Dr. Hans van de Breevaart: Geen revolutionair
Nog steeds heeft hij groot respect voor zijn kerkelijk nest, de bevindelijk gereformeerde kring rond ds. G. van de Breevaart, een oom van zijn vader. Maar de God van zijn voorgeslacht was, zoals hij zegt, voor hem onbereikbaar. In zijn middelbareschooltijd sloeg hij de verzenen tegen de prikkels. „Ik liep weg van God.” Inmiddels is Hans van de Breevaart weer op zijn schreden teruggekeerd. „Een klein beetje, zeg maar.”
Van de Breevaart groeide op in ”de Breevaartkerk” in Hendrik-Ido-Ambacht. „Die gemeente stond met leedwezen buiten de Nederlandse Hervormde Kerk. De vaderlandse kerk was niet langer de ware kerk, vonden ze. Zou de Hervormde Kerk zich ooit herstellen, dan gingen ze onverwijld weer terug. Mijn voorgeslacht had hoop dat het ooit terug kon naar de Hervormde Kerk. Dat is alleen nooit gebeurd.”
Het ouderlijk gezin telde veertien kinderen, van wie Hans de oudste is. „Het was er goed en veilig, we kwamen nooit iets tekort. Ik houd nu eenmaal van hectiek en herrie. Met veertien kinderen was daaraan geen gebrek. Aan ons gezin heb ik met eigen ogen gezien hoe belangrijk het is dat een moeder fulltime thuis is.”
Kerkelijk was het, volgens Van de Breevaart, „een beetje oud gereformeerd vaarwater” waarin men zich bevond. Ik heb de conventikelvroomheid van nabij meegemaakt. Er kwamen nog gezelschappen bij elkaar, waar de vromen spraken over de dingen die ze met God hadden ervaren. Vaak gebeurde dat voor en na diensten waarin het heilig avondmaal werd bediend. Die mensen stelden zich echt concreet de vraag of ze schoon en gewassen in het bloed van Christus aan mochten gaan. De eerbiedigheid die ervan uitging, raakte me diep. Het bracht een soort fascinatie met zich mee die me mijn leven lang niet meer los zal laten.”
In de middelbareschooltijd sloeg bij Van de Breevaart de twijfel toe. „De kerkelijke mensen om mij heen legden voor zichzelf geestelijk de lat heel hoog. Velen van hen kenden de Heere, wisten Wie God was. Ik wist daar niets van. Die hoge God was kennelijk voor een klein, select publiek bestemd. Voor mij was Hij volstrekt onbereikbaar.”
Zijn brein ging meer en meer zijn kindergeloof parten spelen. „De prediking die ik hoorde, was gestempeld door de dubbele predestinatie. Ik beleefde dat als willekeur. Daar kon ik niet mee verder.”
Trouw bleef hij meegaan naar de kerk. „Ik was de oudste thuis, wilde mijn broers en zusjes niet met mijn twijfel opzadelen.”
Eenmaal op de universiteit in Leiden liet Van de Breevaart zijn godsdienstige opvoeding los. „Ik ging niet meer naar de kerk, wist niet meer wat ik wel of niet moest geloven, kortom: ik liep weg van God. Toch bleef ik er in mijn hart rekening mee houden dat er een god bestond.”
Iedereen in het gezin bleef in het spoor van de opvoeding, behalve Hans. „Zij het dat deze verloren zoon inmiddels wel weer, via vele omwegen, een klein beetje op zijn schreden is teruggekeerd. Niet dat daaraan een dramatisch bekeringsverhaal is voorafgegaan. Het is eerder een langzaam groeiend besef geweest. Ik herken me nog het meest in de woorden van de dichter Geerten Gossaert: „Ja, ’k dank U. Omdat Gij met ’s levens lust en lijden. (Tweesnijdend kouterzwaard van Uw volmaakten spot). De steenrots van mijn hart en akker woudt bereiden. Voor ’t langzaam kiemend zaad van Uwe liefde, o God.””
In Leiden studeerde Van de Breevaart geschiedenis en godsdienstwetenschap. „Kennelijk had ik aan alleen geschiedenis niet genoeg. Ik bleef nieuwsgierig naar wat andere mensen zich bij God konden voorstellen. Hoe was hun Godsbeeld, en hoe lieten ze zich door Hem leiden?”
Zijn nieuwsgierigheid bracht hem ook bij een radicale vorm van het boeddhisme en later in charismatische kringen. „Ik wilde weten hoe het zat, wat de waarheid was, en heb volop met veel geloofsvormen geëxperimenteerd. Want een leven zonder God was toch wel armoe troef, vond ik. Er is altijd een niet te stillen honger gebleven naar iets wat boven ons is, of iets dat buiten ons is.”
Waar staat u nu binnen de breedte van het Nederlands protestantisme?
„Wij zijn met ons gezin lid van de Gereformeerde Bondsgemeente in Hendrik-Ido-Ambacht. Ik wil daar aan toevoegen dat we een open oog hebben voor de uitdagingen waarvoor de evangelische beweging ons stelt. Iets meer evangelische spirit in de gevestigde kerk kan geen kwaad. Oude formules mogen weleens nieuw leven worden ingeblazen. En ook wat liturgie betreft mag de boel weleens worden opgeschud.”
Kohlbrugge werd voor Van de Breevaart de man die hem de weg wees. „Die Kohlbruggetekst uit Romeinen 7:14, „Ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde”, die heeft me altijd beziggehouden. De radicaliteit van Kohlbrugge heeft mij de ogen geopend. Ik ben vleselijk, volledig verkocht onder de zonde. Ook mijn geestelijke mens kan niet voor God bestaan. Paulus had het dus goed gezien: „Ik leef, maar niet meer ik, maar Christus leeft in mij.””
Wie is Hans van de Breevaart nu? Een moderne calvinist?
„Liever een calvinistische levensgenieter. Ik houd van een goed uitgedachte geloofsleer en er moeten op de kansel geen verhaaltjes worden verteld. Maar ik houd ook van het leven, van een Afrikaanse dans en van sport.”
Nu werd u pas door een columnschrijver van het RD zomaar voor liberaal uitgemaakt. Dat is nu ook wat!
Met een uitbundige lach en een daverende klap op zijn knie: „Wat levensstijl betreft ben ik ook wel een beetje liberaal, een levensgenieter. Niet in de zin van: „Alles moet maar kunnen.” Dus niet de vrijheid, blijheid van de VVD of van de evangelische beweging, waar velen een loopje nemen met normen van goed en kwaad, in de veronderstelling dat hun zonden toch wel vergeven zijn. Als ik liberaal moet zijn, dan graag klassiek liberaal.”
Op de opiniepagina laat u geregeld van zich horen. U houdt van het publieke debat?
„Ik ben lang op zoek geweest naar mijn identiteit, naar mijn levensovertuiging. Nu ik daarin mijzelf gevonden heb, zie ik in de samenleving veel items langskomen waar ik zo nodig iets van zeggen moet. Ik ben geen revolutionair, niet iemand van wie zo nodig de hele maatschappelijke structuur op de schop moet, maar plaats hier en daar wel graag wat kanttekeningen.”
U schrijft over economische en maatschappelijke thema’s, over verzuiling, over de politiek, over de verhouding tussen kerk en staat en over het geloof in de prak- tijk van alledag. Heeft u overal verstand van?
„Er is veel wat mij boeit en daar wil ik mijn licht over laten schijnen, vooral als ik de indruk heb dat de dingen uit balans dreigen te raken.”
In 2006 voorspelde u dat de gereformeerde gezindte geen toekomst zou hebben, die zou rond 2015 wel verdwenen zijn. Het is nu 2016.
„Wat ik voorspeld heb, is niet gebeurd. Ik was toen nog jong, had een veel te grote mond. De zuil blijkt veel levensvatbaarder te zijn dan ik dacht. Ik hoop ook dat ze levensvatbaar blijft, als een instelling die zich mag scharen onder de theocratische instellingen in Nederland. In de zuil kan God wel degelijk aanwezig zijn.”
U signaleert veel geestelijke armoede in de gezindte.
„Die is er ook. Kijk naar de hokjesgeest, zie de zelfgenoegzaamheid over alles wat door ons tot stand is gebracht. Als we maar een mooi huis hebben, in een mooie auto rijden en als onze kinderen er netjes bij lopen, dan menen we al heel wat bereikt te hebben. Geld en goed zijn voor velen een belangrijker maatstaf voor succes dan een persoonlijke omgang met de levende God. Om toekomst te hebben, moeten we hoognodig van die mentaliteit af. Maar ik heb ook weer te veel affiniteit met deze groep dan dat ik mijzelf buiten de gereformeerde gezindte wil plaatsen. Nee, ik voel me er thuis.”
Hoe ziet u de taak van de kerk in de samenleving? Over politieke thema’s moet de kerk zwijgen, schrijft u nogal eens.
„De kerk moet niet op de stoel van de politiek gaan zitten. De kerkenraad moet niet aan de grens gaan staan om te selecteren welke vluchteling er wel en wie er niet het land mag binnenkomen. En sinds wanneer behoort het tot de roeping van de kerk om een mening te hebben over het associatieverdrag met Oekraïne? Ik zou ambtsdragers willen oproepen: Bid vooral om wijsheid bij politici, in plaats van u inhoudelijk te mengen in een debat dat de kern van de christelijke boodschap voor de wereld niet raakt.”
De kerk mag wel voorbede doen, maar zich nergens mee bemoeien, dus.
„Wel voorbede doen, ja, dat is mooi, maar niet meedoen in de besluitvorming. De kerk is niet bij machte dat hele veld te overzien.”
In 2008 huwde Van de Breevaart met een vrouw uit het Afrikaanse Zimbabwe. „In het dorp waar ze woonde, was nog een heksendokter. Ze was achttien jaar toen ze vaststelde dat er voor haar in Zimbabwe geen toekomst was. Ze stapte op het vliegtuig en wilde naar Canada. In het vliegtuig raakte ze in gesprek met een vrouw uit Londen. Die vrouw was bezorgd over haar en zei: „Kom voorlopig maar eens bij ons in Londen logeren. Dat heeft ze gedaan. In Londen werd ze manager in een opvangtehuis in de geestelijke gezondheidszorg. Ze kwam terecht in charismatische kringen. Daar heb ik haar ontmoet. Hoewel we allebei van de grote stad houden, werden we het snel eens: we gingen wonen in Hendrik-Ido-Ambacht. Het trok haar aan dat ik hier zo veel familie heb.”
Wat is uw politieke kleur?
„Klassiek liberaal. Maar aangezien die op dit moment in geen enkele politieke partij is vertegenwoordigd, neig ik naar de SGP. Dat is nog de enige partij waar hart en verstand in evenwicht zijn. De SGP is bovendien in staat om geloof en politiek op een zinvolle wijze met elkaar in verbinding te brengen.”
Waar moet het met deze wereld heen als populisten als Donald Trump en Geert Wilders de knuffels van het volk gaan worden?
„Beiden bedienen zich van een retoriek die appelleert aan angsten die er onder een deel van de bevolking leven. Jammer dat hun toonzetting het debat bederft. Daar staat tegenover dat ze maatschappelijke problemen op de agenda zetten die door niemand anders aan de orde worden gesteld. Te weinig wordt openlijk uitgesproken dat de integratie van religieuze minderheden en de recente vluchtelingenstroom maatschappelijk wel degelijk problemen met zich mee brengen. Mensen die dat wél aandurven, worden bij voorbaat weggezet als xenofoob en fascistisch. Daardoor wekken de gevestigde partijen niet de indruk de problemen te willen onderkennen of te kunnen oplossen. Trump en Wilders profiteren daarvan. Vandaar ook dat hardwerkende burgers die met overlast te maken hebben, overwegen op dit soort types te stemmen. Dat is ook wat in de Verenigde Staten evangelicalen in de armen van Trump drijft. Zelfs Ben Carson, toch een toonbeeld van christelijke beschaving, steunt hem. Ik kan daar begrip voor opbrengen, al is er geen haar op mijn hoofd die overweegt op Wilders te stemmen.”
Levensloop Hans van de Breevaart
Hans van de Breevaart werd geboren op 21 oktober 1971 te Hendrik-Ido-Ambacht. Op de Guido de Brès Scholengemeenschap in Rotterdam volgde hij het gymnasium, aansluitend studeerde hij geschiedenis en godsdienstwetenschap in Leiden. In 2005 volgde de promotie tot doctor in de godgeleerdheid. Van de Breevaart adviseert als zelfstandig ondernemer bedrijven en instellingen bij verduurzaming van hun vastgoed. Ook is hij is docent economie in het voortgezet onderwijs in Gorinchem en essayist voor het blad Protestants Nederland. Hij is gehuwd, vader van vijf kinderen en woont in Hendrik-Ido-Ambacht.