Spotlight: TED-boeken willen de wereld verbeteren
Vier inspirerende boekjes over vier zeer uiteenlopende onderwerpen: geneeskunde, liefde, terrorisme, dagelijks werk. Onderwerpen die ons bezighouden, onderwerpen waar we graag meer over willen weten. Vandaar dat de eerste vier ”TED-talks” dit voorjaar ook in boekvorm op de Nederlandse markt komen.
Oorspronkelijk zijn TED-talks korte lezingen –niet langer dan achttien minuten– die door de „meest geïnspireerde denkers van de wereld” zijn gehouden tijdens een vierdaagse, jaarlijkse conferentie in Californië. Maar wereldwijd is het idee van dergelijke bijeenkomsten en lezingen de laatste jaren zó verspreid geraakt, dat er nu TED-conferenties in heel wat landen gehouden worden, ook in Nederland. Meer dan 2000 (Engelstalige) lezingen zijn via het eigen videokanaal van de organisatie te beluisteren.
Maar dat niet alleen, de beste en populairste lezingen zijn bovendien uitgewerkt tot boekjes. En nu zijn een Nederlandse en een Vlaamse uitgever samen op het goede idee gekomen om twaalf van die boekjes te gaan vertalen en op de markt te brengen. Inmiddels zijn de eerste vier titels verschenen. „Snoepjes voor de geest”, noemt de uitgever ze, en dat is wel een mooi beeld: het gaat om dunne boekjes, met een omvang van rond de honderd bladzijden, die je best in één avond kunt uitlezen en die je ook leuk aan mensen cadeau kunt doen.
Inhoudelijk zijn deze teksten inderdaad verrassend en boeiend en aansprekend. Zulke non-fictie, daar zitten we op te wachten. Neem de oncoloog en onderzoeker Siddhartha Mukherjee, die in ”De wetten van de geneeskunde” met veel inspirerende verhalen en voorbeelden beschrijft hoe een sterke intuïtie voor een arts belangrijker is dan een zwakke test. Wie denkt alles te kunnen meten, komt bedrogen uit: deze auteur laat zien hoezeer de medische wetenschap wordt bepaald door waarneming, oordeelsvermogen en interpretatie.
Of neem de wiskundige Hannah Fry met ”Liefde volgens de wiskunde”, die juist de meest intuïtieve processen van ons leven –hoe kiezen we een partner, wie vinden we aantrekkelijk, hoe bepalen we of iemand de ware liefde is of niet– in patronen giet. Met behulp van de statistiek komt ze tot verbazingwekkende inzichten. Ze verklaart bijvoorbeeld waarom de allerknapste mensen potentiële partners juist kunnen afschrikken: die denken dat de kans op wederzijdse liefde te klein is. En dus kiezen ze liever voor nét iets minder volmaakt – om afwijzing te voorkomen.
Of neem psycholoog Barry Schwartz met ”Waarom we werken”, die met veel prachtige voorbeelden laat zien waarom de een wél tevreden is met zijn werk en de ander niet. Dat heeft eigenlijk niets te maken met het werk op zichzelf, maar alles met de manier waarop we het verrichten. We moeten geloven in de zin, het doel ervan, we moeten er ons betrokken bij voelen – een ‘roeping’ hebben in plaats van een ‘baan’ of een ‘carrière’. De conciërge in het ziekenhuis die het óók als zijn taak ziet om mee te werken aan het grote doel van dat ziekenhuis (mensen helpen) en die dus probeert om rekening te houden met degenen die hij ontmoet, beleeft meer genoegen aan zijn werk dan de conciërge die het alleen als zijn taak ziet om vloeren te dweilen en voor schone lakens te zorgen.
Heel bijzonder, ten slotte, is het verhaal dat Zak Ebrahim in ”De zoon van een terrorist” vertelt. Over de terroristische aanslagen waarbij zijn vader betrokken was, over de bekering van zijn moeder tot de islam, over de manier waarop „moordzuchtige haat” wordt aangeleerd (want dat gaat niet vanzelf), over de manieren waarop dat zijn leven gestempeld heeft. Dat leven was niet makkelijk, veel geweld, veel haat, veel vernedering. Als „zoon van een terrorist” besloot hij zelfs zijn naam te veranderen. Maar ten slotte voert hij, bijzonder genoeg, een vurig pleidooi voor het maken van een keuze tégen het terrorisme en vóór de mensen, het leven, de vrijheid en de liefde.
Uit dat alles is meteen duidelijk dat de TED-boeken geen vrijblijvende overzichten van kennis en ervaring zijn. Er zit altijd een visie, een ideaal onder. Dat is ook wat de organisatie zelf belijdt: „We geloven hartstochtelijk dat ideeën een krachtig middel zijn om houdingen, levens en uiteindelijk ook onze toekomst te veranderen.” Dat maakt nieuwsgierig naar het betere toekomstvisioen dat tussen de regels van al die verhalen door zichtbaar wordt.
Religieus is dat visioen niet – de meeste TED-talks gaan uit van een seculiere wereldbeschouwing. Moralistisch wel. Niet zozeer op het gebied van trouw en seksualiteit en dat soort dingen (daarvoor hoef je het boekje van Hannah Fry maar te lezen, dat daar ontzettend neutraal over doet). Maar wél gezien de boodschap: het leven draait om zingeving en om het maken van de juiste keuzes, en mensen zijn daar zelf verantwoordelijk voor.
Met die moraal is op zichzelf niet meteen iets mis, die wakkert het besef van goed en kwaad en het besef van verantwoordelijkheid bij de lezer aan. En het kan geen kwaad als we met z’n allen eens goed nadenken wat we nu eigenlijk aan het doen zijn op het punt van werk, liefde, wetenschap en moraal.
Toch heeft het ook iets heel maakbaars en activistisch – terwijl het leven wel anders leert. Niet dat deze vier auteurs daar ongenuanceerd over zijn, want ze laten ook wel zien dat we het soms doen moeten met de (moeilijke) dingen die op onze weg komen, met het werk dat voor ons beschikbaar is, met de onvolmaakte kennis die we hebben, met de mensen die ons nu eenmaal gegeven zijn. Het gaat er vooral om dat we met al die dingen góéd omgaan.
Dat brengt uiteindelijk bij de dieper liggende, filosofische en theologische basisvragen: bepaalt een mens zijn eigen leven? Is hij uit zichzelf in staat tot het goede? En wat is dat goede, is dat alleen ”wat tolerant is ten opzichte van de ander en je eigen besef van zingeving vergroot”? Wellicht zijn dat vragen voor een nieuw TED-boekje, ooit.
”De zoon van een terrorist”, Zak Ebrahim; ”Liefde volgens de wiskunde”, Hannah Fry; ”De wetten van de geneeskunde”, Siddhartha Mukherjee; ”Waarom we werken”, Barry Schwartz; uitg. Ted Boeken/AUP/Davidsfonds, 2016; € 14,95 per stuk.