In Amsterdam sloot de AEX-index met een verlies van 0,5 procent op 428,73 punten. De MidKap zakte 0,2 procent naar 664,79 punten. De graadmeters in Parijs en Frankfurt leverden 0,9 en 1 procent in. De FTSE in Londen ging 0,4 procent achteruit.

ING stond onderaan de AEX met een verlies van 2,2 procent. ABN AMRO ging 0,6 procent omlaag, terwijl ook verzekeraars Aegon en NN Group circa 0,5 procent prijsgaven. Elders in Europa waren financiële instellingen eveneens uit de gratie. Zo werden Deutsche Bank en Commerzbank in Frankfurt bijna 3 procent minder waard en verloren BNP Paribas en Société Générale in Parijs iets minder dan 4 procent. In Milaan ging Unicredit 6 procent onderuit.

In maart maakte de ECB het voor banken nog duurder om geld in bewaring te geven bij de centrale bank. Uit de notulen van die vergadering kwam donderdag naar voren dat de depositorente verder kan worden verlaagd, afhankelijk van de verwachtingen voor de inflatie en de groei. Dat vooruitzicht vergroot de zorgen over de winstgevendheid van de banken, die ook al kampen met de aanhoudend zwakke economische groei.

Verfproducent AkzoNobel en baggeraar Boskalis stonden ook in de onderste regionen van de AEX, met minnen van 1,6 procent. Altice was koploper met een winst van 1,7 procent.

Verder deden bedrijven in en rond de chipsector het redelijk. Chipmachinefabrikant ASML (plus 0,5 procent) was een van de spaarzame winnaars in de AEX. In de MidKap boekten toeleveranciers aan de chipindustrie Besi en ASMI plussen van bijna 1 procent.

De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 2,1 procent naar 36,98 dollar. Brentolie werd ook ruim 2 procent goedkoper bij 39 dollar per vat. De euro werd voor 1,1385 dollar verhandeld, tegen 1,1410 dollar bij het slot van de Europese beurzen op woensdag.