Emerson Vermaat: Waarschuwen tegen het kwaad
Van zijn vader leerde Emerson Vermaat al dat hij met communisten moest oppassen. Van zijn moeder leerde hij de geestelijke strijd. Het waren lessen die zijn leven stempelden. Inmiddels schrijft de oud-journalist elk jaar een boek. „Ik wil mensen voorlichten en waarschuwen tegen bedreigingen.”
Zijn familie dacht dat de communisten hamer en sikkel gebruikten om op vijanden in te hakken. „Zo bloeddorstig vond men het.” Het is een van de weinige keren in het gesprek dat Vermaat spontaan lacht.
De appel viel dus niet ver van de boom. Want u groeide zelf uit tot groot communistenvreter.
„Klopt. Hoewel, het communisme in Cuba is geen bedreiging meer. En Gorbatsjov heb ik altijd bewonderd.”
Zijn huis gaat hij opruimen, mompelt hij steeds. Hij is al bezig. Elke week verdwijnen er al boeken. „Kijk, daar zie je al een gat.”
Maar de boeken zijn het ergste niet. De huiskamer ligt vol stapels krantenknipsels en A4’tjes. Dat gaat hij dus opruimen. Vast en zeker.
Zijn rechterbovenarm is gebroken. Niet eens tijdens de jaarlijkse skivakantie, maar in zijn eigen huis. Dat geeft een beperking. Typen aan zijn nieuwe boek over ”Hitler en de Arabieren” gaat niet meer zo vlot. „Ik heb zeker twee weken vertraging.”
Graven in de hoge stapels is lastig. Hij zoekt dat ene politierapport over criminaliteit onder Turken. Er komen allerlei rapporten op tafel, over criminele buitenlanders, over kindhuwelijken („da’s ook belangrijk, daar zijn er in Nederland al 250 van”), maar het rapport komt niet boven. Het is er wel hoor, hoewel, misschien heeft hij het iemand toegestuurd. Het komt uit 2001, dus is niet nieuw, maar toch, waar is het? Het moet toch op die stapel liggen?
Verder vindt hij alles altijd terug. Rond de tafel waar de computer op staat, ligt het materiaal over de aanslagen in Frankrijk. Op de tweezitsbank dat over het moslimterrorisme in België. Die berg onder de tafel is niks. Of, wacht even, nee, dat gaat allemaal over IS. En die dozen bevatten documentatie over de Hofstadgroep en de jongens uit de Schilderswijk. De processen heeft hij grotendeels bijgewoond.
In een aparte doos zitten geheime stukken van het Bundeskriminalamt uit Duitsland over de handlangers van Bin Laden in Hamburg. Van een cd-rom gekregen van de Italiaanse terreurdeskundige Lorenzo Vidino in Washington.
Zijn boekje over Hitler blijft dun. Dikke pillen als in de jaren zeventig komen niet meer uit zijn pen. Dit nieuwe boek wil hij in een iets vlottere stijl schrijven, om het beter te laten verkopen. „Van mijn boeken gaan er zo’n 500 over de toonbank. Soms iets meer. Het boek over al-Qaida heeft een tweede druk gekregen.”
Eind 2004 ging hij bij de Evangelische Omroep met vervroegd pensioen. Hij had wel willen doorgaan, maar de rubriek 2Vandaag werd opgeheven en er moesten mensen uit. „Achteraf een foute beslissing van de EO. Intussen werk ik dus nog steeds. Elke dag zit ik zo’n vier tot vijf uur per dag achter mijn bureau.”
Elk jaar overlegt hij met zijn uitgever, Perry Pierik van Aspekt, over een nieuw project. Ver vooruitdenken doet hij niet. „Vanuit Leiden ben ik weleens gevraagd om een proefschrift over terrorisme in Nederland, maar dat is een heidens karwei. In lange werkdagen heb ik geen zin meer.”
Hebt u nog tijd voor kerkgang?
„Met die gebroken arm is er de laatste tijd weinig van gekomen. Maar ik ga tegenwoordig naar de vrijgemaakte kerk in de Amersfoortse wijk Kattenbroek.
Daar is een goede prediking. De kerk zit vol. Na de dienst drink ik er koffie. Ik ben 67 en moet dus wel wat contacten hebben. In deze buurt ken ik verder weinig mensen.
Eigenlijk ben ik hervormd, maar de wijkgemeente hier is niks. Andere wijkgemeentes zijn te ver. Ik moet alles lopen. Voor het rijbewijs ben ik vier keer gezakt.”
Speelt uw familiehistorie mee in uw werk?
„Ik denk van wel. Als ik mensen hoor over kampervaringen, kan ik dat aanvoelen. Mijn vader werkte als landbouwkundig ingenieur in Nederlands-Indië. Ons gezin werd in 1942 in een jappenkamp ondergebracht. Een oudere zus en mijn grootvader zijn daar gestorven.
Ik ben pas geboren nadat de familie terug was in Nederland. Maar die belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog is dus heel persoonlijk.”
Uw vader behoorde tot de Waalse Kerk, die niet bekendstaat als evangelisch bewogen. Waar hebt u uw vorming vandaan?
„Van mijn moeder. Zij is in 1955 blijvend veranderd door het optreden van Billy Graham in Rotterdam. Mijn vader volgde haar daar niet in. Hij was wel trots toen ik in 1989 in Amerika een boek over de Wereldraad van Kerken uitgaf.”
Wat is het grootste probleem in de wereld?
„De nieuwe slavernij door mensensmokkel en vrouwenhandel. Eritrea bijvoorbeeld stuurt bewust asielzoekers naar ons.”
In Turkije houdt de maffia zich bezig met mensensmokkel. Vermaat legt enkele boeken op tafel. Een daarvan waarschuwt tegen de import van niet-westerse culturen. Bij het verschijnen van dat boek eind jaren negentig was dat geluid nog taboe.
Daarom stoort Vermaat zich aan de afspraken van de Europese Unie met Turkije over de vluchtelingenstroom. „Turkije wil toetreden tot de EU en nu al beginnen met visumvrij reizen. Dat betekent dat de EU aan conflicthaarden als Irak en Syrië gaat grenzen.”
De EU moet zich afzijdig houden van de Turkse maffia. „Die organiseert de migratie. Ze vertelt vluchtelingen dat ze in Duitsland, Zweden en Nederland een huis met een uitkering kunnen krijgen. Enkele aanslagplegers in Parijs kwamen via die route. Wij staan machteloos. Merkel is dom geweest door de deur open te zetten.”
Griekenland zal er niet in slagen vluchtelingen terug te sturen, zoals het akkoord eist. „Die mensen zullen zich verzetten.”
Wat is het alternatief?
„Hekken bouwen, net als Macedonië en Hongarije, en dat heel vaak op televisie tonen. Het is een paardenmiddel. Maar we laten zien dat we de grenzen beschermen.”
Beelden van mensen bij hekken passen niet bij het menselijke gezicht dat de EU wenst.
„Ook het geven van een status aan economische vluchtelingen –die heel bewust Duitsland eruit pikken– en oorlogsmisdadigers is tegen het internationaal recht. Ze zouden ook in Turkije kunnen blijven. Dat is geen perfect land, maar beter dan Syrië. Volgens internationaal recht ben je pas vluchteling als je leven echt in gevaar is.”
U schrijft al veertig jaar. Heeft het nut gehad?
„Ik denk van wel. Op Google kun je zien dat ik geciteerd word.” Vermaat pakt een wetenschappelijk boek over al-Qaida uit de kast. „Hierin wordt een Engelstalig artikel van mij aangehaald.”
Elk jaar krijgt hij een overzicht van bibliotheken. „Zelfs mijn oudere werk wordt nog uitgeleend. Het is dus niet zinloos.”
Ooit wil hij nog weleens op Facebook. Dan zou hij meer invloed kunnen hebben. „Maar ik wil niet zo bekend worden dat ik op straat word herkend. Daarom mijd ik tv-optredens. Behalve die ene keer, bij CNN, over de Hofstadgroep.”
Uw eerste boeken, ”Signalen van de eindtijd” (1975) en ”Christus of ideologie” (1977), hadden een getuigend karakter. Uw nieuwste boeken zijn een aanklacht tegen georganiseerde misdaad en moslimfundamentalisme. Is dat een ontwikkeling van de geestelijke strijd naar de gewapende strijd?
„Ik wil mensen voorlichten en waarschuwen tegen bedreigingen. Zodoende richt ik me naar de actualiteit. In de jaren zeventig was dat het communisme, dat via de oecumenische beweging de kerk binnenkwam. Ook het milieuvraagstuk heb ik toen aan de orde gesteld. Momenteel ben ik verontrust over de radicale islam en de internationale misdaad.
Natuurlijk heb ik me ontwikkeld. Ik zou die boeken niet meer zo schrijven. Mijn ”Kantelend millennium” is anders van toon, hoewel redelijk gelijk van inhoud.”
Misschien spitsten uw eerste geschriften zich meer toe op de tegenstelling tussen christelijk en niet-christelijk?
„Ik geloof nog steeds in de antithese. Andere geloven lossen de problemen niet op. Dat is de achtergrond van mijn boekje over het ontstaan van de Evangelische Omroep. Maar als je bij uitgeverij Aspekt voor een algemeen publiek schrijft, moet je daar anders mee omgaan.
Ik volg deze twee sporen altijd al. Mijn eerste artikel publiceerde ik ooit in het wetenschappelijk tijdschrift Civis Mundi. Daarin kun je de mensen niet oproepen om zich tot Jezus te bekeren.
Wat ik nu doe, is waarschuwen tegen de antichristelijke en anti-joodse elementen in de islam. Ik zeg trouwens niet dat Mohammed een valse profeet is, of zo. Daar moet je mee uitkijken.”
Bent u weleens bedreigd?
„Gelukkig niet, maar ik wil dat ook niet uitlokken. Tijdens de Koude Oorlog ben ik op een conferentie van de Wereldraad van Kerken weleens uitgebreid gefotografeerd door een Oost-Duitse journalist. Waarom dat was, weet ik niet. Beatrice Jansen-de Graaf heeft in DDR-archieven weinig over mij kunnen vinden. Dat verbaasde me wel. Ik was er toch vaak geweest en ik heb er ook mensen weggehaald. ”
Misschien was u toch niet zo gevaarlijk.
„Mogelijk. De Stasi richtte zich op bedreigingen in het binnenland. Maar er was ook een spionagetak in het buitenland actief. Die financierde in Nederland de Generaals voor Vrede. Dat deel van het Stasi-archief heeft Beatrice niet gezien. Mogelijk zit daar iets over westerse journalisten in. Ik weet wel dat vrienden van de DDR mij een gevaarlijke man vonden.”
Wikipedia zegt dat in 1977 uw naam rondzong om RPF-lijsttrekker te worden. Zou dat waar zijn?
„Dat kan best, maar ik ben nooit benaderd. Ik heb trouwens later bedankt als RPF-lid, omdat mijn journalistieke onafhankelijkheid in gevaar kwam.”
Vermaat bleef in 1990 achter, toen zijn vrouw hem na twintig jaar verliet. Later vond hij een nieuwe liefde in Bulgarije, maar tot een huwelijk kwam het niet. Nog niet. „Ik zou er geen probleem mee hebben. We moeten afwachten. Zij heeft er ook geen probleem mee. We zullen wel zien. Het is misschien ook een beetje privé.”
U hebt weleens gesproken over uw twee persoonlijkheden. Hoe bedoelt u dat?
„Aan de ene kant ben ik verstrooid. Ik vergeet gemakkelijk dingen. Op straat loop ik soms een bekende voorbij zonder te groeten. Met mijn hoofd ben ik dan nog bij het werk. Als het gaat over citaatverwijzingen in mijn boeken, ben ik weer redelijk nauwkeurig.
Toen ik pas vanwege mijn gebroken arm bij mijn broer logeerde, stootte ik zomaar een plant omver. Die stond er ook wel onhandig, maar zulke dingen overkomen mij soms. Op de redactie maaide ik vaak kopjes koffie omver. Dat mocht ik dan zelf weer opruimen. Een tijd lang zette ik mijn beker in een bakje, om de schade te beperken. Maar dit jaar is het nog weinig gebeurd, denk ik.
Waar dit vandaan komt, weet ik niet. Als jochie had ik er geen last van. Maar gelukkig is het geen alzheimer.”
Levensloop drs. Emerson Vermaat
Drs. J. A. E. (John Arthur Emerson) Vermaat werd in 1947 in Velp geboren. In Leiden studeerde hij af in het volkenrecht.
Aanvankelijk werkte hij bij de Tweede Kamer, maar begin jaren zeventig raakte hij betrokken bij de Evangelische Omroep. Eerst was hij daar documentalist. Later ontwikkelde hij zich tot radio- en tv-journalist.
Hij publiceerde een kleine twintig boeken, aanvankelijk bij uitgeverij De Banier en de laatste jaren bij uitgeverij Aspekt. De meeste uitgaven handelen over de (internationale) misdaad, de radicale islam en de Tweede Wereldoorlog.
Vermaat is gescheiden.