Omwonende Arie de Ruiter over de uitstoot van giftige stoffen door DuPont
Sliedrechtenaar Arie de Ruiter was jarenlang voorzitter van de Stichting Werkgroep Derde Merwedehaven, een actiegroep die zich sterk maakt voor vermindering van de uitstoot van mogelijk schadelijke gassen door bedrijven aan de overzijde van de Merwede, in Dordrecht. „De overheid roept snel dat er geen reden is tot ongerustheid.”
De Derde Merwedehaven van Dordrecht, die tegenover Sliedrecht ligt, werd in de jaren 80 aangewezen als stortplaats voor bouw- en sloopafval. Later kwam daar de stort van huisvuil bij. Rond 1990 werd het stortgas dat van de afvalbergen af kwam een probleem: het waaide over de rivier naar Sliedrecht. ’s Nachts verzamelde het gas zich in de rivierbedding en tegen de ochtend dreef het over de scheepswerven en langs de bedrijfshallen de dijk in. Het personeel heeft heel wat telefoontjes gepleegd om stankoverlast te melden.
Toen
Gaandeweg groeide in Sliedrecht de zorg over de Dordrechtse bedrijven langs de Merwede. Door het stortgas gingen mensen zich realiseren: er gebeurt misschien wel veel meer aan de overkant van het water dat slecht voor ons is. Door de overwegend zuidwesten wind in Nederland lag Sliedrecht, en met name de wijk Baanhoek, vaak pal onder de rook van het Dordtse industrieterrein langs de Merwede. Ook van de gassen die het chemieconcern DuPont uitstoot.
Jarenlang hebben we als Werkgroep Derde Merwedehaven tegen de provincie Zuid-Holland en de eigen overheid gestreden; de provincie was zowel de vergunningverlener als de handhaver. We hebben veel procedures verloren rond de afvalberging en de emissie van schadelijke stoffen door DuPont. Mede dankzij de inbreng van milieuadviseur Johan Vollenbroek wierp het werk van de stichting na jaren wel vruchten af. De vuilstort is uiteindelijk vervroegd gesloten.
De werkgroep wist ook te voorkomen dat afval van een stortplaats in Dordrecht-West, dat veel asbest bevatte, verplaatst werd naar de Derde Merwedehaven.
Gaandeweg kwam ook DuPont –tegenwoordig Chemours– in beeld als vervuiler. Dat bedrijf heeft flink bij de overheid gelobbyd. Dat PFOA schadelijk is, wisten ze allang. De vergunningen die het bedrijf nodig had, konden ze min of meer voorschrijven. De ambtenaren die erover gingen, hadden er niet voldoende verstand van. En er is veel te weinig controle op geweest. De minimalisatieverplichting voor de uitstoot van gevaarlijke stoffen die sinds de jaren 80 voor bedrijven gold, heeft DuPont van de provincie jarenlang niet hoeven toepassen.
Met de werkgroep zijn we weleens op bezoek geweest bij DuPont. We kregen toen een promotiefilm te zien over hoe veilig het bedrijf wel niet was. Vollenbroek kende echter de chemische processen waarmee ze werkten en prikte er zo doorheen.
Nu
Dat er problemen waren met PFOA, wordt voor ons nu pas duidelijk. PFOA, ook wel C8 genoemd, is tot 2012 gebruikt voor de productie van teflon, de antiaanbaklaag in pannen. De stof wordt weliswaar niet meer gebruikt, maar je raakt het slecht kwijt uit het bloed. De bloedwaarden worden elk jaar iets minder. De grote vraag is nu: hoeveel is er in de loop der jaren uitgestoten?
De PFOA-waarden in het bloed van twee omwonenden liggen in ieder geval ruim boven de waarden die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) becijferde, zo meldde het AD afgelopen week. Grote kans dat er meer is uitgestoten dan waar het RIVM in zijn berekeningen vanuit is gegaan.
Dinsdag hoorde ik op een informatiebijeenkomst in Dordrecht dat het RIVM bij muizen onderzoek heeft gedaan met PFOA. Het personeel heeft echter niet alleen met C8 te maken gehad, maar met veel meer kankerverwekkende stoffen. En er zijn veel meer schadelijke stoffen uitgestoten. De gevolgen daarvan heeft het RIVM niet onderzocht.
Bloedonderzoek moet nu uitwijzen in hoeverre omwonenden in het verleden zijn blootgesteld aan het giftige PFOA. De overheid roept al snel dat er geen reden is tot ongerustheid, maar je krijgt vervolgens geen cijfers boven water. Hoeveel PFOA er nu precies is uitgestoten, daar kom je niet achter als burger.
Straks
Ik hoop dat de steekproef wordt gehouden om bij omwonenden de waarden van PFOA in het bloed te bepalen, want veel burgers zijn ongerust. Over twee tot drie weken moet duidelijk zijn of dit onderzoek er komt, welke omvang het onderzoek zal krijgen en waar dit gehouden zal worden. Als werkgroep willen we voorkomen dat de steekproef te summier wordt, en de overheid er alsnog de hand mee kan lichten. Ik ben bereid om namens de Kringloopwinkel die ik hier in Sliedrecht run 1500 tot 2000 euro beschikbaar te stellen voor extra bloedproeven.
Het bloed van de werknemers van DuPont gaat nu voor onderzoek naar een laboratorium in Duitsland. Wij zouden graag zien dat het ook in een ander lab wordt onderzocht. Dat kan in het Verenigd Koninkrijk, maar ook in Amsterdam. Een second opinion is nodig, zo is in het verleden meer dan eens gebleken.
Ik hoop dat burgers met het bloedonderzoek worden gerustgesteld en eventuele klachten wellicht ergens anders aan te wijten zijn. Maar stel je voor dat het tegendeel het geval is. Dan helpen deze gegevens om een grotere vuist te maken richting de overheid om er iets aan te doen. Met grootschalig bloedonderzoek komt er in ieder geval openbaar wat er in het verleden is gebeurd.
Voor de langere termijn hoop ik dat DuPont/Chemours verhuist. Zo’n bedrijf hoort niet in een dichtbevolkt gebied. Ik hoop dat de overheden en het RIVM uiteindelijk ook tot de conclusie komen dat het bedrijf daar beter weg kan. Dat het werkgelegenheid biedt, vind ik geen argument. Op het uitgestrekte terrein kunnen andere bedrijven zich vestigen die meer mensen werk bieden.