Kerk & religie

Joodse hoogleraar Zvi Eyal ziet nergens een Emile Zola

Hij wist met zijn broer uit Kamp Westerbork te ontsnappen, één dag voordat zijn deportatie naar Theresienstadt gepland stond. Drie Neder­landse families hielpen hem de Tweede Wereldoorlog te overleven. Prof. dr. Zvi Eyal vertrok naar Palestina en maakte daar de oprichting van de staat Israël mee. „Nu zijn wij nazi’s en bezetters, zeggen jullie.”

Reinald Molenaar

22 April 2016 20:35Gewijzigd op 16 November 2020 03:06
Zvi Eyal. beeld RD, Henk Visscher
Zvi Eyal. beeld RD, Henk Visscher

Hij heeft op 13 april net een les verzorgd voor twee tweede klassen op de Jacobus Fruytier scholen­gemeenschap in Apeldoorn, maar even pauzeren wil hij niet. „Dan dut ik in.” De Joodse Zvi Eyal –kort van stuk, helderblauwe ogen– is negentig jaar oud.

Eyal groeide als Harry Klafter op in Utrecht en beleefde tot zijn veertiende jaar een gelukkige jeugd. „Tot ik, het was in mei 1940, op school een briefje op mijn tafel vond: „Jij bent een vuile rotjood!” Ik zat in de tweede klas van de hbs en besefte dat er iets mis was. Mijn vader en oudere broer, allebei al ruim voor de oorlog actief in de zionistische beweging, hadden veel beter door wat er gaande was.”

Bij het uitbreken van de oorlog probeerde de familie Klafter via IJmuiden naar Engeland te vluchten, maar dat bleek een onbegaanbare route. Later viel zij in handen van een oplichter die hen onder het mom van een vlucht naar Zweden overleverde aan de Gestapo, de Duitse geheime politie. Zijn vader kwam in de gevangenis te Utrecht terecht, Harry werd na enkele maanden met zijn moeder naar Kamp Wester­bork afgevoerd, waar later ook zijn broer Freddy gevangen werd gezet. Van daaruit wisten de broers samen te ontsnappen.

Moeder Klafter overleefde het concentratie­kamp Theresienstadt, vader werd vermoord in Auschwitz. Harry vertrok al snel na de oorlog naar Palestina, waar hij in 1949 trouwde met de van oorsprong Oekraïens-Joodse Cheftsie. Hij besloot een naam aan te nemen die paste bij de pas opgerichte Joodse natie: Zvi Eyal. Zvi was al een van zijn voornamen en Eyal, dat kracht betekent, vonden zijn vrouw en hij „gewoon mooi. We zagen vanuit de trein van Tel Aviv naar Haifa een kibboets die zo heette, en toen wisten we het.” Ingrijpend vond hij die naamsverandering niet. „Het paste beter bij me dan een naam die me aan vroeger deed denken. Ik heb er nooit moeilijk over gedaan.”

Hoe vindt u het om in Nederland te zijn, met alle herinneringen die dat meebrengt?

„Voor de herinneringen hoef ik niet terug naar Nederland. Die heb ik altijd bij me. Ik ben als arts ook regelmatig in Nederland terug geweest. In het ziekenhuis Anthoni van Leeuwenhoek in Amsterdam om te leren over de behandeling van kanker, in Eindhoven om een nieuwe techniek rond maagoperaties onder de knie te krijgen, 
et cetera.

Dat er tientallen familieleden via Wester­bork naar Auschwitz zijn gedeporteerd en daar werden vergast, nee, dat zijn geen goede herinneringen. Maar ik heb die achter me gelaten en een goede carrière nagestreefd. Ze hebben me nooit teneer­gedrukt.”

U liep op de hbs de kantjes er af.

„Klopt, ik ben zelfs blijven zitten. De knop ging om toen ik in Westerbork zat. Ik dacht: Wat er ook gaat gebeuren, ik moet eindexamen gedaan hebben als de oorlog voorbij is. Dat is gelukt, ik ging vanuit Westerbork met verlof naar Amsterdam om daar examen af te leggen. Nadien ben ik door blijven leren. Of dat door de oorlog komt, wil ik niet zeggen. Ik vind het gevaarlijk als iemand zichzelf probeert te verklaren. Laten anderen dat maar doen. Ik deed dingen omdat ik ze belangrijk vond. In ons huis in de Oude Stad van Jeruzalem heb ik meer dan honderd schilderijen hangen. Waarom? Ik kocht ze omdat ik er verliefd op was. Zo maak je ook andere keuzes.”

In uw biografie ”Een open deur” vertelt u dat u in Westerbork geen idee had wat er in Auschwitz gebeurde. U dacht af en toe zelfs dat het daar beter zou zijn dan in Westerbork.

„Totdat mijn broer Freddy erover vertelde. Ik was een jongen van vijftien, zestien jaar, dus wat wil je? Freddy en mijn vader wisten beter. Heinrich Heine, een Joodse dichter in Duitsland, zei al: „Waar boeken worden verbrand, worden mensen verbrand.” Dat deden de nazi’s.

Nederlandse Joden waren vreselijk naïef. De Duitse Joden dachten: Wat in Polen gebeurt, overkomt ons hier niet. De Nederlandse Joden dachten na de Kristallnacht: Wat in Duitsland gebeurt, overkomt ons hier niet. Ze verbaasden zich over de Duitse Joden in Nederland die na mei 1940 zelfmoord pleegden. „Wij hebben toch onze beschaving? Die beschermt ons”, zo redeneerden ze.”

U herkent in onze tijd veel van de jaren dertig. Bent u niet te pessimistisch?

„Ik ben realistisch. Jullie leven in een samenleving die de intellectuelen van deze tijd naar de ondergang brengen, omdat zij geen juiste voorstelling van zaken geven.”

Een realist gelooft in wonderen, zegt u.

„Als je strijdt om te kunnen zien wat er gaande is, gebeuren er wonderen. Luister wat de vijanden van de vrije samenleving zeggen en laat de intellectuelen analyseren wat dat betekent. Niet politiek correct of zo genuanceerd dat de mensen het kunnen verteren, nee: confronterend.

De BDS-beweging tegen Israël (boycot, desinvestering en sancties, RM) is de grootste antisemitische beweging van deze tijd. Wie ziet dat? Ze is opgezet door Arabieren en krijgt steun van de Europese Unie en zelfs van kérken. Mensen die de feiten niet kennen, lopen er blindelings achter aan. Zij zijn, zoals Lenin hen noemde, de ”higher idiots” en de ”useful stupidity”.

En dan nog iets: jullie hebben het idee dat je kunt vechten tegen terreur, maar zoiets is onmogelijk. Ik ben arts. Een arts moet eerst een diagnose vaststellen voordat hij een behandeling begint. Uitsluiten wat het niet is en een therapie aanbieden die past bij de patiënt. Zo werkt het ook met de maatschappij. Maar jullie vechten tegen wapens, niet tegen degenen die ze hanteren. Dat zijn de mensen die geïndoctrineerd worden om zich op te blazen, waarbij hun in het hiernamaals 72 maagden in het vooruitzicht worden gesteld. Hun families krijgen een pensioen en worden gerespecteerd. Ondertussen zijn jullie hier druk met gebak eten en voetbalwedstrijden kijken. Het individu moet zo veel mogelijk genieten. De samenleving is volkomen hedonistisch.”

Dus wij kunnen terreur niet bestrijden doordat onze samenleving is geseculariseerd?

„Politici moeten de morele kracht hebben om de bevolking ervan te overtuigen dat zij er iets voor over moet hebben om de samenleving in stand te houden. Er zijn nu eenmaal waarden die boven alles staan. Het Jodendom heeft de Tien Geboden. Dat zijn absolute waarden, waarover je geen compromissen kunt sluiten. Je kunt er wel over debatteren hoe je ze toepast. Het uiteen­vallen van gezinnen, de leegloop van kerken, het is allebei funest voor de Joods-christelijke samenleving.”

Ziet u dan nergens lichtpuntjes?

Resoluut: „Nee. Jullie hebben geen Emile Zola. Toen de Frans-Joodse kapitein Alfred Dreyfus rond 1900 ten onrechte door Frankrijk van spionage was beschuldigd –puur anti­semitisme–, keek de elite de andere kant op. Alleen Zola schreef een open brief in Le Monde met de titel ”J’accuse…!” – ”Ik beschuldig…!”. Jullie hebben geen figuur die zo zijn hele carrière waagt om mensen wakker te schudden.”

Kent u Wilders?

„Ja, maar dat is een politicus. Ik bedoel iemand uit de intellectuele wereld. Alleen de intelligentsia kan een democratische samenleving laten overleven. Als zij kwak­zalverij bedrijft, is het mis. En je ziet het om je heen gebeuren. Kijk naar de president van Iran die bij de paus op bezoek gaat en vraagt of hij voor vrede wil bidden. Nota bene: Iran, de grootste financierder van terrorisme in het Midden-Oosten, het land waar openlijk gedemonstreerd wordt met teksten als ”Dood aan de Joden”.

Het antisemitisme is een symptoom van jullie ziekte. Wij zijn er het slachtoffer van, maar jullie ook. Want geen enkele antisemitische cultuur heeft het overleefd. Ook jullie niet, omdat jullie intellectuele zelfmoord plegen. De kruisridders op weg naar het Heilige Land moordden alle Joodse gemeenschappen die ze onderweg tegenkwamen uit. En wat zie ik als ik naar het Belgische Charleroi reis? Een standbeeld van kruisridder Godfried van Bouillon. De helden die mij tijdens de Tweede Wereldoorlog hielpen, hebben geen standbeeld gekregen.

Inmiddels zijn we zelfs zover dat wij, Israëliërs, voor nazi’s en bezetters worden uitgemaakt. En mijn grootmoeder is niet vermoord in Auschwitz, ze is gestorven. Zo wordt langzamerhand de werkelijkheid geweld aangedaan. Antisemitisme is van alle tijden en zit heel diep. Wij staan alleen.”

De Amerikaanse presidentskandidate Hillary Clinton neemt het herhaaldelijk voor Israël op.

„Zij is een van de meest typische leugenaars die jullie westerse samenlevingen rijk zijn. Ze was jaren geleden te gast in Ramallah bij de Palestijnse president Abbas. Zijn vrouw vertelde haar dat de Joden het drinkwater vergiftigden, zodat hun meisjes gemakkelijk te verleiden zouden zijn. Clinton zei hier helemaal niets op, ze hoorde het aan. Ik kan meer van dat soort voorbeelden geven.

President Bush zei een dag na de aanslagen van 11 september 2001 dat dit niks met de islam te maken had, maar dat het ging om enkele radicale elementen binnen de moslimgemeenschap.”

Gelooft u niet in een gematigde islam?

„Die vraag is voor mij volkomen oninteressant. Ik wil alleen maar zeggen: hoe is het mogelijk dat je een samenleving van gematigde moslims hebt waarin niemand in opstand komt tegen terreur en massale moord en doodslag? Hoe is het mogelijk dat Saudi-Arabië geen enkele vluchteling opneemt uit Syrië en Irak, terwijl het het rijkste land van de regio is? Wie zegt er nu nog: ”J’accuse”?”

Wie is God voor u?

„God wordt niet gedefinieerd in de Bijbel en niemand eist van een Jood dat hij in God gelooft. Voor mij is God een abstract begrip dat zich op allerlei manieren openbaart in de Bijbel en in de geschiedenis op een manier die afhankelijk is van de tijd. De Joodse cultuur is ontstaan tegen de achtergrond van de Egyptische en Baby­lonische culturen. Langzaam groeide ze naar een volkomen abstract monotheïsme met geboden die absoluut zijn.”

Is God geen concrete persoon volgens u?

„Nee. De Tien Geboden zijn wel concreet, maar dat heeft niets te maken met je godsbeeld. Wij hadden de Tien Geboden al toen uw voorvaderen alleen nog maar bier dronken. Niet doden, je ouders eren, dat soort waarden onderscheidt ons van een dier. En ze maken de samenleving leefbaar.”

Leeft u nu in het land waar u vroeger van droomde?

„Ik heb het geluk gehad mee te mogen maken hoe Israël als een feniks uit de as herrees. Dat proces gaat nog steeds door. De oprichting van de staat Israël was een wonder, ons bestaan is een wonder, en voor ons voortbestaan zijn nog heel veel wonderen nodig. We zijn gelukkig een democratie. Een democratie kan alleen bestaan als je beseft hoeveel ervoor is geploeterd om haar tot stand te brengen. We hebben partijen met tegenstrijdige idealen in ons land die verschillend denken over democratie, over godsdienst, over wat het betekent om Joods te zijn. Die tegenstrijdigheden tonen aan dat er sprake is van een levendige cultuur.”

Dat is positief, toch?

„Dat is een belevenis.”


Levensloop Zvi Eyal

De Joodse Zvi Eyal werd op 1 november 1925 in Utrecht geboren als Harry Klafter. Hij wist tijdens de Tweede Wereldoorlog te ontsnappen uit Kamp Westerbork. In 1945 begon hij scheikunde te studeren, maar al snel vertrok hij naar Palestina. Na de Onafhankelijkheidsoorlog van Israël in 1948 besloot hij voor arts te gaan studeren en later voor chirurg. Hij werd hoog­leraar in de chirurgie in het Hadassah­ziekenhuis in Jeruzalem, waar hij tot zijn zeventigste afdelingshoofd was. Sinds 1977 woont hij in de Oude Stad van Jeruzalem. Petra van der Zande tekende zijn levensverhaal op in het door haar uitge­geven ”Een open deur”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer