Commentaar: Predikant die zwijgt over zonde kan niet spreken over genade
Preken over zonde en genade is niet verboden. Maar als de hoorder de boodschap niet pikt, moet de voorganger het zwijgen worden opgelegd. Dat is het standpunt van de Employment Appeals Tribunal (EAT), de Britse raad van beroep voor werknemers.
De EAT deed recent een uitspraak naar aanleiding van een klacht van de pinkstervoorganger Barry Trayhorn die op straat was gezet. Behalve dat hij predikant was, werkte hij ook als tuinman bij een gevangenis nabij Cambridge, waar vooral zedendelinquenten worden vastgehouden.
Op uitnodiging van een gevangenispastor had Trayhorn een dienst geleid. Aan de hand van 1 Korinthe 6 had de pinkstervoorganger gesteld dat onrechtvaardigen het Koninkrijk van God niet zullen beërven. Een aantal zonden benoemde hij daarbij concreet. Hij wees erop dat alleen de genade van de Heere Jezus Christus verlossing brengt. Heel sterk beklemtoonde hij dat elk mens, ook hijzelf, die genade nodig heeft.
De preek viel niet in goede aarde. Enkele gedetineerden voelden zich gediscrimineerd en dienden een klacht in. De leiding besloot daarop om niet alleen de pinkstervoorganger de toegang tot de gevangeniskansel te ontzeggen, maar ook om hem te ontslaan. Dat de predikant aanvoerde zichzelf ook als zondaar te kennen en dus de gestraften niet had afgewezen, mocht niet baten.
De voorganger ging in beroep bij de EAT. Die gaf de gevangenisleiding gelijk. De gedetineerden waren de fout in gegaan. Daarvoor werden ze gestraft. Maar het was volgens de raad voor hen vernederend om onrechtvaardige of zondaar te worden genoemd.
De in 1992 overleden gereformeerde predikant Okke Jager, bekend van zijn radiotoespraken, zei ooit: „Wie in plaats van “zonde” het woord “fout” gebruikt, zondigt. Wanneer zonde niet meer concreet zonde genoemd mag worden, kun je ook niet meer spreken over genade.” Dat gebeurt hier dus.
Natuurlijk kan men wijzen op de sterk seculariserende tendens die zich de laatste jaren in Engeland manifesteert. Daar wordt het christelijk geloof –mede door het optreden van gezagsorganen– in rap tempo naar de rand van de samenleving gedrukt. De uitspraak van de EAT past in dat kader.
Zover is het in ons land nog niet. Maar er zijn wel signalen die verontrusten. Wie erover spreekt dat homoseksuele relaties in de Bijbel worden afgewezen, weet dat hij zijn woorden moet wegen. Daarnaast komt het op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg voor dat hulpverleners kritisch zijn over prediking van zonde en genade. Die zou schadelijk zijn voor het psychisch welbevinden van mensen. Ambtsdragers die leden in het ziekenhuis bezoeken, krijgen soms ook de dringende raad patiënten niet te verontrusten met „hun oordeelsboodschap.”
Wanneer de boodschap van zonde en genade door seculiere instanties wordt gesmoord, is een samenleving aan de verharding overgegeven. Moet de kerk dan maar zwijgen? Integendeel, ze moet schreeuwen tot God om een wederkeer tot Zijn geboden. Belangrijk punt van aandacht als zondag de kerkdeuren weer opengaan.