker van Ruimtelijke Ordening. Vooruitlopend op de Nota Ruimte, die eind april in de ministerraad ter tafel komt, stelde zij dat voor die nieuwe natuur straks een „saldobenadering” zal gelden. Dit moet ervoor zorgen dat een plan voor bijvoorbeeld de uitbreiding van een camping niet tegengehouden wordt door een nabijgelegen natuurgebied, als dat plan „per saldo leidt tot een verbetering van de EHS.” Ideeën en plannen moeten wat de minister betreft niet apart van elkaar behandeld worden, maar samengevoegd tot een „gebiedsgerichte” aanpak.