Belangrijk punt is het geld dat El A. had geworven. Het werven van dat geld kon volgens het gerechtshof wel worden bewezen, maar omdat het geld nog niet aan een terroristische organisatie was gegeven, geldt dit volgens de rechters als een voorbereidingshandeling. Het OM is het daar niet mee eens.

Ook de vrijspraak voor het voorbereiden of bevorderen van het plegen van terroristische misdrijven is tegen het zere been van het OM. Het gerechtshof vond dat het niet concreet genoeg was welk soort misdrijven zou worden gepleegd en waar en wanneer dit zou gebeuren. Dat vindt het OM een te strikte lezing van de wet.

El A. en zijn medeverdachte Hakim B. werden in augustus 2013 aangehouden in Duitsland. In de door hen gehuurde auto’s lagen grote hoeveelheid goederen die volgens het OM bedoeld waren om mee te doen aan de gewapende strijd in Syrië. De twee mannen zelf claimden dat ze daar juist hulp wilden verlenen.

B. werd zowel door de rechtbank als later door het gerechtshof op alle punten vrijgesproken. Bij dat vonnis legt het OM zich neer.