Opinie

Commentaar: Referendum past in deze vorm niet in ons democratisch bestel

Nog voordat er één stem was uitgebracht in het raadgevend referendum over het associatieverdrag dat de EU wil sluiten met Oekraïne kon je al zeggen dat de 6e april 2016 een markeermoment is in ons democratische bestel. Hoe de uitslag vanavond ook zal zijn: Nederland heeft sinds lange tijd weer eens massaal gediscussieerd over de inrichting van onze democratie.

Hoofdredactioneel commentaar
6 April 2016 11:51Gewijzigd op 16 November 2020 02:40
beeld ANP, Lex van Lieshout
beeld ANP, Lex van Lieshout

Dinsdag mengde zelfs de vicepresident van de Raad van State, Piet Hein Donner, zich in die discussie door in een vraaggesprek met het dagblad Trouw te stellen dat het referendum in strijd is met de grondwettelijke bepaling dat een Kamerlid zonder last opereert. Want, zo is zijn redenering: een Kamerlid kan door het houden van een referendum, ook al is dat slechts raadgevend, eigenlijk niet meer echt zeggen wat hij vindt omdat hij zich toch iets gelegen moet laten liggen aan de uitslag van het referendum.

Dat Donner hier een punt heeft, wordt wel duidelijk door de verwarrende discussie die er inmiddels in politiek Den Haag wordt gevoerd over de vraag welke consequenties er verbonden moeten worden aan de uitslag van het referendum dat woensdag gehouden wordt. Stel dat er woensdag een nee-stem uit de bus rolt, moet het kabinet dan besluiten dat Nederland als enige van alle EU-lidstaten het verdrag niet ondertekent? Of moet het de eerdere handtekening van het parlement onder dit verdrag laten staan? Of kun je het eigenlijk niet maken de bevolking een raadgevende stem te laten uitbrengen terwijl je besluit niets te doen met die stem?

Aan deze vragen zijn er nog wel wat toe te voegen. Die van Donner bijvoorbeeld. Of de vraag of dat referendum eigenlijk wel goed georganiseerd is. Is de drempel van een opkomst van 30 procent om het referendum geldig te doen zijn niet te laag? En waarover kan er eigenlijk allemaal een referendum georganiseerd worden?

Inmiddels is de vraag van Donner alweer van z’n gevaarlijke lading ontdaan door te stellen dat Kamerleden er voor kunnen kíézen om zich iets van het referendum aan te trekken. En als het zijn of haar keuze is, dan blijft het beginsel dat hij zonder last of ruggespraak moet kunnen beslissen overeind.

Ooit meenden voorstanders van de invoering van het referendum dat dit democratische instrument hét middel was om de burger nauwer te betrekken bij de politiek. Inmiddels blijkt dat het voor de normale kiezer alleen maar ingewikkelder en onduidelijker is geworden. Tegenstanders van het referendum, die vinden dat dit instrument niet past in ons democratische bestel, lijken vooralsnog de minst rare kronkelredeneringen te hoeven bedenken om hun standpunt te onderbouwen. De kiezer kiest iedere vier jaar de volksvertegenwoordigers en die beslissen vervolgens over alles. Punt.

Woensdag heeft Nederland de wil van het volk vernauwd tot wat iets meer dan 15 procent van de kiesgerechtigden in dit land vindt. Zij zijn dé stem van hét volk geworden. Echte democraten, niet zelden hartstochtelijk voorstanders van referenda, krijgen het bij het zien van dit soort percentages hopelijk Noord-Koreaans benauwd.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer