Sharon: Verwijdering Arafat blijft mogelijk
Israël zal in de toekomst mogelijk ook actie ondernemen tegen de Palestijnse leider Yasser Arafat. Dat heeft de Israëlische premier Ariel Sharon gezegd.
In een donderdag opgenomen interview met de Israëlische televisie zegt Sharon dat zijn regering overweegt om na de aanslag op Hamas-leider sjeik Yassin ook „maatregelen te nemen” tegen Arafat. Of hij daarbij doelt op het uit de weg ruimen van de Palestijnse leider of dat het erom gaat hem de Palestijnse gebieden uit te zetten, maakt Sharon niet duidelijk. Het vraaggesprek met de premier is opgenomen ter gelegenheid van de viering van het Pascha. Het zou vrijdag worden uitgezonden.
De regering-Sharon heeft enkele maanden geleden een verklaring aangenomen waarin Arafat verantwoordelijk wordt gesteld voor Palestijnse zelfmoordaanslagen en waarin wordt aangekondigd dat hij op termijn „moet worden verwijderd.”
Na luid internationaal protest zag de Israëlische regering voorlopig af van acties tegen Arafat, maar het plan is nog niet in de prullenbak beland, blijkt uit de uitlatingen van Sharon. Volgens de premier zal Arafat niet tot in lengte van dagen ongestoord zijn werk kunnen blijven doen vanuit Ramallah, waar hij al twee jaar vastzit omdat Israël heeft aangekondigd hem niet terug te laten keren als hij de stad verlaat.
De VN-organisatie voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) is donderdag gestopt met de voedselverdeling onder 600.000 inwoners van de Gazastrook. De organisatie zegt door haar voorraden heen te zijn door nieuwe Israëlische veiligheidsmaatregelen.
Israël heeft het transport van lege voedselcontainers uit de Gazastrook verboden na een zelfmoordaanslag van vorige maand, waarbij de daders zich mogelijk in zo’n container hadden verstopt. Door het verbod kan het Palestijnse gebied niet meer worden bevoorraad. UNRWA-directeur Peter Hansen zei te vrezen voor een hongersnood. Normaal levert zijn organisatie 250 ton voedsel per dag af in de Gazastrook. Volgens Hansen is de veiligheid van Israël niet gediend met het belemmeren van de noodhulp.