Synode en bezwaarden niet nader tot elkaar
Het moderamen van de hervormde synode heeft vrijdag in een persbericht laten weten dat een eerder gesprek met de bezwaarden, over de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland per 1 mei, niet tot overeenstemming heeft geleid.
Dit is het synodebestuur duidelijk geworden uit een brief die het van het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk heeft ontvangen.
Op vrijdag 26 maart werd gesproken over twee moties die de hervormde synode in haar laatste vergadering van 11 maart heeft aanvaard. „In die moties werd aan bezwaarde gemeenten en gemeenteleden ruimte geboden voor een extra periode van bezinning”, aldus het persbericht. In de door de hervormde synode aangenomen motie-De Fijter wordt volgens het synodebestuur „bezwaarde gemeenteleden en ambtsdragers verzocht de definitieve uitslag van de rechtsgang af te wachten en zich niet per 1 mei te onttrekken aan de Protestantse Kerk in Nederland. De motie-Burggraaf pleitte ervoor om de commissie van bijzondere zorg nog een extra middel onder de aandacht te brengen”, aldus het persbericht. „Gemeenten die niet mee willen, kunnen een hervormde gemeente van bijzondere aard vormen en zich in leer en leven ten volle gebonden weten aan de belijdenisgeschriften van de gereformeerde traditie. Aan ambtsdragers en gemeenteleden van deze bezwaarde gemeenten werd gevraagd om de eerstkomende vijf jaar geen nieuwe kerkgemeenschap te vormen.”
Over deze moties sprak het hervormde moderamen met het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Bond. Aanwezig waren ds. L. W. Chr. Ruijgrok, ds. P. Molenaar, dr. W. van Vlastuin en ds. R. van Kooten (Comité), ds. G. D. Kamphuis, ds. R. H. Kieskamp en drs. P. J. Vergunst (Gereformeerde Bond) en ouderling H. Hoogenhout (triomoderamen). Predikanten uit de kring van Het Gekrookte Riet hadden aangegeven niet bij het gesprek aanwezig te willen zijn.
„Gedurende het diepgaande en emotionele gesprek, dat vele uren duurde, bleek dat allen zich grote zorgen maakten over de scheuren die in gemeenten en families dreigen te ontstaan”, meldt het moderamen in zijn persbericht. „Er is gepoogd de essentie van de moties te verwoorden in een gezamenlijke verklaring. In die verklaring werden kerkenraden, ambtsdragers en gemeenteleden opgeroepen „om genoemde besluiten positief tegemoet te treden.” De verklaring stelt: „We dringen er bij hen op aan het gesprek niet uit de weg te gaan door gescheiden wegen te kiezen, en na 1 mei het gesprek voort te zetten vanuit het zich in leer en leven ten volle gebonden weten aan de gereformeerde belijdenisgeschriften. Kerkenraden, ambtsdragers en gemeenteleden zullen niet gedwongen worden te aanvaarden wat het gereformeerde belijden weerspreekt en zullen met anderen in de kerk het gesprek aangaan om, in gehoorzaamheid aan het Woord van God, tot een beter verstaan van het belijden te komen.”
Het moderamen stelt dat het wilde voorkomen dat er al voor 1 mei onoverkomelijke beslissingen genomen zouden worden. „We kregen de indruk dat ook het Comité deze zorgen deelde en geneigd was deze verklaring gezamenlijk uit te doen gaan. De afgevaardigden van het Comité wilden echter geen beslissing daarover nemen zonder overleg met de andere bestuursleden. Hoewel het Comité in zijn brief aangeeft dat „het moderamen inderdaad heeft verzekerd dat zij persoonlijk en als gemeente niets zouden hoeven aanvaarden wat tegen Gods Woord en mitsdien tegen de gereformeerde belijdenis ingaat”, acht het Comité dit niet genoeg, omdat het zich niet wil schikken in het geheel van het belijden en de kerkelijke regelgeving van de Protestantse Kerk in Nederland”, meldt de persverklaring van het synodebestuur.
Het moderamen spreekt „grote teleurstelling” uit dat men niet tot overeenstemming is gekomen in het gesprek.
De deelnemers aan het gesprek met het moderamen en de vertegenwoordigers van Het Gekrookte Riet wilden vrijdagavond nog niet reageren. Ze bezinnen zich op een reactie op het persbericht van het hervormde synodebestuur.