Kunstmestfabriek Yara in Sluiskil had de twee aannemers ingehuurd voor werkzaamheden aan een tank. Uhde en Hertel huurden op hun beurt werknemers van een Bosnisch bedrijf in voor de klus. De twee werknemers kwamen om toen zij laswerkzaamheden moesten uitvoeren aan een tank. Die tank was volgelopen met formeergas. Dat gas zorgt ervoor dat er onvoldoende zuurstof in de ruimte is.

„Als werkgever heb je de verplichting om zorg te dragen voor een zo veilig mogelijke werkomgeving en daarin zijn Uhde en Hertel niet geslaagd. Dat reken ik beide bedrijven aan”, aldus de officier maandag op de zitting.

De ingehuurde Bosnische medewerkers hadden geen eigen veiligheidsdeskundige en waren dus afhankelijk van de veiligheidskundigen van Uhde en Hertel. Die gaven de veiligheidsinstructies in het Duits, een taal die de werknemers onvoldoende beheersten. Daarnaast hadden de veiligheidskundigen de risico’s in kaart moeten brengen. „Door zo te werken kan aan Uhde en Hertel de dood van deze twee medewerkers verweten worden”, zei de officier.

De rechtbank doet op 6 juni uitspraak.