„Opleiding voor migrantenpastor vult leemte aan Nederlandse universiteiten”
AMSTERDAM. De eenjarige ambtsopleiding voor migrantenpastors en kerkleiders die op 1 september aan de Vrije Universiteit (VU) van start gaat, vult een gat aan de Nederlandse universiteiten.
Dat stelde dr. Peter Roelofsma, voorzitter van de bestandscommissie voor de ambtsopleiding en coördinator van het Centre for Migrant Churches and Theology (CMCT), maandag bij de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen Samen Kerk in Nederland (SKIN), een vereniging van migranten- en internationale kerken in Nederland, en de VU.
„Ik geloof in openheid, samenwerking en een wetenschappelijke benadering”, aldus dr. Roelofsma. „Soms worden er discussies gevoerd die ook aan de universiteit moeten worden gevoerd, en soms blijven onderwerpen juist in de ivoren toren van de universiteit.”
Het CMCT richt zich op een beter begrip van de identiteit van migrantenkerken en op de rol van deze kerken in de postmoderne samenleving en de dagelijkse Nederlandse context. Het centrum bestudeert niet alleen de theologische, maar ook de psychologische en sociologische aspecten van migrantenkerken. Ter gelegenheid van de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst werd maandag de eerste conferentie van het CMCT gehouden onder de titel ”The church is boring if it is not relevant” (”De kerk is saai als zij niet relevant is”).
Koninkrijk
Volgens Dr. Moses Alagbe, voorganger van het Maranatha Community Transformation Center in Amsterdam-Zuidoost, is de kerk saai wanneer ze alleen maar met zichzelf bezig is. „Jezus was niet bezig met het stichten van een religie of een kerk, maar met het Koninkrijk van God. Hij stond met beide benen in de wereld en sprak over armoede en gerechtigheid. Toen de kerk van een beweging een instituut werd, is ze dit kwijtgeraakt en hield ze zich vooral bezig met het verdedigen van doctrines. Evangelisatie en sociale gerechtigheid zullen hand in hand moeten gaan.”
Socioloog ir. Rien van der Toorn benadrukte het belang voor de kerk om geworteld te raken in de Nederlandse cultuur en waarschuwde voor een eenzijdige focus op de stad. Hij trok een vergelijking met de Vroege Kerk in Noord-Afrika, waar nu alleen de Koptische Kerk nog over is. „De katholieke kerk bestond alleen in de steden, en sprak enkel Latijn. De kerk was daar niet relevant voor de gewone man. De Koptische Kerk sprak daarentegen wel de lokale taal, en de gewone man. De vraag aan migrantenkerken is: hoe raken wij geworteld, zodat we relevant kunnen zijn voor de seculiere mens?”
Een eerste stap hiertoe is een intensivering van het contact tussen de Nederlandse kerken en de migrantenkerken, aldus dr. Samuel Lee, voorganger van een pinkstergemeente in Amsterdam-Zuidoost. „De kerken begrijpen elkaar niet en werken parallel. Er moet een dialoog op gang komen.” Dr. Roelofsma sloot zich hier bij aan: „Dit is ook een van de redenen om dit opleidingsprogramma op te zetten. Studenten krijgen vaardigheden aangereikt om niet alleen de Nederlandse samenleving, maar ook andere kerken te leren kennen. We moeten bruggenbouwers worden.”