Sharon trekt belofte in: Arafat is doelwit
De Israëlische premier Ariel Sharon heeft zijn belofte om de Palestijnse leider Yasser Arafat geen kwaad te doen, ingetrokken.
Sharon deed die belofte drie jaar geleden aan de Verenigde Staten, maar inmiddels zijn de omstandigheden veranderd, zei hij maandag in een interview met de Israëlische legerradio.
„Voor Arafat werd overal ter wereld de rode loper uitgelegd. Vandaag de dag is het voor de VS en voor iedereen duidelijk wie Arafat in werkelijkheid is”, zei Sharon. Namelijk: de man die verantwoordelijk is voor het Palestijnse geweld. „Wie Joden wil vermoorden, wie moordenaars stuurt om Joden te vermoorden, staat op de lijst voor de dood.” Sharon doelde daarbij ook op Hezbollah-leider Hassan Nasrallah.
Sharon zei niet om Amerikaanse goedkeuring te hebben gevraagd voor de eventuele liquidatie van Arafat of Nasrallah. „Ik heb niemand om toestemming gevraagd.”
Ook andere hoge Israëliërs, onder wie legerleider Moshe Yaalon, hebben sinds de liquidatie van Hamas-leider Ahmed Yassin gezinspeeld op mogelijke moordaanslagen op Arafat en Nasrallah.
Een zitting van het Israëlische kabinet ontaardde zondag in een schreeuwpartij tussen premier Ariel Sharon en ministers die gekant zijn tegen zijn plannen voor terugtrekking uit de Gazastrook en een deel van de Westelijke Jordaanoever, alsmede de ontmanteling van enige nederzettingen.
Minister van Toerisme Benny Elon eiste dat Sharon zijn plan onmiddellijk in stemming zou brengen, zodat de tegenstanders zouden kunnen beslissen of zij wel of niet deel blijven uitmaken van de regeringscoalitie, aldus regeringsbronnen. Een woedende Sharon, die zijn plan volgende week in Washington wil presenteren, zei dat het plan nog niet in alle details is uitgewerkt. Ook wees hij erop dat het zou uitlekken als hij het aan de ministers zou voorleggen. „Er is geen verplichting het voor te leggen aan het kabinet (…) Iedereen die dat wil, kan opstaan en vertrekken”, aldus de premier tijdens de woordenwisseling.
Ondertussen viel de Israëlische politie de kantoren binnen van een stichting voor Arabische vrouwen in Oost-Jeruzalem, omdat de organisatie banden zou onderhouden met Hamas. Het pand is voor vijftien dagen gesloten, twee werknemers zijn meegenomen voor verhoor en er is om een vergunning verzocht voor bevriezing van de tegoeden van de stichting. De Israëlische autoriteiten verdenken de stichting ervan dat zij steun geeft aan gezinnen van terreurverdachten.
Israëlische militairen walsten in de nacht van zaterdag op zondag in het Palestijnse vluchtelingenkamp Tulkarem het huis plat van de 18-jarige Hamas-activist Zohair Arda, die vrijdagavond laat een aanslag pleegde op een Joodse nederzetting op de Westoever. Bij de aanslag werd een kolonist gedood en raakte diens 14-jarige dochter gewond. Arda werd door veiligheidsmensen van de nederzetting Avnei Hefetz na zijn daad doodgeschoten. Hij was enkele dagen eerder vrijgelaten uit een Israëlische gevangenis, waar hij had vastgezeten als terreurverdachte.
Zondag vielen militairen in burger Tulkarem binnen en openden het vuur op een menigte die bij de resten van Arda’s woning wilde demonstreren, zeiden Palestijnse bronnen. Een lid van Islamitische Jihad werd gedood. Vijf anderen, onder wie een Hamas-lid, raakten gewond. Israëlische legerbronnen ontkenden dat de militairen in burger waren.