Opperrabbijn Jacobs bepleit opheffing Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK)
AMSTERDAM. Gezien de slinkende omvang van de Joodse gemeenschap in Nederland is voortzetting van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) niet zinvol. Dat stelt opperrabbijn Jacobs in het Reformatorisch Dagblad.
Jacobs, werkzaam voor het Interprovinciaal Opperrabbinaat (IPOR) van Nederland, doet zijn uitspraak in het slotartikel van de serie ”Overleven in de mediene”. Als het aan de opperrabbijn ligt, wordt het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap opgeheven en gaan de NIK-gemeenten de Joodse Gemeente Nederland vormen, met lokale subgemeenten onder één rabbinaat. „Zodat we minder tijd hoeven te besteden aan structuren en ons meer kunnen richten op het grote doel: het bereiken van alle Joden in Nederland, ook zij die nu geen lid van een gemeente zijn.”
Het NIK werd in 1814 opgericht op initiatief van koning Willem I. Die wilde de Joodse gemeenten onder een landelijke koepel hebben. De Portugees-Israëlitische gemeenten bleven buiten het nieuwe kerkgenootschap.
Benoit Wesly, voorzitter van de Nederlands Israëlitische Hoofdsynagoge Limburg, gaat nog een stap verder dan Jacobs. Hij bepleitte in de serie het onderbrengen van het NIK, het IPOR en het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom in één overkoepelend orgaan, met een traditioneel en een liberaal onderdeel. Dat is volgens Jacobs niet realistisch.
Rabbijn Moshe Stiefel uit Almere nam in 2014 afscheid van het NIK. Zijn gemeente ging verder als Chabad Flevoland en kent geen leden. Lidmaatschap is volgens Stiefel niet meer van deze tijd. Jacobs heeft daarbij zijn aarzelingen. „Wel denk ik dat we ons moeten bezinnen op het fenomeen lidmaatschap. In de hele samenleving zien we dat steeds minder mensen zich willen binden aan welke organisatie dan ook. Daar komt bij dat Israëliërs het begrip lidmaatschap niet kennen, omdat in Israël de rabbijnen in dienst van de staat zijn. Dat maakt voor hen de drempel naar een Joodse gemeente in Nederland hoog.”
Het volledige interview met opperrabijn Jacobs verschijnt donderdag in de bijlage Kruispunt en later op RD.nl.