Binnenland

„Bijscholing leraar moet nuttiger zijn voor school”

AMERSFOORT. De school wordt er vaak nauwelijks beter van als leraren zich bijscholen. Dat komt doordat docenten die zich willen ontwikkelen dat meestal op eigen houtje en in hun eigen tijd moeten doen, los van het beleid van hun school.

Redactie onderwijs
12 April 2016 11:49Gewijzigd op 16 November 2020 02:49
Drs. W.J. de Potter. beeld Ruben Schipper
Drs. W.J. de Potter. beeld Ruben Schipper

Dat is de boodschap van het onderzoek ”De staat van de leraar”, dat woensdag aan minister Bussemaker wordt aangeboden. Docenten hebben in hun eigen lessen misschien wel iets aan wat ze bijgeleerd hebben, maar de rest van de school pikt daar meestal niets van op, stelt het rapport. En bijscholing levert vaak ook weinig op voor de loopbaan van de leraren.

Het rapport is opgesteld door de Onderwijscoöperatie, waarin vijf lerarenorganisaties zich inzetten voor een sterkere beroepsgroep. Zij hielden een enquête. Die is door 754 leraren ingevuld, vooral uit basis- en voortgezet onderwijs.

Voorzitter J. Flier van de RMU-sector onderwijs GOLV noemt de conclusies herkenbaar. „Teambrede scholing is het effectiefst. Daarvan blijft het meest hangen. Bij individuele scholing zie je echter nogal eens dat die verwatert of voor de organisatie niets oplevert. Als school moet je daar goede afspraken over maken, zodat de docent terugkoppelt wat hij heeft opgestoken en wat dat voor de school zou kunnen betekenen.”

De behoefte aan scholing komt vaak vanuit de praktijk voort. 
„Leraren zijn dan ook gemotiveerd om ermee aan de slag te gaan. Soms hebben ze er voor hun eigen werk veel aan, maar worden de resultaten niet met de rest van de school gedeeld. Dan ontstaat het gevaar dat je verschillen in aanpak krijgt.”

Zeventig procent van de ondervraagden ziet tijdgebrek als belangrijkste hindernis voor professionalisering. Dat is niet het probleem, stelt Flier echter. „Er is voldoende gelegenheid om bijscholing te volgen. Dat is ook in de cao vastgelegd. Wel is het organisatorisch soms lastig te regelen.”

Drs. W. J. de Potter, voorzitter van het college van bestuur van het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College, nuanceert de uitkomsten van het onderzoek. „Docenten leren natuurlijk eerst en vooral voor zichzelf. Steeds meer zien we dat ze ook hun kennis delen. Een trend die nog verder moet worden doorgezet.”

Er gaat veel geld naar professionalisering van docenten, stelt De Potter. „Pas gestarte docenten leren voor hun bevoegdheid. Op onze scholen verwachten we ook van hen dat ze een cursus godsdienstpedagogische vaardigheden volgen, om op de juiste manier onze identiteit richting de leerlingen en studenten te verwoorden. Ook investeren we in een tweede bevoegdheid voor bijvoorbeeld gymdocenten.”

Een deel van de scholing houdt verband met de visie van de school. „Op het Van Lodenstein is dat bijvoorbeeld dat er meer aandacht wordt besteed aan differentiatie in de les. Dat zien we dan ook terugkomen in de gevolgde cursussen. Op het Hoornbeeck ligt er bijvoorbeeld een accent op rekenen. Daarom investeren we in rekencoaches.”

Ook worden docenten geschoold voor het omgaan met het toenemende aantal zorgleerlingen. Dat vraagt nog verbetering, zegt Flier. „De nascholing voor de aanpak van gedragsproblemen blijft achter.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer