We gedenken deze week de opofferende liefde van Christus. Hij toont Zijn liefde aan mensen die er niet om vroegen en het niet verdienden. Zijn dood voor vijanden is de grondslag en vervulling van Zijn nieuwe gebod. Nieuw, omdat Christus het ons opdroeg en ons daarin volmaakt voorging.

Ook de Bataven kenden het oude gebod: „Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet.” En de Joden kenden het liefdegebod in positieve zin: „En gelijk gij wilt dat u de mensen doen zullen, doet gij hun ook desgelijks.” De Heiland vraagt ons echter een mijl verder te gaan: „Volg Mij, offer je eigen bestaan op ten behoeve van je naaste, en wordt zo Mijn beeld gelijk.”

Onverantwoord

Je eigendommen opofferen ten behoeve van behoeftigen? Vaak wordt de daadwerkelijke gehoorzaamheid aan deze opdracht weggeëxegetiseerd. Het gaat om je hart, je intentie, zo wordt dan gezegd. Je hoeft echt je bezittingen niet te verkopen, zoals de eerste christenen deden.

Weglopen vanachter de runderen? Je visnetten achterlaten? Het tolhuis onbeheerd leeglaten? Je oude vader alleen laten? Dat kan niet de bedoeling zijn. Dat is onmogelijk en onverantwoord; ik heb een gezin, een bedrijf, belangrijke verantwoordelijkheden, ook in de kerk…

En toch zegt de overste Leidsman: „Dóe wat Ik je vraag.” Dat is bouwen op de rots. Ik ben in de wereld gezonden om alles te geven. Ik ben voor u arm geworden. Zo zend Ik ook u.

Unieke fase

Christus’ nieuwe gebod ”Honderd procent opgeven van jezelf” maakt veel rijker dan het gebruikelijke ”Negentig procent houden voor jezelf”. Alleen wanneer het tarwegraan sterft, draagt het veel vrucht.

Tot die zelfopofferende navolging wordt een christen geroepen. Christus roept ons op: „Volg Mij, in wat Ik deed. Draag je kruis, door verdrukking en moeite heen. Gaat heen, de hele wereld over. Doe geen half werk. Bebouw de aarde, timmer huizen, deel brood, maak wijn, genees, troost, onderwijs, doe recht en verkondig het Evangelie, de blijde genadeboodschap, de boodschap van de gerechtigheid van Gods Koninkrijk.”

En u kunt het! Tweeduizend jaar lang hebben christenen, net als ieder ander, gesappeld en getobd om de eindjes aan elkaar te knopen. Maar sinds de jaren zestig is er iets grondig veranderd. Er is een volstrekt unieke fase in de wereldgeschiedenis aangebroken. Honderdduizenden christenen zijn zo gezegend dat ze alles hebben wat hun hartje begeert.

Bovendien, we hebben productieve gewassen en vee, doeltreffende geneesmiddelen, technologie voor transport en communicatie, en heel Gods Woord op een mobieltje. Ik denk dat de grote tegenstander van God zijn hete adem inhoudt. Stel je voor dat die honderdduizenden christenen daadwerkelijk gehoor zouden geven aan hun Meester en dit arsenaal zouden gaan gebruiken om Zijn gebod tot navolging handen en voeten te geven…!

Gerustheid

Christenen, word wakker! Laat je gehoorzaamheid aan Gods roeping niet verzanden door gemakzucht. Het is zo behaaglijk om bij de onbekommerde 5 procent van de rijksten ter wereld te behoren. Maar vergeet niet: je wordt gezegend om tot een zegen te zijn. Dat is de weg, de weg van het leven!

Welke duw hebben wij nodig? Dat de salafisten onze gerustheid komen verstoren? Dat de duizenden vluchtelingen onze zuurverdiende voorzieningen komen gebruiken?

Zijn dat geen kloppen op onze deur? „Christenen, waar zijn jullie? Ik heb honger en dorst. Ik ben een vreemdeling, ontheemd, en ziek. Driekwart van Mijn wereld heeft je nodig, meer dan de helft van je medemensen lijdt. Waar blijf je met al de zegeningen die Ik je gaf, wat doe je ermee?”

Koning Jezus ging in het armste deel van Israël wonen, deelde Zijn hele bestaan met de behoeftigen daar. Hij ging vandaar naar Syrië, Libanon en Jordanië. Geen plaats was te ver voor Hem. Ondertussen had Hij niets waarop Hij Zijn hoofd kon neerleggen.

Deze Koning vraagt je om te volgen, om Zijn lichaam op aarde te zijn. Toe maar, mens! Je bent geschapen naar Gods beeld, om als barmhartige rentmeester te zorgen voor je medemens en heel Zijn schepping.

Modder

Dat God uit genade Adamskinderen uit de verstikkende modder van de zonde wil trekken, is weergaloos groot. Maar als christen moet je niet verwonderd op de rand van die modderpoel blijven zitten. Sta op, en doe wat je hoort te doen! Het zal je leven ongelofelijk verrijken. Je zult je telkens weer verheugen in God. En Christus Zelf zal elke dag weer je moddervoeten wassen en zalven.

Uw Meester zegt tot u: „Leef en ga heen, verkoop al wat je hebt, onderwijst alle volken, lerende hen onderhouden wat Ik geboden u heb.” Voor leven en welzijn.

De auteur heeft een agrarisch bedrijf in Ethiopië.