Opinie

Commentaar: Genoeg redenen om meer kerels voor de klas te hebben

Een hardnekkig probleem. Zo kan het grote tekort aan meesters in het basisonderwijs zonder overdrijving worden genoemd. Acties, campagnes en maatregelen van de afgelopen jaren ten spijt: het aantal mannen voor de klas wil maar niet stijgen. Op dit moment is de verhouding zo’n 111.000 jufs tegen nog geen 18.000 meesters. Oftewel: slechts één op de zeven leraren basisonderwijs is een man. Dat beeld zal voorlopig niet veranderen. Komende jaren stromen veel meesters uit, terwijl hun opvolgers, die nu op de pabo zitten, hoofdzakelijk vrouwen zijn.

Hoofdredactioneel commentaar
30 March 2016 13:06Gewijzigd op 16 November 2020 02:30
Er zijn genoeg redenen om meer meesters voor de klas te hebben. beeld Dirk-Jan Gjeltema
Er zijn genoeg redenen om meer meesters voor de klas te hebben. beeld Dirk-Jan Gjeltema

De oorzaken van de vervrouwelijking in het basisonderwijs zijn bekend: jongens vinden de pabo te soft, ze missen status in het beroep van leerkracht, ze willen carrière maken en kunnen elders meer geld verdienen. Die materialistische trend gaat de reformatorische gezindte niet voorbij, maar roept opmerkelijk weinig verontrusting op.

De gevolgen van de feminisering zijn ook bekend: op sommige basisscholen krijgen de leerlingen alleen les van jufs, terwijl het voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen goed is dat ze in aanraking komen met jufs én meesters. Schoolteams missen de nuchtere, zakelijke inbreng van mannelijke collega’s. Nuancering is wel gewenst: een school met alleen jufs kan goed onderwijs geven. Met alleen meesters ook.

De ChristenUnie in de Tweede Kamer vroeg dinsdag opnieuw aandacht voor het mannentekort in het basisonderwijs. De partij wil ”meer kerels voor de klas”. Ze denkt dit te kunnen bereiken door onder andere meer fulltimebanen te creëren, aangezien mannen, in tegenstelling tot vrouwen, liever fulltime werken.

Het is niet fair een goedbedoeld plan direct af te schieten, maar is dit het ei van Columbus? De vele vrouwelijke parttimers in het basisonderwijs zijn ergens het gevolg van: van het gebrek aan mannen. Om alle lessen te kunnen geven, moeten schooldirecteuren veelvuldig gebruik maken van moeders die ooit fulltime voor de klas stonden, maar nu hun baan combineren met een gezin. Dit patroon doorbreken is niet eenvoudig.

Er zijn redenen genoeg om het grote tekort aan mannen voor de klas serieus te nemen. Een opvallende, tegelijk gevoelige, is deze: onderzoek wijst uit dat jongens op de basisschool minder gemotiveerd zijn dan meisjes. In het verlengde hiervan: in het speciaal basisonderwijs bestaat 90 procent van de leerlingen uit jongens. Hebben deze zaken iets te maken met de afwezigheid van mannelijke identificatiefiguren op de basisschool?

Het lijkt erop dat de reformatorische kring zich heeft verzoend met de gedachte dat het basisonderwijs het domein van vrouwen is. Dat zou jammer zijn. Er ligt een uitdaging voor basisscholen, pabo’s, onderwijsorganisaties, ouders en kerken om jongens te blijven motiveren voor een baan in het basis­onderwijs. Wie neemt het voortouw voor een originele aanpak? Of moet de spa eerst dieper de grond in en moet de vraag op tafel komen: waarom heeft het beroep van meester zo weinig aantrekkingskracht? De reformator Luther zei: „Ik ken geen stand op aarde die ik meer zou beminnen dan die van leermeester.” Hoe reformatorisch is de reformatorische kring in dit opzicht nog?

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer