Rechtbank ‘parkeert’ ambtsmisdrijven Van Rey
ROTTERDAM (ANP). De rechtbank in Rotterdam spreekt zich pas volgende week eventueel uit over de vraag of zij bevoegd is te oordelen over de ambtsmisdrijven waarvan de Roermondse politicus Jos van Rey (70) verdacht wordt. De vraag is of de Hoge Raad de ambtsmisdrijven niet moet behandelen.
Van Rey was ten tijde van de start van de vervolging immers lid van de Eerste Kamer. In het onderzoek kwam onder meer een afgeluisterd telefoontje van Van Rey naar voren over de burgemeestersbenoeming in Roermond. Op dat moment was de oud-wethouder van Roermond tevens lid van de Eerste Kamer.
In artikel 119 van de Grondwet, waarin ambtsmisdrijven worden behandeld, staat: „De leden van de Staten-Generaal, de ministers en de staatssecretarissen staan wegens ambtsmisdrijven in die betrekkingen gepleegd, ook na hun aftreden terecht voor de Hoge Raad. De opdracht tot vervolging wordt gegeven bij koninklijk besluit of bij een besluit van de Tweede Kamer.”
De rechtbank laat het aan het Openbaar Ministerie en de verdediging of over dit formele punt moet worden beslist.