Het natuurgebied moet een omvang krijgen van 300 hectare, 2 bij 1,5 kilometer. De bedoeling is dat vlak achter de duinen een brak moerasgebied verrijst. Middelpunt daarvan zou een „volstrekt rustig” water- en weideterrein moeten zijn, aldus Ch. Jacobusse van Het Zeeuwse Landschap. De Zeeuwse gedeputeerde T. Kramer kreeg vrijdagmorgen de plannen voorgeschoteld. Naam van het nieuwe moerasgebied zou ”Waterdunen” moeten worden. Waterdunen verwijst naar een voormalig Zeeuws stadje, gelegen in de monding van de Westerschelde, dat in de Middeleeuwen door de golven is verzwolgen.

Het natuurgebied moet ook stukken bos krijgen, waar mountainbikers en paardrijders hun hart kunnen ophalen. In en om het natuurgebied liggen reeds recreatiebedrijven. Een paar keer per jaar zal via een bestaande sluis vis worden doorgelaten in het natuurgebied. Die vis is vooral bestemd als voedsel voor de vogels.

Kosten van het project zijn naar schatting 10 miljoen euro. Wie dat bedrag gaat betalen, is nog niet helemaal helder. Ongeveer de helft wordt bekostigd door recreatieondernemers die moeten voldoen aan het zogeheten rood-voor-groenprincipe. Dat houdt grofweg in dat de ondernemers bij uitbreiding van bijvoorbeeld een camping met 1 hectare, betalen voor 3 hectare, waarvan er twee bestemd zijn voor natuurinrichting. Het Zeeuws Landschap denkt zelf ten minste een half miljoen euro voor het project te kunnen ophoesten. Daarnaast wordt een beroep gedaan op subsidiepotten.

Het project zou meer toeristen naar West-Zeeuws-Vlaanderen moeten lokken. „Na het wegvallen van de veerverbinding tussen Vlissingen en Breskens wordt deze streek een beetje een uithoek”, aldus Jacobusse. Het natuurproject moet het bijzondere karakter van West-Zeeuws-Vlaanderen als eldorado voor vogelaars onderstrepen. „We hebben hier een uniek vogelgebied. Mensen uit heel Europa komen hier vogels kijken. Soms vliegen er op één dag 30.000 zwaluwen voorbij.”

Het Zeeuws Landschap, dat de plannen door aannemersbedrijf Grontmij heeft laten uitwerken, verwacht weinig protest tegen de plannen. Uit contacten met bestuurders van de provincie en gemeente zou blijken dat er breed draagvlak is voor het project. Jacobusse hoopt dat over vijf jaar de eerste spade de grond in gaat.