Oprecht
De eeuwige Zoon van God zegt in Johannes 10: „Mijn schapen horen Mijn stem…’’ In deze woorden stelt Christus eerst een gelijkenis voor. Hij ontleent die aan de schapen, waarbij Hij Zijn gelovigen vergelijkt. Hierin stelt Hij twee kentekenen van oprechte christenen voor ogen en daarna doet Hij een schone belofte.De kentekenen van de oprechte christenen zijn deze: dat ze Christus’ stem horen en die ook navolgen. De stem van Christus is Zijn heilig Woord, dat Hij niet alleen mondeling heeft geleerd, maar ook door de heilige profeten en apostelen heeft laten opschrijven. Hij laat het tegenwoordig nog verkondigen door Zijn trouwe dienaren. Het is dit Woord dat alle christenen met aandacht en eerbied moeten horen. Zij moeten het met vlijt en geloof horen om het te verstaan, en met zorgvuldigheid om het te bewaren.
De Heere zegt hier dat wij Zijn woord niet alleen moeten horen, maar dat wij Hem ook moeten volgen. Dat wil zeggen: we moeten in Hem geloven en naar Zijn woord en wil ons hele leven inrichten. We moeten niet alleen hoorders, maar ook daders van het Woord zijn. Zulke gelovige en gehoorzame christenen belooft de Heere het eeuwige leven. Deze belofte heeft Christus alle gelovigen ook gedaan in Johannes 10. Want daarin stelt Hij dat ze Zijn woord niet alleen gaarne horen, maar dat ook houden.
J. G. Pruschenccius, predikant te Rotterdam (Geestelycke Medicyne teghen de Melancolye, 1635)