Vissorteerder Jacob Schenk uit Urk over het conflict met de afslag
De Urker vissorteerders, in het dorp peken genoemd, mogen weer aan het werk in de plaatselijke afslag. Dat bepaalde de voorzieningenrechter in Lelystad deze week in het kort geding dat de Combinatie van Vissorteerders tegen Visveiling Urk had aangespannen. Peek en musicus Jacob Schenk (42) is opgelucht.
TOEN
Toen ik een jaar of 17 was en op de Saldenus in Amersfoort een MTS-opleiding werktuigbouw volgde, ben ik gaan peken. Veel Urker jongens deden dat. Vrijdagmiddag uit school ging je naar de afslag, en vaak ook op de vroege maandagmorgen. Het verdiende goed. Na een jaar had ik het in Amersfoort wel gezien; techniek is niets voor mij. Toen heb ik aan het conservatorium in Zwolle gestudeerd, orgel en koordirectie. De muziek is uiteindelijk mijn hoofdberoep geworden. Ik ben nu dirigent van vijf koren, speel orgel, piano en panfluit en treed op als tenor. Daarnaast heb ik nog een kleine lespraktijk.
Na het conservatorium heb ik enkele jaren les gegeven aan een muziekschool. In die tijd peekte ik niet. In 1997 trouwde ik met Albertje Baarssen. We hebben drie kinderen gekregen, die nu tussen de 10 tot 17 jaar zijn. De eerste 10 jaar van ons trouwen had ik een parttimebaan als postbezorger. Een jaar of 15 geleden ben ik ook weer gaan peken. Wij krijgen een vast percentage van de besomming (opbrengst van de geveilde vis, TR). Daardoor schommelt onze vergoeding. Het aantal uren dat ik in de afslag sta, hangt af van de hoeveelheid vis die we moeten uitzoeken. Op maandag beginnen we in alle vroegte, om een uur of 1 ’s nachts. Meestal zijn we tegen de middag klaar. Vrijdag starten we wat later. De andere dagen van de week is er weinig vis. Groot voordeel voor mij is de vrijheid. Als het me niet uitkomt omdat ik bijvoorbeeld een CD-opname heb, is dat nooit een probleem.
We zijn niet in dienst van de afslag, maar min of meer zelfstandig. De combinatie behartigt onze belangen. De groep is heel divers. Kleine ondernemers, studenten, IJsselmeervissers, mensen die de rest van de week in de visindustrie werken. Sommigen zijn later dominee geworden. Jacob Bos, Klaas Visser en Daniël Bos bijvoorbeeld. Ben Visser werd burgemeester van Scherpenzeel. In de peek ben je allemaal gelijk, het is heel sociaal werk. Je krijgt echt een band met elkaar. We delen lief en leed en de solidariteit is erg groot.
NU
De afslag heeft vorig jaar een sorteermachine aangeschaft, die een deel van ons werk moet overnemen. Maar die draait nog steeds niet goed. Ik vrees dat het veel geld gaat kosten voordat de technische problemen zijn opgelost. Het was de bedoeling dat wij het overblijvende sorteerwerk zouden blijven doen. Maar de afslagdirectie en onze voormannen werden het niet eens. De laatste weken voelden we aankomen dat het mis zou lopen. De directie heeft de overeenkomst met de combinatie opgezegd en ons een contract aangeboden. Maar dat geeft ons geen enkele zekerheid. Ze nemen je voor een half jaar aan en daarna moet je maar afwachten of ze je nog hebben willen. Bovendien raak ik een stuk vrijheid kwijt. Ik heb niet getekend en ik ben dat ook niet van plan.
Op 1 februari heb ik meegedaan met de werkonderbreking. We stonden met de rug tegen de muur. De directeur wilde ons niet meer betalen. Wat moet je dan? Ik vond het best moeilijk: weglopen terwijl er nog zoveel vis in de afslag staat die moet worden uitgezocht. Maar dat hebben we de volgende dag alsnog gedaan. We dachten toen dat er een oplossing kwam, maar een dag later liep dat al weer op niets uit. De afslag liet ons niet meer aan het werk. Dat duurt nu al vijf weken. Er zijn mensen die alleen van dit werk moeten leven. Voor hen vind ik het heel erg hoe ze behandeld worden. Er zijn er die hebben getekend. Ik kan dat wel begrijpen: zij hebben geen keus.
Het conflict met de visafslag raakt het hele dorp. Iedereen heeft in zijn familie of vriendenkring vissers maar ook peken. Dat kan tot spanningen leiden. Gelukkig heb ik met niemand ruzie gekregen, maar discussies zijn er genoeg. Met een van onze vrienden bijvoorbeeld, die is visserman. Ik begrijp dat wel: de vissers zijn formeel onze opdrachtgevers, zij moeten voor het sorteren betalen en hopen dat het met die machine goedkoper wordt.
Woensdagmiddag kreeg ik van iemand een appje dat de uitspraak in ons voordeel was. Ik was blij en opgelucht. Maar ik dacht ook meteen: wat nu? Kan ik vrijdag weer aan het werk? Of houden ze ons tegen? Het was heel onwerkelijk.
STRAKS
De uitspraak van de rechter staat als een huis. Teun Visser (directeur Visveiling Urk, TR) moet ons gewoon weer binnenlaten. Maar hij geeft nog steeds niet toe. Als het aan hem ligt, kunnen we op zijn vroegst eind volgende week aan de slag. Dat kost weer een week inkomen. De combinatie heeft daarom donderdag een tweede kort geding ingediend.
Ik denk niet dat de afslagdirectie en wij er onderling uitkomen. Daarvoor is er te veel gebeurd. Het zal wel op een arbitrage uitdraaien, of een bodemprocedure. Maar als ik weer mag peken, dan ga ik. Voorlopig zit ik nog in onzekerheid. Maar dat heb je ook als je naar wat anders uitkijkt.
Tot nu toe hebben we het verlies aan inkomsten met ons gezin kunnen opvangen. Maar zo kan het niet doorgaan. Met peken verdien ik ongeveer een derde van mijn inkomen. Dat is behoorlijk wat geld. En het is prachtig werk. Hard aanpakken, maar je hoeft er niet bij na te denken. Even lekker je hoofd leegmaken, dat heb ik echt nodig naast het werk in de muziek. Het geeft me weer energie.
Ik heb wel nagedacht hoe het verder moet als het peken wegvalt. Kan ik misschien in de muziek nog wat meer doen? Muziek is mijn passie. Aan de andere kant is dit ook een leerzame periode. Je moet je vertrouwen niet op het geld stellen, maar op de Heere. Maar ik besef dat ik dat gemakkelijk kan zeggen; ik heb nog andere inkomsten.