Aanklagers loven beklaagde Babic
De aanklagers van het Joegoslavië–Tribunaal hebben vrijdag de beklaagde Kroatische Servir Milan Babic uitvoerig geprezen. Het komt zelden voor dat aanklagers zo lovend zijn over een persoon die ze wegens misdaden tegen de menselijkheid vervolgen, maar de zaak Babic is bijzonder.
Aanklaagster Uertz–Retzlaff zei in de hoorzitting onder meer dat het voorbeeldige berouw en de vrijwillige medewerking van de gematigde familieman en politicus Babic verzoening in voormalig Joegoslavië bevordert. De voormalige Kroatisch–Servische leider Babic is de enige prominent die op eigen initiatief met het tribunaal heeft meegewerkt zonder dat druk op hem was uitgeoefend.
Uertz–Retzlaff had duidelijk grote moeite een straf te eisen. Tussen de lovende bewoordingen door ontkende ze berichten dat ze elf jaar cel zou willen eisen tegen Babic. De aanklaagster zei dat de straf „minder dan elf jaar" zou moeten worden „met de klemtoon op minder".
Babic meldde zich in 2001 al bij de medewerkers van het tribunaal in Servië om zijn verhaal te doen. Hij was toen nog geen beklaagde. Babic toonde berouw over zijn politieke rol in 1991 en 1992 tijdens het begin van de strijd van Servische extremisten tegen Kroaten in de Centraal–Kroatische streek Krajina.
De informatie van Babic en zijn getuigenissen voor het tribunaal „ondermijnen in de toekomst de mogelijkheden van (Servische) revisionisten om de werkelijke geschiedenis geweld aan te doen" voor hun politieke doeleinden, aldus de aanklaagster. Hij getuigde onder meer tegen de voormalige Servische leider Slobodan Milosevic, met wie hij destijds veelvuldig overleg pleegde.
Babic werd eind vorig jaar echter ook zelf in staat van beschuldiging gesteld. In januari bekende hij schuldig te zijn aan vervolgingen, een misdaad tegen de menselijkheid. De zitting van vrijdag was er een ter voorbereiding op de strafmaat. Drie magistraten onder voorzitterschap van de Nederlandse rechter Orie buigen zich daar nu over.
De taak van de drie is volgens Uertz–Retzlaff en de advocaten van Babic, Peter Müller en Robert Fogelnest, niet te benijden. Zij verwezen naar bijvoorbeeld de zaak Biljana Plavsic. Zij was destijds een vooraanstaand politica en de bevlogen rechterhand van de Bosnisch–Servische president Karadzic. Plavsic weigerde te getuigen tegen derden en bekende pas schuld in de loop van de procedures tegen haar. Zij kreeg elf jaar van het tribunaal.
Babic’ rol in de conflicten was miniem vergeleken bij Plavsic. Wat voor straf zou Babic dan moeten krijgen? Müller wees erop dat Babic slechts een middelmatig en weinig invloedrijk politicus was. Het historische belang van de persoon is niet dat hij korte tijd president van Krajina was. Het belangrijkste is dat hij de waarheid vertelt en schuld erkent. Hij is zo een rolmodel voor anderen die nog niet naar voren zijn gekomen om de waarheid over de oorlogen in ex–Joegoslavië te vertellen. Een hoge straf zou hen afschrikken. Aanklagers en verdedigers waren het hier vrijdag roerend over eens.
Fogelnest beklemtoonde in een emotionele rede de tragiek van Babic als mislukt gematigd politicus. Babic is volgens hem niet schuldig, omdat hij iets vreselijks heeft gedaan, maar omdat hij uit angst voor zijn sociale en politieke positie naliet iets te ondernemen tegen extremisten. Volgens Fogelnest moeten alle politici in de wereld hierbij stilstaan. Het Internationaal Strafhof (ICC) zal oordelen dat nalaten schuld betekent.
Fogelnest kon „geen dag cel" voor Babic aanbevelen. „Het leven van de politicus is al geruime tijd een hel. Iedereen haat hem en hij staat als schuldige voor dit tribunaal waar hij jarenlang beschermd getuige voor was. De Kroaten haten hem, omdat hij een Servische nationalist zou zijn en de Serviërs omdat hij met zijn ontboezemingen een verrader zou zijn. Zijn privéleven is door de veiligheidsmaatregelen rond zijn getuigenissen geïsoleerd en beperkt", aldus Fogelnest. Zo zou Babic nooit meer kunnen terugkeren naar zijn moeder en zussen in Servië.